Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- het tussenvonnis van 7 maart 2025 en de daarin genoemde stukken;
- de akte uitlaten, tevens akte inbrengen producties van [eiseres] , met bijlagen;
- de brief van de gemachtigde van [eiseres] van 1 mei 2025, met een aanvullende productie;
- de antwoordakte uitlaten van [gedaagde] .
2.De verdere beoordeling
als[eiseres] weer zelf in het gehuurde gaat wonen, er
dangeen sprake meer is van een ongeoorloofde situatie en dat de bank in dat geval geen reden ziet om de hypothecaire financiering te beëindigen.