ECLI:NL:RBROT:2025:12353

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
10 oktober 2025
Publicatiedatum
21 oktober 2025
Zaaknummer
10-201243-24 en 13-029150-23
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Medeplegen van oplichting door middel van babbeltrucs en VIN-fraudes gericht op ouderen

In deze zaak heeft de rechtbank Rotterdam op 10 oktober 2025 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen de verdachte, die samen met anderen betrokken was bij een serie van oplichtingen gericht op ouderen. De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan acht babbeltrucs en VIN-fraudes, waarbij hij zeven keer medeplegen van oplichting en één keer een poging tot oplichting heeft gepleegd. De slachtoffers waren voornamelijk oudere mensen die door middel van slinkse en geraffineerde methoden werden gemanipuleerd. De verdachte werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van 28 maanden, waarvan 4 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar, en moest zich houden aan bijzondere voorwaarden zoals geadviseerd door de reclassering. De rechtbank heeft de vordering tot tenuitvoerlegging van een eerdere veroordeling afgewezen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte niet alleen de rol van koerier en pinner vervulde, maar ook dat hij bij de slachtoffers aan de deur kwam om de pinpassen en andere waardevolle spullen op te halen. De rechtbank heeft de ernst van de feiten benadrukt, vooral gezien de kwetsbaarheid van de slachtoffers en de impact die de oplichtingen op hen hebben gehad. De verdachte heeft blijk gegeven van een herhaaldelijk delictgedrag, zelfs tijdens een schorsing van zijn voorlopige hechtenis, wat de rechtbank als zeer ernstig heeft aangemerkt.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team straf 1
Parketnummer: 10-201243-24
Parketnummer vordering TUL VV: 13-029150-23
Datum uitspraak: 10 oktober 2025
Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1992,
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres:
[adres] ,
gedetineerd in [detentieadres] ,
raadsvrouw mr. S.D. Polat, advocaat te Amsterdam.

1.Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzitting van 26 september 2025.

2.Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding. De tekst van de tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3.Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. S.S.S. Heinerman heeft gevorderd:
  • bewezenverklaring van het onder 1, 2, 3, 4, 5 (primair), 6, 7 (primair) en 8 (primair) ten laste gelegde;
  • veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 32 maanden met aftrek van voorarrest, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar en de bijzondere voorwaarden zoals door de reclassering geadviseerd;
  • afwijzing van de vordering tot tenuitvoerlegging in de zaak met parketnummer

