Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding van 4 april 2025, met bijlagen;
- het antwoord, met bijlagen.
2.De beoordeling
Artikel 2 ARBEIDSTIJD
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 28 augustus 2025 uitspraak gedaan in een loonvordering van eiser, die werkzaam is als Surveyor bij gedaagde, een inspectiebedrijf. Eiser stelt dat hij recht heeft op betaling van achterstallig loon wegens niet correct uitbetaalde overuren. Gedaagde betwist dit en stelt dat de overeengekomen contractuele uren zijn betaald en dat er geen recht op overwerktoeslag van 150% bestaat. De procedure omvatte een zitting op 14 augustus 2025, waar beide partijen hun standpunten hebben toegelicht. De kantonrechter heeft geoordeeld dat de arbeidsovereenkomst van eiser een maandurensystematiek hanteert, waarbij overwerk alleen wordt vergoed als de maandelijkse arbeidsduur van 173,33 uur wordt overschreden. Eiser heeft niet aangetoond dat er een andere afspraak is gemaakt over de verdeling van de werkuren of dat hij recht heeft op een overwerktoeslag. De kantonrechter heeft de eis van eiser afgewezen en hem veroordeeld in de proceskosten, die zijn begroot op € 1.221,-. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat het onmiddellijk kan worden uitgevoerd, ook als er hoger beroep wordt ingesteld.