ECLI:NL:RBROT:2025:12453

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
3 september 2025
Publicatiedatum
23 oktober 2025
Zaaknummer
71/337745-23
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bewezenverklaring van het medeplegen van witwassen met gevangenisstraf

Op 3 september 2025 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van het medeplegen van witwassen, meermalen gepleegd. De verdachte, geboren in 1996 en ingeschreven in de basisregistratie op een adres in Nederland, werd bijgestaan door zijn raadsman, mr. M. van Stratum. Tijdens de zitting werd een overeenkomst tussen het Openbaar Ministerie en de verdachte besproken, waarin procesafspraken waren gemaakt over de afdoening van de strafzaak. De verdachte heeft afstand gedaan van al het beslag, met uitzondering van een Rolex horloge, en heeft ingestemd met de procesafspraken. De officier van justitie vorderde een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 32 maanden, wat door de rechtbank werd opgelegd. De rechtbank oordeelde dat de verdachte vrijwillig en met voldoende informatie heeft ingestemd met de procesafspraken en dat er sprake was van een eerlijk proces, zoals vereist door artikel 6 van het EVRM. De rechtbank achtte het ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen, waarbij de verdachte zich schuldig had gemaakt aan het witwassen van grote geldbedragen over een periode van zes jaar. De rechtbank heeft de ernst van het feit en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte in overweging genomen bij het bepalen van de straf. Uiteindelijk werd de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 32 maanden, met aftrek van de tijd die hij in voorarrest heeft doorgebracht.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team straf 3
Parketnummer: 71/337745-23
Datum uitspraak: 3 september 2025
Tegenspraak
Verkort vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] ( [geboorteland] ) op [geboortedatum] 1996,
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres:
[adres] , [postcode] te [woonplaats] ,
raadsman mr. M. van Stratum, advocaat te Den Haag.

1.Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzitting van 3 september 2025.

2.Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding. De tekst van de tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3.Procesafspraken

Totstandkoming
Het Openbaar Ministerie en de verdachte, bijgestaan door zijn raadsman, hebben een overeenkomst gesloten waarbij procesafspraken zijn gemaakt over de afdoening van deze strafzaak. De rechtbank is niet betrokken geweest bij de totstandkoming daarvan.
Tijdens de zitting heeft de rechtbank de gemaakte afspraken met de verdachte, zijn raadsman en de officier van justitie mr. P.J.A. Huttenhuis besproken. De procesafspraken houden in dat de verdachte afstand zal doen van al het beslag, met uitzondering van het Rolex horloge, dat de inhoudelijke behandeling op 3 september 2025 zal plaatsvinden, dat de verdachte in persoon ter zitting aanwezig zal zijn, dat de verdediging geen onderzoekswensen zal indienen en al ingediende onderzoekswensen zal intrekken en geen rechtmatigheids-, bewijs- of niet-ontvankelijkheidsverweren zal voeren, en dat de verdachte zich niet aan de tenuitvoerlegging van de straf zal onttrekken. Verder houden de procesafspraken in dat de officier van justitie ter terechtzitting de volgende straf zal vorderen: een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 32 maanden, met aftrek van de tijd die de verdachte in voorarrest heeft doorgebracht. Ook zien beide partijen af van het instellen van hoger beroep indien de strafoplegging door de rechtbank conform de procesafspraken plaatsvindt.
Op de zitting is aan de orde geweest of de verdachte vrijwillig heeft ingestemd met de procesafspraken en of hij zich bewust is van de inhoud en de (mogelijke) gevolgen van de procesafspraken. De verdachte heeft daarover verklaard dat hij betrokken is geweest bij de totstandkoming van deze procesafspraken en dat hij goed begrijpt wat de gemaakte afspraken inhouden en welke gevolgen deze voor hem en zijn strafzaak hebben.
Oordeel rechtbank
Gelet op het voorgaande is de rechtbank tot de overtuiging gekomen dat de verdachte vrijwillig, op basis van voldoende en duidelijke informatie en terwijl hij zich bewust was van de rechtsgevolgen, is gekomen tot de ondubbelzinnige beslissing om mee te werken aan het afdoeningsvoorstel en de daarmee gepaard gaande afstand van verdedigingsrechten.
Ook overigens is sprake van een eerlijk proces en wordt voldaan aan de eisen die artikel 6 van het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM) hiervoor stelt.
De beantwoording van de vragen van artikel 348 en 350 van het Wetboek van Strafvordering in deze strafzaak is leidend. Die beantwoording volgt hierna.