4.Waardering van het bewijs

4.1.
Bewijswaardering
4.1.1.
Standpunt verdediging
De verdediging heeft vrijspraak bepleit van het feit onder 4 omdat er geen wettig en overtuigend bewijs dat de verdachte bij dit feit betrokken is geweest. Voor het onder 1, 2, 3 en 6 en voor het onder 5, 7, en 8 primair tenlastegelegde is vrijspraak bepleit omdat het medeplegen niet kan worden bewezen. Daarnaast is er onvoldoende bewijs dat de verdachte het oogmerk op de wederrechtelijke bevoordeling heeft gehad.
4.1.2.
Beoordeling
Modus operandi
Vaststaat dat de in de tenlastelegging genoemde acht personen ieder slachtoffer zijn geworden van oplichting.
Hierbij is sprake geweest van een modus operandi met vergelijkbare specifieke kenmerken. Een deel van de aangevers, meestentijds vrouwen op hoge leeftijd, werd gebeld door een persoon die zich voordeed als een medewerker van de bank met de mededeling dat er frauduleuze handelingen werden gepleegd met hun bankrekening. In dat gesprek werden zij overgehaald om hun betaalpassen en pincodes en waardevolle spullen af te staan aan een door de bank te sturen koerier. Een ander deel werd geappt door iemand die zich in die appgesprekken voordeed als hun dochter die in geldnood gekomen was en die hen dringend verzocht geld mee te geven aan een koerier.
In alle gevallen verscheen vervolgens binnen zeer korte tijd daarna, soms zelfs nog tijdens het gesprek, een medeverdachte bij de aangeefsters aan de deur. Deze medeverdachte deed zich voor als de betreffende koerier en heeft - al dan niet onder mededeling van een eerder in dat gesprek afgesproken meldcode - de envelop met daarin de pinpassen, geldbedragen en zelfs sieraden bij hen opgehaald. Kort nadat die bankpassen waren meegenomen werd daarmee geld van de rekening van benadeelden gepind of werden daarmee in winkels producten gekocht en betaald.
Betrokkenheid van de verdachte
Feit 4
Op grond van de bewijsmiddelen is er wettig en overtuigend bewijs is dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het medeplegen van oplichting van [aangeefster] op 10 juni 2024 in Schipluiden. Er is onderzoek verricht naar de telefoon van de verdachte en de [medeverdachte] . Hieruit is gebleken dat de verdachte van ‘ [naam] ’ ( [medeverdachte] ) het adres van aangeefster krijgt doorgestuurd, inclusief een meldcode en een pincode ( [pincode] ). Deze codes komen overeen met de codes die de aangeefster heeft opgegeven. Ook blijkt dat de verdachte heeft gezocht op het woonadres van aangeefster en worden er foto’s’ en filmpjes van (mislukte) pintransacties aangetroffen. De verdachte wordt op deze foto’s en filmpjes herkend. Hierop is onder andere te zien is dat dezelfde pincode ( [pincode] ) wordt ingetoetst. De betrokkenheid van de verdachte wordt verder nog bevestigd doordat de telefoon van de verdachte zich tijdens de oplichting in de directe omgeving van het woonadres van aangeefster bevond en – een klein uur later – ook bij het JHG Casino in Schiedam waar met de pinpas van aangeefster werd gepind.
Feiten 1, 2, 3 en 6
De verdachte heeft ten aanzien van de feiten 1, 2, 3 en 6 ter zitting bekend dat hij degene is geweest die bij de woning van de aangeefsters is geweest en bij hen de enveloppen heeft opgehaald. Hij heeft verklaard dat hij deze aan [medeverdachte] heeft moeten afgeven. Op grond van de bewijsmiddelen staat ook vast dat de verdachte niet alleen de bankpassen en andere goederen bij de slachtoffers heeft opgehaald, maar dat hij ook de geldopnames heeft verricht. Verbalisanten hebben de beschikbare beelden en foto’s vergeleken en hebben de verdachte als de pinner herkend.
Feiten 5, 7 en 8
Voor de feiten 5, 7 en 8 heeft de verdachte bekend dat hij met pinpassen van aangeefsters geld heeft gepind bij geldautomaten en met die passen onder andere producten bij de Media Markt heeft gekocht. De rechtbank acht verder bewezen dat de verdachte niet alleen degene is geweest die de geldopnames heeft verricht, maar ook dat hij kort daarvoor ook de bankpassen en andere goederen bij de slachtoffers heeft opgehaald. De verdachte past namelijk in het signalement dat de aangeefsters van deze persoon hebben gegeven. Ook verbalisanten hebben het signalement met de beschikbare beelden en foto’s vergeleken en hebben de verdachte als zodanig herkend.
Alternatieve lezing
De verdachte heeft ter zitting verklaard dat hij nooit het geld van de aangeefsters zelf heeft willen afnemen en ook niet wist dat het om oplichting ging. Hij zegt enkel voor [medeverdachte] bij deze mensen langs te zijn gegaan om enveloppen met passen en/of geld op te halen, omdat [medeverdachte] ‘een slimme manier had gevonden om via deze personen zijn crypto’s uit te kunnen laten keren’. De rechtbank acht deze verklaring volstrekt ongeloofwaardig. Vooropgesteld wordt dat deze lezing op geen enkele manier door feiten of omstandigheden wordt ondersteund. De verdachte heeft bovendien steeds kunnen zien dat hij pinpassen en -codes bij onwetende, oude mensen had opgehaald, passen die bovendien niet op zijn naam of die van zijn medeverdachte toebehoorden. Ook bij het gebruik daarvan hanteerde hij de pincode van et slachtoffer en is het duidelijk geweest dat hij geld van de rekening van het slachtoffer afhaalde. Dat dit niet een specifiek met het slachtoffer overeengekomen bedrag heeft betroffen blijkt ook uit het feit dat actief gezocht werd naar het maximaal met die pas te pinnen bedrag om zo maximaal die rekening leeg te halen.
Dat het voor de verdachte al van aanvang af duidelijk is geweest dat het de bedoeling was om zichzelf – en anderen – wederrechtelijk te bevoordelen blijkt ook al uit zijn handelingen bij het (volgens de tenlastegelegde feiten) eerst gepleegde feit.
Op 4 juni 2024 (feit 3) is hij op twee momenten op dezelfde dag een envelop met daarin een fors geldbedrag bij aangeefster gaan ophalen. Hij was toen in aanwezigheid van zijn medeverdachte, die hem instrueerde hoe de envelop bij de aangeefster op te halen en wat te zeggen, zodat hij het later alleen zou kunnen gaan doen. Hij heeft verklaard dat hij in de auto wel gezien had dat het om veel geld ging en dat dit alles bij hem wel enige argwaan opriep. Ondanks dat is de verdachte zonder vragen te stellen hiermee doorgegaan en volgden er in juni 2024 nog vier oplichtingen. Zelfs nadat hij voor deze oplichtingen door de politie was opgepakt en in een schorsing van zijn voorlopige hechtenis liep heeft hij zijn handelen weer voortgezet en heeft hij met die wetenschap nog de drie in november 2024 oplichtingen gepleegd. Niet is gebleken dat de verdachte in die periode op enig moment zijn handelen heeft gestaakt of afstand heeft genomen van de situatie.
Daarmee had de verdachte de wetenschap van de wederrechtelijke bevoordeling en was zijn opzet ook hierop gericht.
Medeplegen
De rechtbank stelt voorop dat voor de bewezenverklaring van het medeplegen sprake moet zijn geweest van een voldoende nauwe en bewuste samenwerking met een ander of anderen. De kwalificatie medeplegen is slechts dan gerechtvaardigd als de bewezenverklaarde – intellectuele en/of materiële – bijdrage aan het delict van de verdachte van voldoende gewicht is. Voor de bewezenverklaring van medeplegen is niet vereist dat het gewicht van de bijdrage van de verdachte gelijkwaardig is aan dat van zijn mededader(s).
