2.6.1.Havensteder heeft een overzicht van haar rekening-courant overgelegd over 22 december 2016 t/m 1 juli 2025 (productie 25). Dat is een ruimere periode dan in het tussenvonnis benoemd. In het overzicht zijn alle huurprijzen en betalingen opgenomen, aldus Havensteder. Blijkens het overzicht staat een bedrag van € 7.484,11 open. Uit het overzicht en de toelichting van Havensteder blijkt dat is achterhaald dat de lopende huur vanaf mei 2024 wordt betaald. Uit het overzicht kan worden afgeleid dat na oktober 2024 in de maanden november 2024 t/m februari 2025 geen huur is betaald (dat is vier maanden), totdat op 27 februari 2025 een betaling ter hoogte van drie maanden huur (€ 2.355,99) is ontvangen. Daarmee is de achterstand die mogelijk was ontstaan vanwege verwarring over storneringen niet volledig ingelost. Daarna is de huur in maart en april 2025 niet (op tijd) betaald. Op 21 april 2025 is wel een betaling ter hoogte van één maand huur (€ 785,33) ontvangen. In de maanden mei, juni en juli 2025 is wederom geen huur betaald, blijkt uit dit overzicht.
2.6.2.Havensteder is in het overzicht uitgegaan van de huurprijzen inclusief servicekosten zonder huurprijsvermindering. Zij licht toe dat daarom een correctie moet worden gemaakt en zij licht ook toe hoe zij dat doet. Rekening houdend met de huurprijsvermindering van 20%, bedraagt de totale huurachterstand t/m 1 juli 2025 € 3.881,86, aldus Havensteder. De verhuurster berekent de huurprijsvermindering vanaf 1 juni 2023 (in plaats van vanaf 25 mei 2023 zoals in het tussenvonnis bepaald) tot en met de maand waarin de gebreken zijn hersteld, zodat de huurprijs over hele maanden kan worden berekend zoals ook de Huurcommissie doet. Volgens Havensteder zijn de gebreken hersteld op 13 juni 2025. De huurprijsvermindering geldt dan van juni 2023 t/m juni 2025, aldus Havensteder. [persoon A] maakt geen bezwaar tegen deze wijze van berekenen (die gunstiger is voor [persoon A] ) en betwist ook niet dat de gebreken zijn hersteld op die datum. De kantonrechter gaat hierna bij de berekening van de actuele huurachterstand uit van een huurkorting in de periode juni 2023 t/m juni 2025.
2.6.3.Wat de huurkorting betreft heeft Havensteder het bedrag aan huurkorting vanaf 1 juni 2023 berekend op € 144,09, gebaseerd op een huurprijsvermindering van 20% over de toen geldende netto huurprijs (dus de huurprijs exclusief de servicekosten) van € 720,47. Vervolgens stelt Havensteder dat die korting over 25 maanden (namelijk over juni 2023 t/m juni 2025) moet worden berekend en dus dat 25 x € 144,09 van de hiervoor huurachterstand moet worden afgetrokken. Dat is niet helemaal juist. Een hoger bedrag dan 25 x € 144,09 moet in mindering worden gebracht. In de berekening wordt namelijk miskend dat de huurprijs jaarlijks in juli is verhoogd, terwijl dat niet mag als de huurprijs is verlaagd vanwege gebreken, zoals hier het geval is (artikel 7:250 lid 2 BW). Havensteder heeft hier geen rekening mee gehouden in de berekening; in het door Havensteder overgelegde overzicht staan telkens de verhoogde huurbedragen genoemd in de kolom ‘te betalen’. Als met het voorgaande wel rekening wordt gehouden, moet nog een aanvullend bedrag van in totaal € 919,68 van de door Havensteder gestelde huurachterstand worden afgetrokken. Dat is berekend door telkens het verschil tussen de per 1 juli verhoogde netto huurprijs en de netto huurprijs waarop de huurprijsvermindering is gebaseerd te berekenen per periode. Schematisch weergegeven:
1. Periode
2. Netto huurprijs (gebaseerd op overzicht Havensteder)
3. Netto huurprijs
(rekening houdend met artikel 7:250 lid 2 BW)
4. Verschil tussen kolom 2 en kolom 3, omgerekend naar de betreffende periode
Juni 2023
€ 720,47
€ 720,47
€ 0,00
Juli 2023 t/m juni 2024
€ 739,20
€ 720,47
€ 18,73/maand x 12 =
€ 224,76
Juli 2024 t/m juni 2025
€ 778,38
€ 720,47
€ 57,91/maand x 12 =
€ 694,92
Totaal:
€ 919,68
Daarnaast is Havensteder volgens het overgelegde overzicht in combinatie met haar toelichting voor de maand juli 2025 uitgegaan van een huurprijs van € 820,36, maar zij is hierbij ten onrechte uitgegaan van de telkens per 1 juli verhoogde huurprijs. Aangezien ervan moet worden uitgegaan dat de gebreken op 13 juni 2025 zijn verholpen, geldt vanaf 1 juli 2025 de volledige huurprijs weer (€ 720,47) en is vanaf dan niet langer de beperking van artikel 7:250 lid 2 BW van toepassing. De kantonrechter gaat daarom uit van € 720,47 + 4,5% (het percentage van de huurverhoging op 1 juli 2025) = € 752,89 huur per maand per 1 juli 2025. Het verschil tussen € 820,36 en € 752,89 bedraagt € 67,47. Dat bedrag moet nog van de totale door Havensteder genoemde huurachterstand worden afgetrokken.
De huurachterstand berekend t/m de maand juli 2025 komt met bovengenoemde correcties op de berekening van Havensteder uit op (€ 3.881,86 -/- € 919,68 -/- € 67,47 =) € 2.894,71.