ECLI:NL:RBROT:2025:12335
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening voor paspoortaanvraag minderjarige geboren via draagmoederschap
Deze uitspraak betreft de afwijzing van de aanvraag van verzoekers om een paspoort voor hun minderjarige kind, geboren via een draagmoederschapconstructie. Verzoekers, die de Nederlandse nationaliteit bezitten en in Nederland wonen, hebben op 10 september 2025 een aanvraag ingediend voor een paspoort voor hun kind. De minister van Buitenlandse Zaken heeft deze aanvraag op 11 september 2025 niet in behandeling genomen, omdat de identiteit en Nederlandse nationaliteit van het kind niet konden worden vastgesteld. Verzoekers hebben hiertegen bezwaar gemaakt en de voorzieningenrechter gevraagd om een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter heeft in deze uitspraak geoordeeld dat de minister een laissez-passer moet verstrekken, zodat het kind naar Nederland kan reizen. De voorzieningenrechter overweegt dat de minister zich niet verzet tegen het afgeven van een laissez-passer, nu kan worden aangenomen dat de verzoeker de biologische vader van het kind is. De voorzieningenrechter heeft ook in aanmerking genomen dat het onwenselijk zou zijn als het kind alleen in Georgië achterblijft, nu de draagmoeder heeft verklaard geen betrokkenheid te willen hebben.
De voorzieningenrechter heeft de minister opgedragen om binnen één week na de uitspraak een laissez-passer te verstrekken en heeft de minister veroordeeld in de proceskosten van verzoekers tot een bedrag van € 907,-. De uitspraak is gedaan op 20 oktober 2025 en is openbaar uitgesproken. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.