Door bij de aangeefsters geldbedragen en pinpassen op te halen en daarmee te pinnen heeft de verdachte actief deelgenomen aan de ten laste gelegde oplichtingshandelingen. De modus operandi bij deze oplichtingen was telkens nagenoeg dezelfde. Uit de bewijsmiddelen blijkt dat deze werkwijze een planmatige aanpak vergde waarbij het voor de beoogde uitvoering nodig was dat diverse rollen werden vervuld (de beller/apper, de koerier en/of de pinner). Er is daarbij sprake geweest van een intensieve samenwerking en een duidelijke afstemming tussen die rollen. Eén persoon had telefonisch contact met de aangeefsters. Daarbij stond de verdachte (als koerier en/of pinner) in nauw contact met
[naam]( [medeverdachte]
)en ontving hij berichten waarin de concrete adressen, de meldcodes waarmee hij zich moest identificeren en de pincodes van de pinpassen waarmee hij heeft gepind aan hem werden doorgegeven. Ook nadat de verdachte op de adressen de enveloppen had opgehaald bleef er intensief contact met
[naam]. Er moest immers in een kort tijdsbestek snel worden gepind om te voorkomen dat de passen bij ontdekking van de babbeltruc/VIN-fraude te vroeg geblokkeerd zouden worden. De onderscheiden handelingen van de verdachte en zijn medeverdachte(n) waren ieder voor zich onmisbaar om het beoogde eindresultaat te bereiken. Hierdoor is bewezen dat de rol van de verdachte van voldoende materieel en intellectueel gewicht is geweest om van medeplegen te mogen spreken.
Gelet hierop staat vast dat er sprake is geweest van een bewuste en nauwe samenwerking met de medeverdachte(n), zodat de verdachte schuldig is aan het medeplegen van oplichting in zeven zaken en in één zaak de poging daartoe.
4.1.3.
Conclusie
Wettig en overtuigend is bewezen is dat de verdachte de onder 1, 2, 3, 4, 5 (primair), 6, 7 (primair) en 8 (primair) ten laste gelegde feiten heeft begaan.
4.2.
Bewezenverklaring
In bijlage II heeft de rechtbank de inhoud van wettige bewijsmiddelen opgenomen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Op grond daarvan, en op grond van de redengevende inhoud van het voorgaande, is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1, 2, 3, 4, 5 (primair), 6, 7 (primair) en 8 (primair) ten laste gelegde heeft begaan op die wijze dat:
Feit 1hij op
of omstreeks18 juni 2024 te Barendrecht,
althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen,
althans alleen,ter uitvoering van het door verdachte en
/ofzijn mededader(s) voorgenomen
misdrijf om met het oogmerk om zich en
/ofeen ander wederrechtelijk te
bevoordelen door het aannemen van
een valse naam en/ofeen valse hoedanigheid
en
/ofdoor listige kunstgrepen
en/of door een samenweefsel van verdichtsels,[slachtoffer 1] te bewegen tot de afgifte van enig goed,
het verlenen van een dienst,het ter beschikking stellen van gegevens,
het ter beschikking stellen van gegevens,het aangaan van een schuld en/of het teniet doen van een inschuld,te weten de afgifte van een pinpas en
/ofpincode,
- die [slachtoffer 1] heeft gebeld en tijdens dat telefoongesprek heeft gezegd dat getracht
is een bedrag van de rekening [slachtoffer 2] [slachtoffer 1] af te schrijven en
/of- tegen die [slachtoffer 1] heeft gezegd dat hij, verdachte, een medewerker van ABN
AMRO was en
/of- tegen die [slachtoffer 1] heeft gezegd dat een koerier van de bank langskomt om een
envelop met bankpas en pincode [slachtoffer 2] [slachtoffer 1] op te halen en
/of- naar de woning [slachtoffer 2] [slachtoffer 1] is gegaan en
/of- bij die [slachtoffer 1] heeft aangebeld en een envelop heeft opgehaald
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
Feit 2hij op
of omstreeks7 juni 2024,
te Zwijndrecht, althansin Nederland,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen,
althans alleen,met het oogmerk om zich en
/of(een) ander(en) wederechtelijk te bevoordelen
(telkens) door het aannemen van
een valse naam en/ofeen valse hoedanigheid
en/
ofdoor één of meer listige kunstgrepen
en/of door een samenweefsel vanverdichtsels[slachtoffer 2]
en/of de Rabobank(telkens) heeft
/hebbenbewogen tot de afgifte van
enig goed,
het verlenen van een dienst,enhet ter beschikking stellen van gegevens,
hetaangaan van een schuld en/of het teniet doen van een inschuld,te weten
afgifte van
eenbankpas
(sen) en/of digipas(sen)en
/ofpincode
s en/of inloggegevensen
/of ongeveerEUR 2500,00
, althans één of meer (grote) geldbedrag(en)door:
- die [slachtoffer 2] te bellen en
/ofzich (vervolgens) voor te doen als medewerker van de
Rabobank en
/of- die [slachtoffer 2] te vertellen dat haar pinpas niet meer goed was en
/of- zich naar en in de woning van [slachtoffer 2] te begeven en
/of- zich aan de deur bij die [slachtoffer 2] voor te doen als een medewerker van de
Rabobank en
/of- die [slachtoffer 2] te bewegen tot het afgeven van bankafschriften, pinpas en pincode
en
/of- de bankafschriften, pinpas en pincode van [slachtoffer 2] in ontvangst te nemen en
/of(vervolgens)
- met die goederen en
/ofgegevens (digitaal) één of meerdere geldbedragen
overgemaakt en
/ofpinopnames verricht.
Feit 3hij op
of omstreeks4 juni 2024, te Heerjansdam,
gemeente Zwijndrecht, althans inNederland,tezamen en in vereniging met een ander of anderen,
althans alleen,met het oogmerk om zich en
/of(een) ander(en) wederechtelijk te bevoordelen
(telkens) door het aannemen van
een valse naam en/ofeen valse hoedanigheid
en
/ofdoor één of meer listige kunstgrepen
en/of door een samenweefsel vanverdichtsels[slachtoffer 3] (telkens) heeft bewogen tot de afgifte van enig goed,
het verlenenvan een dienst,het ter beschikking stellen van gegevens,
het aangaan van eenschuld en/of het teniet doen van een inschuld, te weten
één ofmeer
(grote)geldbedrag
(en
)van
in totaal15.000 euro,
in elk geval enig geldbedrag,althans enig goed,door
- zich in een of meer SMS- en
/ofWhatsApp-berichten, verzonden naar die
[slachtoffer 3] , tegenover die [slachtoffer 3] voor te doen als zijnde de dochter en
/of-
daarbij/daarin aan die [slachtoffer 3] mede te delen
/te verzoeken- zakelijk
weergegeven - dat zij een nieuw
en/of een ander06-nummer heeft en
/ofdat haar
telefoon kapot is en
/ofgeld nodig heeft voor een nieuwe telefoon en
/of- die [slachtoffer 3] te vertellen dat een koerier het geld op komt halen en
/of- zich (telkens) naar de woning van die [slachtoffer 3] te begeven en
/of- zich (telkens) aan de deur bij die [slachtoffer 3] voor te doen als de koerier en
/of- die [slachtoffer 3] (telkens) te bewegen tot het afgeven van enveloppen met
een ofmeer geldbedragen (tot een totaalbedrag van ongeveer 15.000,00 euro).
Feit 4hij op
of omstreeks10 juni 2024, te Schipluiden,
althans in Nederland,tezamen en in vereniging met een ander of anderen,
althans alleen,met het oogmerk om zich (telkens) en
/of(een) ander(en) wederechtelijk te
bevoordelen door het aannemen van
een valse naam en/ofeen valse hoedanigheid
en
/ofdoor één of meer listige kunstgrepen
en/of door een samenweefsel vanverdichtsels[slachtoffer 4] (telkens) heeft bewogen tot de afgifte van enig goed,
het verlenen vaneen dienst, het ter beschikking stellen van gegevens,
het aangaan van een schulden/of het teniet doen van een inschuld,te weten de afgifte van een bankpas en
/ofeen pincode en