4.Waardering van het bewijs

4.1.
Vordering officier van justitie en standpunt verdediging
De officier van justitie heeft overeenkomstig de procesafspraken gevorderd dat het ten laste gelegde bewezen wordt verklaard.
De verdediging heeft gerefereerd aan de inhoud van de procesafspraken en heeft de rechtbank verzocht deze te volgen.
4.2.
Bewezenverklaring zonder nadere motivering
Nu de verdediging geen verweer heeft gevoerd dat strekt tot vrijspraak en de rechtbank het ten laste gelegde op grond van de bewijsmiddelen wettig en overtuigend bewezen acht, zal het feit zonder nadere bespreking bewezen worden verklaard.
4.3.
Bewezenverklaring
Wettig en overtuigend is bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan op die wijze dat:
hij op
een ofmeer tijdstippen in
/of omstreeksde periode van 01 augustus 2018 tot en met 05 november 2024, te Rotterdam en/of (elders) in Nederland en/of Suriname,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen
, althans alleen, van het plegen van witwassen een gewoonte heeft gemaakt, althanszich meermalig
, in ieder geval eenmalig,schuldig heeft gemaakt aan witwassen,
hierin bestaande dat hij, verdachte en/of zijn mededader(s), van een of meerdere voorwerp(en), te weten:
- een geldbedrag van 4.100 euro en
/of (luxe) goederen, te weteneen Rolex, aangetroffen in het Mercure hotel Groningen, kamer 205, en
/of
- een personenauto, merk Volkswagen, kenteken [kentekennummer] , en
/of
- een bedrag aan 236.597,76 USDT (aangetroffen op [naam] ), en
/of
- een geldbedrag van 1.412.175 euro en/of dollar (middels ondergronds bankieren in de periode 01 augustus 2018 tot en met 05 november 2024), en
/of
- een geldbedrag van 4.098.115 euro en/of 593.299 dollar (middels ondergronds bankieren in de periode 04 maart 2024 tot 15 augustus 2024), en
/of
- een geldbedrag van 2.813.600 euro en/of dollar (middels ondergronds bankieren in de periode 09 mei 2024 tot 17 september 2024), en
/of
- een geldbedrag van 7.448.399 euro en/of dollar (middels ondergronds bankieren in de periode 09 mei 2024 tot 17 september 2024),
althans van enig
(e
)voorwerp
(en
)
de werkelijke aard en/of de herkomst en/of de vindplaats en/of de vervreemding en/of verplaatsing heeft verborgen en/of verhuld, en/of verborgen en/of verhuld heeft wie de rechthebbenden
(n)op bovenomschreven voorwerp
(en
)is/was en/of wie bovenomschreven voorwerp
(en
)voorhanden heeft/hebben (gehad),
en/of
dit/deze voorwerp
(en
)heeft verworven en/of voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen en/of heeft omgezet en/of van bovenomschreven voorwerp
(en
)gebruik heeft gemaakt,
terwijl hij en/of zijn mededader(s) wist(en), althans redelijkerwijs had(den) moeten vermoeden, dat
dat/die voorwerp
(en
)onmiddellijk of middellijk afkomstig
was/waren uit enig misdrijf.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.
De overtuiging dat de verdachte het bewezen verklaarde heeft begaan is gegrond op de redengevende inhoud van het voorgaande en op de inhoud van de wettige bewijsmiddelen, houdende tot bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Het vonnis zal in die gevallen waarin de wet dit vereist worden aangevuld met een later bij dit vonnis te voegen bijlage met daarin de inhoud dan wel de opgave van de bewijsmiddelen.

5.Strafbaarheid feit

Het bewezen feit levert op:
medeplegen van witwassen, meermalen gepleegd.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het feit uitsluiten.

6.Strafbaarheid verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit. De verdachte is dus strafbaar.

