In de zaak tegen de verdachte, geboren in 1974 en ingeschreven in de basisregistratie, heeft de rechtbank Rotterdam op 14 oktober 2025 uitspraak gedaan. De verdachte werd beschuldigd van gewoontewitwassen, waarbij de officier van justitie een gevangenisstraf van 11 maanden eiste, waarvan 4 maanden voorwaardelijk. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat de verdachte niet wettig en overtuigend schuldig is aan het ten laste gelegde. De verdachte heeft een concrete en verifieerbare verklaring afgelegd over de herkomst van de grote geldbedragen, die hij als beroepsgokker heeft verworven. Dit werd ondersteund door nader onderzoek van het openbaar ministerie, dat bevestigde dat de verdachte frequente bezoeker was van casino's en dat hij een methode had om te gokken die hem in staat stelde om stelselmatig winst te behalen. De rechtbank concludeert dat niet met voldoende zekerheid kan worden uitgesloten dat de gelden van de verdachte een legale herkomst hebben, en spreekt hem vrij van de beschuldigingen. De in beslag genomen voorwerpen worden teruggegeven aan de verdachte.