/ofgouden sieraden en
/ofongeveer EUR 1001,69,
althans één of meer (grote) geldbedrag(en),door
- die [slachtoffer 4] te bellen en
/ofzich (vervolgens) voor te doen als medewerker van de
Rabobank en
/of- te zeggen dat er fraude is gepleegd op de betaalrekening van die [slachtoffer 4] en
/of- die [slachtoffer 4] te vragen om haar waardevolle spullen af te geven en
/of- naar de pincode van de Rabobank-bankpas van die [slachtoffer 4] te vragen en
/of- die [slachtoffer 4] te vragen om de Rabobank-bankpas en
/ofsieraden in een envelop te
doen en daarop de betreffende code te schrijven (ten behoeve van afgifte aan een
bankmedewerker) en
/of- (telkens) zich naar de woning van [slachtoffer 4] te begeven en
/ofdaar aan te bellen en
/of- (telkens) enveloppen pinpas en
/ofpincode en
/ofsieraden van [slachtoffer 4] in
ontvangst te nemen en
/of(vervolgens)
- (telkens) met die pinpas geldbedragen te pinnen.
Feit 5hij op
of omstreeks10 juni 2024, te Leidschendam,
althans in Nederland,tezamen en in vereniging met een ander of anderen,
althans alleen,met het oogmerk om zich en
/of(een) ander(en) wederechtelijk te bevoordelen
door het aannemen van
een valse naam en/ofeen valse hoedanigheid en
/ofdoor
één of meer listige kunstgrepen
en/of door een samenweefsel van verdichtsels[slachtoffer 5] heeft bewogen tot de afgifte van enig goed,
het verlenen van eendienst,het ter beschikking stellen van gegevens
, het aangaan van een schuld en/ofhet teniet doen van een inschuld,te weten
één ofmeer
(grote)geldbedrag
(en
)(ongeveer EUR 2.898,00),
in elk geval eniggeldbedrag, althans enig goed,door
- zich in een of meer WhatsApp-berichten, verzonden naar die [slachtoffer 5] ,
tegenover die [slachtoffer 5] voor te doen als zijnde de dochter en
/of- die [slachtoffer 5] te vertellen dat een beveiliger het geld op komt halen en
/of- die [slachtoffer 5] haar saldo op de rekening, de pincode en woonadres en
/of- zich naar de woning van die [slachtoffer 5] te begeven en
/of- zich aan de deur bij die [slachtoffer 5] voor te doen als de beveiliger en
/of- die [slachtoffer 5] te bewegen tot het afgeven van een of meer geldbedragen (een
contant geldbedrag van ongeveer 1250,00 euro) en
/of- die [slachtoffer 5] te bewegen tot het afgeven van haar bankpas en
/of- pinpas en
/ofpincode en
/of sieradenvan die [slachtoffer 5] in ontvangst te nemen
en
/of(vervolgens)
- (telkens) met die pinpas geldbedragen te pinnen (EUR 1148,00 bij de Media Markt
en
/of500 EUR bij een geldautomaat).
Feit 6hij op
of omstreeks10 november 2024 te Rotterdam,
althans in Nederland,tezamen en in vereniging met een of meer anderen,
althans alleen,met het oogmerk om zich en
/ofeen ander wederrechtelijk te bevoordelen
door het aannemen van
een valse naam en/of vaneen valse hoedanigheid en
/ofdoor listige kunstgrepen
en/of door een samenweefsel van verdichtsels,[slachtoffer 6] heeft bewogen tot de afgifte van enig goed,
het verlenen van een dienst,het ter beschikking stellen van gegevens,
het aangaan van een schuld en/of hetteniet doen van een inschuld,te weten
afgifte van een bankpas en
/ofpincode en
/ofeen
of meergeldbedrag
en(ongeveer
EUR 480,00), door
- die [slachtoffer 6] te bellen en
/ofzich (vervolgens) voor te doen als medewerker van de
Rabobank en
/of- die [slachtoffer 6] te vertellen dat er fraude is gedetecteerd op haar rekeningnummer
en
/of- die [slachtoffer 6] te bewegen om haar pincode te geven en
/ofhaar bankpas in een
envelop te doen en
/of- die [slachtoffer 6] te vertellen dat een koerier van PostNL haar bankpas op komt halen
en
/of- zich naar de woning van die [slachtoffer 6] te begeven en
/of- zich aan de deur bij die [slachtoffer 6] voor te doen als de koerier en
/of- die [slachtoffer 6] te bewegen tot het afgeven van een envelop met haar bankpas en
/of- die pinpas en
/ofpincode in ontvangst te nemen en
/of(vervolgens)
- met die pinpas een geldbedrag (van EUR 480,00) te pinnen bij een geldautomaat.
Feit 7hij op
of omstreeks11 november 2024 te Rotterdam,
althans in Nederland,tezamen en in vereniging met een of meer anderen,
althans alleen,met het oogmerk om zich en en
/ofeen ander wederrechtelijk te bevoordelen
door het aannemen van
een valse naam en/of vaneen valse hoedanigheid en
/ofdoor listige kunstgrepen
en/of door een samenweefsel van verdichtsels,[slachtoffer 7] heeft bewogen tot de afgifte van enig goed,
het verlenen van een dienst,het ter beschikking stellen van gegevens,
het aangaan van een schuld en/of hetteniet doen van een inschuld,te weten afgifte van een bankpas en
/ofpincode en
/ofgeldbedragen (ongeveer EUR 790,00), door
- die [slachtoffer 7] te bellen en
/ofzich (vervolgens) voor te doen als medewerker van de
ING en
/of- die [slachtoffer 7] te vertellen dat zij geskimd is in de Albert Heijn en
/of- die [slachtoffer 7] te bewegen om haar limiet op haar rekening te verhogen en/of haar
pincode te geven en
/ofhaar bankpas in een envelop te doen en
/of- die [slachtoffer 7] te vertellen dat een koerier haar bankpas op komt halen en
/ofeen
koerier een code zal opnoemen en
/of- zich naar de woning van die [slachtoffer 7] te begeven en
/of- zich aan de deur bij die [slachtoffer 7] voor te doen als de koerier en
/of- die [slachtoffer 7] te bewegen tot het afgeven van een envelop met haar bankpas en
/of- die bankpas en
/ofpincode in ontvangst te nemen en
/of(vervolgens)
- met die pinpas een of meerdere geldbedragen te pinnen bij een geld- en of
betaalautomaat (ongeveer EUR 790,00).
Feit 8hij op
of omstreeks14 november 2024 te Rotterdam,
althans in Nederland,tezamen en in vereniging met een of meer anderen,
althans alleen,met het oogmerk om zich en
/ofeen ander wederrechtelijk te bevoordelen
door het aannemen van
een valse naam en/of vaneen valse hoedanigheid en
/ofdoor listige kunstgrepen
en/of door een samenweefsel van verdichtsels,[slachtoffer 8] heeft bewogen tot de afgifte van enig goed,
het verlenen van eendienst,het ter beschikking stellen van gegevens,
het aangaan van een schuld en/ofhet teniet doen van een inschuld,te weten
afgifte van een bankpas en
/ofpincode van de betaalrekening en
/of één ofmeerdere
geldbedragen (totaalbedrag van ongeveer € 2.218,74)
- die [slachtoffer 8] te bellen en
/ofzich (vervolgens) voor te doen als medewerker
van de ING en
/of- die [slachtoffer 8] te vertellen dat zij geskimd is en
/of- die [slachtoffer 8] te bewegen om geld (EUR 2540,00) van haar spaar- naar haar
betaalrekening over te maken en
/of- die [slachtoffer 8] te bewegen om geld (EUR 957,00) over te maken op een
bankrekening van Triodos en
/of- die [slachtoffer 8] te bewegen om pincode te geven en
/ofhaar bankpas in een
envelop te doen en
/of- die [slachtoffer 8] te vertellen dat een koerier haar bankpas op komt halen en
/ofeen koerier een code zal opnoemen en
/of- zich naar de woning van die [slachtoffer 8] te begeven en
/of- zich aan de deur bij die [slachtoffer 8] voor te doen als de koerier en
/of- die [slachtoffer 8] te bewegen tot het afgeven van een envelop met haar bankpas
en
/of- die bankpas en
/ofpincode in ontvangst te nemen en
/of(vervolgens)
- met die pinpas een of meerdere geldbedragen te pinnen bij een geld- en of
betaalautomaat (EUR 480,00 en
/ofEUR 480,00 en
/ofEUR 300,00 en
/ofEUR 1,74).
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.

5.Strafbaarheid feiten

De bewezen feiten leveren op:

1.medeplegen van poging tot van oplichting;

2.
medeplegen van oplichting, meermalen gepleegd;
3.
medeplegen van oplichting, meermalen gepleegd;
4.
medeplegen van oplichting, meermalen gepleegd;
5.
primair: medeplegen van oplichting, meermalen gepleegd;
6.
medeplegen van oplichting;
7.
primair: medeplegen van oplichting;
8.
primair: medeplegen van oplichting.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. De feiten zijn dus strafbaar.

6.Strafbaarheid verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit. De verdachte is dus strafbaar.

7.Motivering straf

7.1.
Algemene overweging
De straf die aan de verdachte wordt opgelegd, is gegrond op de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder de feiten zijn begaan en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
7.2.
Feiten waarop de straf is gebaseerd
De verdachte heeft zich samen met anderen schuldig gemaakt aan achttal babbeltrucs en VIN-fraudes. De slachtoffers betroffen steeds mensen van hoge leeftijd. Zij werden op slinkse en geraffineerde wijze gemanipuleerd. De slachtoffers werd onder andere wijsgemaakt dat er fraude was gedetecteerd op hun rekening of dat hun dochters in nood verkeerden en dat zij daarom onmiddellijk hun bankpas, pincode of geld en sieraden moesten afgeven aan een koerier van de bank of Post.nl. Nadat de slachtoffers – op één slachtoffer na - hieraan ook gevolg gegeven hadden werd het geld meegenomen dan wel met behulp van die passen de rekeningen van de slachtoffers geplunderd. De verdachte vervulde veelal de rol van koerier en pinner. Hij was ook degene die bij de slachtoffers thuis of aan de deur kwam om de enveloppen met de pinpassen op te halen en heeft de getroffen slachtoffers dus ook zelf in de ogen kunnen kijken. Dit heeft hem er niet van weerhouden om die feiten steeds opnieuw te plegen.
Dat het bij één van die feiten bij een poging is gebleven heeft niet aan het handelen van verdachte gelegen, maar aan het zeer doortastende optreden van het beoogde slachtoffer, dat zowel ten tijde van het plegen van het feit als direct daarna de politie op de oplichting heeft geattendeerd en daarna ook van essentiële informatie heeft voorzien.
De verdachte en zijn medeverdachten hebben et hun handelen misbruik gemaakt van het gewekte vertrouwen bij kwetsbare slachtoffers door hen te overrompelen met deze leugens. Uit de aangiftes van de slachtoffers blijkt dat hierdoor hun zelfvertrouwen, gevoel van veiligheid en vertrouwen in de voor hen belangrijke instanties zoals de bank en de post, maar ook het vertrouwen in de medemens in ernstige mate is aangetast. Verder hebben veel slachtoffers verklaard dat het handelen van de verdachte en zijn mededaders voor gevoelens van schaamte, stress en angst hebben gezorgd.
Daarnaast ondermijnen dit soort strafbare feiten in zijn algemeenheid het vertrouwen dat rekeninghouders in het betalingsverkeer en het bankwezen moeten kunnen hebben. Dit vertrouwen is van groot belang voor het maatschappelijk en economisch verkeer. De verdachte heeft zich niet bekommerd om de gevolgen van zijn handelen, maar heeft alleen gedacht aan zijn eigen financiële gewin: een makkelijke manier om snel aan geld te komen.
De rechtbank neemt het de verdachte eens te meer kwalijk dat hij in november 2024 wederom drie oplichtingen heeft gepleegd, terwijl hij nota bene nog in de schorsing van zijn voorlopige hechtenis liep voor de eerdere oplichtingen gepleegd in juni 2024. De verdachte was gewaarschuwd, heeft de ellende die hij hierdoor al had veroorzaakt kunnen overzien en is desondanks daarmee doorgegaan. Van de kans om toen al op enigerlei wijze afstand te nemen van zijn handelingen heeft de verdachte geen gebruik gemaakt.
7.3.
Persoonlijke omstandigheden van de verdachte
7.3.1.
Strafblad
Uit een uittreksel uit de justitiële documentatie van 25 september 2025, waaruit blijkt dat de verdachte eerder is veroordeeld voor soortgelijke strafbare feiten.
7.3.2.
Rapportage
Reclassering Nederland heeft op 17 juni 2025 een rapport over de verdachte opgemaakt. Dit rapport houdt het volgende in.
De reclassering ziet meerdere risicofactoren: schuldenproblematiek, het psychosociaal functioneren en de (deels) procriminele houding van de verdachte. Het sociaal netwerk wordt als mogelijk delictgerelateerd gezien. De reclassering ziet geen beschermende factoren. De verdachte loopt op dit moment onder toezicht vanwege een eerdere veroordeling. Tijdens dit toezicht had de verdachte een meldplicht en had hij in maart 2025 een intakegesprek bij De Waag. De behandeling is nog niet gestart vanwege de huidige detentie van de verdachte. Het recidiverisico wordt ingeschat als hoog. De reclassering ziet daarom noodzaak voor interventies.
Geadviseerd wordt om een (deels) voorwaardelijke straf met bijzondere voorwaarden op te leggen, waaronder een meldplicht, een ambulante behandeling, een contactverbod (met de medeverdachte), zinvolle dagbesteding en het meewerken aan schuldhulpverlening.
De reclassering geeft aan dat er met bijzondere voorwaarden, waaronder een nieuwe ambulante behandeling en aandacht voor zijn financiën, mogelijk een gedragsverandering kan worden bewerkstelligd en recidive kan worden voorkomen. Met het contactverbod kan (wederzijdse) negatieve beïnvloeding worden voorkomen.
7.4.
Conclusies van de rechtbank
Gelet op hetgeen de rechtbank hierboven heeft overwogen, komt zij tot de volgende conclusies.
Vanwege de aard en ernst van de bewezen verklaarde feiten kan niet worden volstaan met een andere straf dan een gevangenisstraf van langere duur. Bij het bepalen van de duur van de op te leggen gevangenisstraf heeft de rechtbank acht geslagen op straffen die in soortgelijke zaken worden opgelegd.
Daarnaast zal de rechtbank, gelet op het advies van de reclassering dat zij begeleiding en bijzondere voorwaarden noodzakelijk acht, een deel van de voorgenomen straf voorwaardelijk opleggen, met de voorwaarden die hierna worden genoemd. Dit voorwaardelijk strafdeel dient er tevens toe de verdachte ervan te weerhouden in de toekomst opnieuw strafbare feiten te plegen. De verdachte krijgt hierdoor de mogelijkheid om te starten met een ambulante behandeling om gedragsverandering te bewerkstelligen. Gelet op de samenwerking die de verdachte voor deze feiten met de medeverdachte heeft gehad, zal de rechtbank ook een contactverbod opleggen.
Alles afwegend acht de rechtbank de hierna te noemen straf passend en geboden.

8.In beslag genomen voorwerpen

Voor zover er thans nog voorwerpen onder het klassiek beslag ex artikel 94 van het Wetboek van Strafvordering liggen, heft de rechtbank dit beslag op.

9.Vorderingen benadeelde partijen/schadevergoedingsmaatregelen

9.1.
Vordering [benadeelde partij 1]
Als benadeelde partij heeft zich in het geding gevoegd: [benadeelde partij 1] ter zake van het onder 3 ten laste gelegde feit. De benadeelde partij vordert een vergoeding van € 15.000,00 aan materiële schade en een vergoeding van € 519,00 aan immateriële schade.
9.1.1.
Beoordeling
Vast is komen te staan dat aan de benadeelde partij door het onder 3 bewezen verklaarde strafbare feit rechtstreeks materiële en immateriële schade is toegebracht. De gevorderde bedragen zijn niet door de verdediging betwist en de vordering is genoegzaam onderbouwd. De gevorderde materiële en immateriële schade acht de rechtbank geheel toewijsbaar.
Nu de verdachte de strafbare feiten ter zake waarvan schadevergoeding zal worden toegekend samen met mededaders heeft gepleegd, zijn zij daarvoor ieder hoofdelijk aansprakelijk. Indien en voor zover de mededaders de benadeelde partij betalen is de verdachte in zoverre jegens de benadeelde van deze betalingsverplichting bevrijd.
De benadeelde partij heeft gevorderd het te vergoeden bedrag te vermeerderen met wettelijke rente. De rechtbank bepaalt dat het te vergoeden schadebedrag vermeerderd wordt met wettelijke rente vanaf 4 juni 2024.
Nu de vordering van de benadeelde partij zal worden toegewezen, zal de verdachte worden veroordeeld in de kosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil
en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken.
9.1.2.
Conclusie
De verdachte moet de benadeelde partij een schadevergoeding betalen van € 15.519,00, vermeerderd met de wettelijke rente en kosten als hieronder in de beslissing vermeld.
Tevens wordt oplegging van de hierna te noemen maatregel als bedoeld in artikel 36f Sr passend en geboden geacht.
9.2.
Vordering [benadeelde partij 2]
Als benadeelde partij heeft zich in het geding gevoegd: [benadeelde partij 2] ter zake van het onder 4 ten laste gelegde feit. De benadeelde partij vordert een vergoeding van € 600,00 aan materiële schade en een vergoeding van € 1.200,00 aan immateriële schade.
9.2.1.
Beoordeling
Vast is komen te staan dat aan de benadeelde partij door het onder 4 bewezen verklaarde strafbare feit rechtstreeks materiële en immateriële schade is toegebracht. De gevorderde materiele schade is door de verdediging niet betwist en de vordering is genoegzaam onderbouwd. Ook de rechtbank komt tot een geschatte waarde van € 600,00 voor de sierraden. Met betrekking tot de immateriële schade wordt overwogen dat de aard en de ernst van de normschending met zich meebrengen dat de nadelige gevolgen daarvan zo voor de hand liggen dat een aantasting in de persoon in de zin van artikel 6:106, aanhef en onder b, Burgerlijk Wetboek kan worden aangenomen. De immateriële schade zal naar maatstaven van billijkheid worden vastgesteld op € 500,00, zodat de vordering tot dit bedrag zal worden toegewezen, met afwijzing van hetgeen aan hoofdsom meer is gevorderd. Ook is rekening gehouden met wat er in vergelijkbare zaken wordt toegewezen.
Nu de verdachte de strafbare feiten ter zake waarvan schadevergoeding zal worden toegekend samen met mededaders heeft gepleegd, zijn zij daarvoor ieder hoofdelijk aansprakelijk. Indien en voor zover de mededaders de benadeelde partij betalen is de verdachte in zoverre jegens de benadeelde van deze betalingsverplichting bevrijd.
De benadeelde partij heeft gevorderd het te vergoeden bedrag te vermeerderen met wettelijke rente. De rechtbank bepaalt dat het te vergoeden schadebedrag vermeerderd wordt met wettelijke rente vanaf 10 juni 2024.
Nu de vordering van de benadeelde partij (in overwegende mate) zal worden toegewezen, zal de verdachte worden veroordeeld in de kosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken.
9.2.2.
Conclusie
De verdachte moet de benadeelde partij een schadevergoeding betalen van € 1.100,00, vermeerderd met de wettelijke rente en kosten als hieronder in de beslissing vermeld.
Tevens wordt oplegging van de hierna te noemen maatregel als bedoeld in artikel 36f Sr passend en geboden geacht.

10.Vordering tenuitvoerlegging (13-029150-23)

10.1.
Vonnis waarvan tenuitvoerlegging wordt gevorderd
Bij vonnis van 26 april 2023 van de politierechter in Amsterdam is de verdachte ter zake van mishandeling, vernieling en diefstal veroordeeld voor zover van belang tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van 3 weken, met een proeftijd van 2 jaar.
De proeftijd is ingegaan op 13 februari 2024.
10.2.
Beoordeling
De rechtbank is met de officier van justitie en de verdediging van oordeel dat de vordering moet worden afgewezen. Blijkens het gehanteerde parketnummer ziet de vordering op de tenuitvoerlegging van een vonnis dat is gewezen in eerste aanleg, terwijl er in die zaak nadien nog een arrest is gewezen door het gerechtshof Amsterdam.

11.Toepasselijke wettelijke voorschriften

Gelet is op de artikelen 14a, 14b, 14c, 36f, 45, 47, 57 en 326 van het Wetboek van Strafrecht.

12.Bijlagen

De in dit vonnis genoemde bijlagen maken deel uit van dit vonnis.

13.Beslissing

De rechtbank:
verklaart bewezen, dat de verdachte de onder 1, 2, 3, 4, 5 (primair), 6, 7 (primair) en 8 (primair) ten laste gelegde feiten, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert de hiervoor vermelde strafbare feiten;
verklaart de verdachte strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstraf voor de duur van 28 (achtentwintig) maanden,
bepaalt dat van deze gevangenisstraf een gedeelte, groot
4 (vier) maandenniet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten;
verbindt hieraan een proeftijd, die wordt gesteld op
2 (twee) jaren;
tenuitvoerlegging kan worden gelast als de veroordeelde de algemene voorwaarde niet naleeft en ook als de veroordeelde gedurende de proeftijd een bijzondere voorwaarde niet naleeft of een voorwaarde die daaraan van rechtswege is verbonden;
stelt als algemene voorwaarde:
- de veroordeelde zal zich vóór het einde van de proeftijd niet aan een strafbaar feit schuldig maken;
stelt als bijzondere voorwaarden:
de veroordeelde zal zich binnen drie werkdagen na het ingaan van de proeftijd melden bij Reclassering Nederland op het adres Marconistraat 2, 3029 AK Rotterdam. De veroordeelde zal zich blijven melden op afspraken met de reclassering, zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt;
de veroordeelde zal zich laten diagnosticeren en behandelen door de forensische polikliniek De Waag, of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering. De behandeling richt zich op het delictgedrag en het psychosociaal functioneren van de veroordeelde. De behandeling start zodra er een behandelplaats beschikbaar is. De behandeling duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. De veroordeelde zal zich houden aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling. Gelet op de problematiek kan hieronder ook het innemen van medicijnen vallen, als de zorgverlener dat nodig vindt;
de veroordeelde zal op geen enkele wijze - direct of indirect - contact hebben of zoeken met de medeverdachte, zolang het Openbaar Ministerie dit verbod nodig vindt;
de veroordeelde zal zich inspannen voor het vinden en behouden van betaald werk met een vaste structuur. De dagbesteding draagt bij aan het voorkomen van delictgedrag;
de veroordeelde zal meewerken aan het aflossen van zijn schulden en het treffen van afbetalingsregelingen, ook als dit inhoudt meewerken aan schuldhulpverlening in het kader van de Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen. De veroordeelde zal de reclassering inzicht geven in zijn financiën en schulden.
verstaat dat van rechtswege de volgende voorwaarden zijn verbonden aan de hierboven genoemde bijzondere voorwaarden
- de veroordeelde zal ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verlenen aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbieden;
- de veroordeelde zal medewerking verlenen aan reclasseringstoezicht, daaronder begrepen de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht;
geeft aan genoemde reclasseringsinstelling opdracht toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden;
beveelt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover deze tijd niet reeds op een andere vrijheidsstraf in mindering is gebracht;
heft ten aanzien van de inbeslaggenomen en nog niet teruggegeven voorwerpen waarop ex artikel 94 van het Wetboek van Strafvordering thans nog beslag ligt dit beslag op;
veroordeelt de verdachte hoofdelijk met diens mededader, des dat de een betalende de ander zal zijn bevrijd, om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan de [benadeelde partij 1], te betalen een bedrag van
€ 15.519,00 (zegge: vijftienduizendenvijfhonderdnegentien euro), bestaande uit € 15.00,00 aan materiële schade en € 519,00 aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 4 juni 2024 tot aan de dag der algehele voldoening;
veroordeelt de verdachte in de proceskosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden aan de zijde van de benadeelde partij begroot op nihil en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken;
legt aan de verdachte
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van
[benadeelde partij 1]te betalen
€ 15.519,00 (hoofdsom
, zegge: vijftienduizendenvijfhonderdnegentien euro, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 4 juni 2024 tot aan de dag van de algehele voldoening;
bepaalt dat indien volledig verhaal van de hoofdsom van €
15.519,00niet mogelijk blijkt,
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
112 dagen; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;
verstaat dat betaling aan de benadeelde partij, waaronder begrepen betaling door zijn mededader, tevens geldt als betaling aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij en omgekeerd;
veroordeelt de verdachte hoofdelijk met diens mededader, des dat de een betalende de ander zal zijn bevrijd, om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan de [benadeelde partij 2], te betalen een bedrag van
€ 1.100,00 (zegge: elfhonderd euro), bestaande uit € 600,00 aan materiële schade en € 500,00 aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 10 juni 2024 tot aan de dag der algehele voldoening;
veroordeelt de verdachte in de proceskosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden aan de zijde van de benadeelde partij begroot op nihil en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken;
wijst af het door de benadeelde partij meer of anders gevorderde;
legt aan de verdachte
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van
[benadeelde partij 2]te betalen
€ 1.100,00 (hoofdsom
, zegge: elfhonderd euro, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 10 juni 2024 tot aan de dag van de algehele voldoening;
bepaalt dat indien volledig verhaal van de hoofdsom van
€ 1.100,00niet mogelijk blijkt,
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
21 dagen; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;
verstaat dat betaling aan de benadeelde partij, waaronder begrepen betaling door zijn mededader, tevens geldt als betaling aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij en omgekeerd;
wijst af de gevorderde tenuitvoerlegging onder parketnummer 13-029150-23.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.S. Flikweert, voorzitter,
en mrs. C.G. van de Grampel en L.W.M. Hendriks, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. V.J.H. Mooren, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting op de datum die in de kop van dit vonnis is vermeld.
De voorzitter en de jongste rechter, evenals de griffier zijn buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage I
Tekst tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
Feit 1hij op of omstreeks 18 juni 2024 te Barendrecht, althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
ter uitvoering van het door verdachte en/of zijn mededader(s) voorgenomen
misdrijf om met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te
bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid
en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels,
[slachtoffer 1] te bewegen tot de afgifte van enig goed, het verlenen van een dienst,
het ter beschikking stellen van gegevens, het ter beschikking stellen van gegevens,
het aangaan van een schuld en/of het teniet doen van een inschuld,
te weten de afgifte van een pinpas en/of pincode,
- die [slachtoffer 1] heeft gebeld en tijdens dat telefoongesprek heeft gezegd dat getracht
is een bedrag van de rekening van die [slachtoffer 1] af te schrijven en/of
- tegen die [slachtoffer 1] heeft gezegd dat hij, verdachte, een medewerker van ABN
AMRO was en/of
- tegen die [slachtoffer 1] heeft gezegd dat een koerier van de bank langskomt om een
envelop met bankpas en pincode van die [slachtoffer 1] op te halen en/of
- naar de woning van die [slachtoffer 1] is gegaan en/of
- bij die [slachtoffer 1] heeft aangebeld en een envelop heeft opgehaald
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
Feit 2hij op of omstreeks 7 juni 2024, te Zwijndrecht, althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederechtelijk te bevoordelen
(telkens) door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid
en/of door één of meer listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van
verdichtsels
[slachtoffer 2] en/of de Rabobank (telkens) heeft/hebben bewogen tot de afgifte van
enig goed, het verlenen van een dienst, het ter beschikking stellen van gegevens, het
aangaan van een schuld en/of het teniet doen van een inschuld, te weten
afgifte van bankpas(sen) en/of digipas(sen) en/of pincodes en/of inloggegevens
en/of ongeveer EUR 2500,00, althans één of meer (grote) geldbedrag(en) door:
- die [slachtoffer 2] te bellen en/of zich (vervolgens) voor te doen als medewerker van de
Rabobank en/of
- die [slachtoffer 2] te vertellen dat haar pinpas niet meer goed was en/of
- zich naar en in de woning van [slachtoffer 2] te begeven en/of
- zich aan de deur bij die [slachtoffer 2] voor te doen als een medewerker van de
Rabobank en/of
- die [slachtoffer 2] te bewegen tot het afgeven van bankafschriften, pinpas en pincode
en/of
- de bankafschriften, pinpas en pincode van [slachtoffer 2] in ontvangst te nemen en/of
(vervolgens)
- met die goederen en/of gegevens (digitaal) één of meerdere geldbedragen
overgemaakt en/of pinopnames verricht
Feit 3hij op of omstreeks 4 juni 2024, te Heerjansdam, gemeente Zwijndrecht, althans in
Nederland,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederechtelijk te bevoordelen
(telkens) door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid
en/of door één of meer listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van
verdichtsels
[slachtoffer 3] (telkens) heeft bewogen tot de afgifte van enig goed, het verlenen
van een dienst, het ter beschikking stellen van gegevens, het aangaan van een
schuld en/of het teniet doen van een inschuld, te weten
één of meer (grote) geldbedrag(en) van 15.000 euro, in elk geval enig geldbedrag,
althans enig goed, door
- zich in een of meer SMS- en/of WhatsApp-berichten, verzonden naar die
[slachtoffer 3] , tegenover die [slachtoffer 3] voor te doen als zijnde de dochter en/of
- daarbij/daarin aan die [slachtoffer 3] mede te delen/te verzoeken - zakelijk
weergegeven - dat zij een nieuw en/of een ander 06-nummer heeft en/of dat haar
telefoon kapot is en/of geld nodig heeft voor een nieuwe telefoon en/of
- die [slachtoffer 3] te vertellen dat een koerier het geld op komt halen en/of
- zich (telkens) naar de woning van die [slachtoffer 3] te begeven en/of
- zich (telkens) aan de deur bij die [slachtoffer 3] voor te doen als de koerier en/of
- die [slachtoffer 3] (telkens) te bewegen tot het afgeven van enveloppen met een of
meer geldbedragen (tot een totaalbedrag van ongeveer 15.000,00 euro).
Feit 4hij op of omstreeks 10 juni 2024, te Schipluiden, althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
met het oogmerk om zich (telkens) en/of (een) ander(en) wederechtelijk te
bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid
en/of door één of meer listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van
verdichtsels
[slachtoffer 4] (telkens) heeft bewogen tot de afgifte van enig goed, het verlenen van
een dienst, het ter beschikking stellen van gegevens, het aangaan van een schuld
en/of het teniet doen van een inschuld,
te weten de afgifte van een bankpas en/of een pincode en/of gouden sieraden en/of
ongeveer EUR 1001,69, althans één of meer (grote) geldbedrag(en), door
- die [slachtoffer 4] te bellen en/of zich (vervolgens) voor te doen als medewerker van de
Rabobank en/of
- te zeggen dat er fraude is gepleegd op de betaalrekening van die [slachtoffer 4] en/of
- die [slachtoffer 4] te vragen om haar waardevolle spullen af te geven en/of
- naar de pincode van de Rabobank-bankpas van die [slachtoffer 4] te vragen en/of
- die [slachtoffer 4] te vragen om de Rabobank-bankpas en/of sieraden in een envelop te
doen en daarop de betreffende code te schrijven (ten behoeve van afgifte aan een
bankmedewerker) en/of
- (telkens) zich naar de woning van [slachtoffer 4] te begeven en/of daar aan te bellen en/of
- (telkens) enveloppen pinpas en/of pincode en/of sieraden van [slachtoffer 4] in
ontvangst te nemen en/of (vervolgens)
- (telkens) met die pinpas geldbedragen te pinnen
Feit 5hij op of omstreeks 10 juni 2024, te Leidschendam, althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederechtelijk te bevoordelen
door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door
één of meer listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels
[slachtoffer 5] heeft bewogen tot de afgifte van enig goed, het verlenen van een
dienst, het ter beschikking stellen van gegevens, het aangaan van een schuld en/of
het teniet doen van een inschuld, te weten
één of meer (grote) geldbedrag(en) (ongeveer EUR 2.898,00), in elk geval enig
geldbedrag, althans enig goed, door
- zich in een of meer WhatsApp-berichten, verzonden naar die [slachtoffer 5] ,
tegenover die [slachtoffer 5] voor te doen als zijnde de dochter en/of
- die [slachtoffer 5] te vertellen dat een beveiliger het geld op komt halen en/of
- die [slachtoffer 5] haar saldo op de rekening, de pincode en woonadres en/of
- zich naar de woning van die [slachtoffer 5] te begeven en/of
- zich aan de deur bij die [slachtoffer 5] voor te doen als de beveiliger en/of
- die [slachtoffer 5] te bewegen tot het afgeven van een of meer geldbedragen (een
contant geldbedrag van ongeveer 1250,00 euro) en/of
- die [slachtoffer 5] te bewegen tot het afgeven van haar bankpas en/of
- pinpas en/of pincode en/of sieraden van die [slachtoffer 5] in ontvangst te nemen
en/of (vervolgens)
- (telkens) met die pinpas geldbedragen te pinnen (EUR 1148,00 bij de Media Markt
en/of 500 EUR bij een geldautomaat)
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou
kunnen leiden:
hij op of omstreeks 10 juni 2024 te Leidschendam, gemeente
Leidschendam-Voorburg, althans in Nederland,
één of meer geldbedragen, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan
[slachtoffer 5] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft weggenomen
met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte
dat/die weg te nemen goederen onder zijn bereik heeft gebracht door middel van
een valse sleutel, door
- een geldbedrag van EUR 500,00 te pinnen en/of
- een geldbedrag van EUR 1148,00 te betalen bij Media Markt Leidschendam met
een bankpas en bijbehorende pincode op naam van die [slachtoffer 5] ,
tot welke gebruik verdachte niet gerechtigd was.
Feit 6hij op of omstreeks 10 november 2024 te Rotterdam, althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen
door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of
door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels,
[slachtoffer 6] heeft bewogen tot de afgifte van enig goed, het verlenen van een dienst,
het ter beschikking stellen van gegevens, het aangaan van een schuld en/of het
teniet doen van een inschuld, te weten
afgifte van een bankpas en/of pincode en/of een of meer geldbedragen (ongeveer
EUR 480,00),
door
- die [slachtoffer 6] te bellen en/of zich (vervolgens) voor te doen als medewerker van de
Rabobank en/of
- die [slachtoffer 6] te vertellen dat er fraude is gedetecteerd op haar rekeningnummer
en/of
- die [slachtoffer 6] te bewegen om haar pincode te geven en/of haar bankpas in een
envelop te doen en/of
- die [slachtoffer 6] te vertellen dat een koerier van PostNL haar bankpas op komt halen
en/of
- zich naar de woning van die [slachtoffer 6] te begeven en/of
- zich aan de deur bij die [slachtoffer 6] voor te doen als de koerier en/of
- die [slachtoffer 6] te bewegen tot het afgeven van een envelop met haar bankpas en/of
- die pinpas en/of pincode in ontvangst te nemen en/of (vervolgens)
- met die pinpas een geldbedrag (van EUR 480,00) te pinnen bij een geldautomaat
Feit 7hij op of omstreeks 11 november 2024 te Rotterdam, althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen
door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of
door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels,
[slachtoffer 7] heeft bewogen tot de afgifte van enig goed, het verlenen van een dienst,
het ter beschikking stellen van gegevens, het aangaan van een schuld en/of het
teniet doen van een inschuld, te weten afgifte van een bankpas en/of pincode en/of
geldbedragen (ongeveer EUR 790,00), door
- die [slachtoffer 7] te bellen en/of zich (vervolgens) voor te doen als medewerker van de
ING en/of
- die [slachtoffer 7] te vertellen dat zij geskimd is in de Albert Heijn en/of
- die [slachtoffer 7] te bewegen om haar limiet op haar rekening te verhogen en/of haar
pincode te geven en/of haar bankpas in een envelop te doen en/of
- die [slachtoffer 7] te vertellen dat een koerier haar bankpas op komt halen en/of een
koerier een code zal opnoemen en/of
- zich naar de woning van die [slachtoffer 7] te begeven en/of
- zich aan de deur bij die [slachtoffer 7] voor te doen als de koerier en/of
- die [slachtoffer 7] te bewegen tot het afgeven van een envelop met haar bankpas en/of
- die bankpas en/of pincode in ontvangst te nemen en/of (vervolgens)
- met die pinpas een of meerdere geldbedragen te pinnen bij een geld- en of
betaalautomaat (ongeveer EUR 790,00)
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou
kunnen leiden:
hij op of omstreeks 11 november 2024 te Rotterdam, althans in Nederland,
één of meer geldbedragen, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 7]
[slachtoffer 7] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft weggenomen met het
oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte dat/die weg
te nemen goederen onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een valse
sleutel,
door één of meerdere geldbedragen (ongeveer EUR 790,00) te pinnen met een
bankpas en bijbehorende pincode op naam van die [slachtoffer 7] , tot welke gebruik
verdachte niet gerechtigd was.
Feit 8hij op of omstreeks 14 november 2024 te Rotterdam, althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen
door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of
door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels,
[slachtoffer 8] heeft bewogen tot de afgifte van enig goed, het verlenen van een
dienst, het ter beschikking stellen van gegevens, het aangaan van een schuld en/of
het teniet doen van een inschuld, te weten
afgifte van een bankpas en/of pincode van de betaalrekening en/of één of meerdere
geldbedragen (totaalbedrag van ongeveer € 2.218,74)
- die [slachtoffer 8] te bellen en/of zich (vervolgens) voor te doen als medewerker
van de ING en/of
- die [slachtoffer 8] te vertellen dat zij geskimd is en/of
- die [slachtoffer 8] te bewegen om geld (EUR 2540,00) van haar spaar- naar haar
betaalrekening over te maken en/of
- die [slachtoffer 8] te bewegen om geld (EUR 957,00) over te maken op een
bankrekening van Triodos en/of
- die [slachtoffer 8] te bewegen om pincode te geven en/of haar bankpas in een
envelop te doen en/of
- die [slachtoffer 8] te vertellen dat een koerier haar bankpas op komt halen en/of
een koerier een code zal opnoemen en/of
- zich naar de woning van die [slachtoffer 8] te begeven en/of
- zich aan de deur bij die [slachtoffer 8] voor te doen als de koerier en/of
- die [slachtoffer 8] te bewegen tot het afgeven van een envelop met haar bankpas
en/of
- die bankpas en/of pincode in ontvangst te nemen en/of (vervolgens)
- met die pinpas een of meerdere geldbedragen te pinnen bij een geld- en of
betaalautomaat (EUR 480,00 en/of EUR 480,00 en/of EUR 300,00 en/of EUR 1,74)
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou
kunnen leiden:
hij op of omstreeks 14 november 2024 te Rotterdam, althans in Nederland,
één of meer geldbedragen, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 8]
[slachtoffer 8] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft weggenomen met
het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte dat/die
weg te nemen goederen onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een valse
sleutel,
door één of meerdere geldbedragen (totaalbedrag van ongeveer EUR 2.218,74) te
pinnen en/of te betalen met een bankpas en bijbehorende pincode op naam van
die [slachtoffer 8] , tot welke gebruik verdachte niet gerechtigd was.