7.Motivering straf

7.1.
Algemene overweging
De straf die aan de verdachte wordt opgelegd, is gegrond op de ernst van het feit, de omstandigheden waaronder het feit is begaan en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
7.2.
Feit waarop de straf is gebaseerd
De verdachte heeft samen met anderen zeer grote geldbedragen witgewassen, waarbij hij een coördinerende rol heeft gehad. Witwassen, dat in feite neerkomt op crimineel ondergronds bankieren, faciliteert de onderliggende criminaliteit en tast het vertrouwen aan dat men moet kunnen hebben in het financieel-economische verkeer. Daarmee wordt tevens het legale handelsverkeer ondermijnd en gecorrumpeerd.
7.3.
Persoonlijke omstandigheden van de verdachte
7.3.1.
Strafblad
De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel uit de justitiële documentatie van 13 maart 2025, waaruit blijkt dat de verdachte niet eerder is veroordeeld voor soortgelijke strafbare feiten.
7.3.2.
Rapportages
Reclassering Nederland heeft een rapport over de verdachte opgemaakt, gedateerd 20 maart 2025. Dit rapport houdt onder meer het volgende in.
De verdachte heeft de Surinaamse nationaliteit en is naar Nederland gekomen om te studeren aan de Universiteit van Amsterdam. Hij is een
first offender. Op basis van het verhaal van de verdachte kan de reclassering geen risicofactoren aanwijzen. Daarnaast kunnen zij, vanwege zijn proceshouding, geen criminogene factoren aanwijzen waarop eventuele interventies zich zouden moeten richten. Daarom kan de reclassering niet adviseren over eventuele voorwaarden. De rechtbank heeft acht geslagen op dit rapport.
7.4.
Conclusies van de rechtbank
Gelet op hetgeen de rechtbank hierboven heeft overwogen, komt zij tot de volgende conclusies.
Gezien de ernst van het feit kan niet anders worden gereageerd dan met het opleggen van een gevangenisstraf. Bij de bepaling van de duur van de gevangenisstraf heeft de rechtbank acht geslagen op straffen die in soortgelijke zaken plegen te worden opgelegd. Zij heeft daarbij met name gekeken naar het totaal van de witgewassen bedrag en de lange periode (zes jaar) waarin de verdachte zich daarmee heeft bezig gehouden.
Alles afwegend acht de rechtbank de door de officier van justitie overeenkomstig de procesafspraken geëiste straffen passend en geboden.
Aan de verdachte wordt daarom opgelegd een gevangenisstraf voor de duur van 32 maanden, met aftrek van de tijd die hij in voorarrest heeft doorgebracht.
Tenuitvoerlegging van de op te leggen gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat aan de verdachte voorwaardelijke invrijheidstelling wordt verleend als bedoeld in artikel 6:2:10 Sv.

8.In beslag genomen voorwerpen

Ter zitting heeft de verdachte bevestigd dat hij afstand doet van alle onder hem in beslag genomen voorwerpen zoals vermeld op de overgelegde lijst, met uitzondering van het Rolex horloge. Dit zal worden geretourneerd. Dit brengt met zich dat er geen beslag meer ligt waarover de rechtbank een beslissing moet nemen.

9.Toepasselijke wettelijke voorschriften

Gelet is op de artikelen 47 en 420ter van het Wetboek van Strafrecht.

10.Bijlagen

De in dit vonnis genoemde bijlagen maken deel uit van dit vonnis.

11.Beslissing

De rechtbank:
verklaart bewezen, dat de verdachte het ten laste gelegde feit, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert het hiervoor vermelde strafbare feit;
verklaart de verdachte strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstraf voor de duur van 32 (tweeëndertig) maanden;
beveelt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover deze tijd niet reeds op een andere vrijheidsstraf in mindering is gebracht.
Dit vonnis is gewezen door mr. E.M. Havik, voorzitter,
en mrs. I. Bouter en A.B. Baumgarten, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. E.F. Meekhof, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting op de datum die in de kop van dit vonnis is vermeld.
De oudste rechter en de jongste rechter zijn buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage I
Tekst tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
hij op een of meer tijdstippen in/of omstreeks de periode van 01 augustus 2018 tot en met 05 november 2024, te Rotterdam en/of (elders) in Nederland en/of Suriname,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, van het plegen van witwassen een gewoonte heeft gemaakt, althans zich meermalig, in ieder geval eenmalig, schuldig heeft gemaakt aan witwassen,
hierin bestaande dat hij, verdachte en/of zijn mededader(s), van een of meerdere voorwerp(en), te weten:
- een geldbedrag van 4.100 euro en/of (luxe) goederen, te weten een Rolex, aangetroffen in het Mercure hotel Groningen, kamer 205, en/of
- een personenauto, merk Volkswagen, kenteken [kentekennummer] , en/of
- een bedrag aan 236.597,76 USDT (aangetroffen op [naam] ), en/of
- een geldbedrag van 1.412.175 euro en/of dollar (middels ondergronds bankieren in de periode 01 augustus 2018 tot en met 05 november 2024), en/of
- een geldbedrag van 4.098.115 euro en/of 593.299 dollar (middels ondergronds bankieren in de periode 04 maart 2024 tot 15 augustus 2024), en/of
- een geldbedrag van 2.813.600 euro en/of dollar (middels ondergronds bankieren in de periode 09 mei 2024 tot 17 september 2024), en/of
- een geldbedrag van 7.448.399 euro en/of dollar (middels ondergronds bankieren in de periode 09 mei 2024 tot 17 september 2024),
althans van enig(e) voorwerp(en)
de werkelijke aard en/of de herkomst en/of de vindplaats en/of de vervreemding en/of verplaatsing heeft verborgen en/of verhuld, en/of verborgen en/of verhuld heeft wie de rechthebbenden(n) op bovenomschreven voorwerp (en) is/was en/of wie bovenomschreven voorwerp(en) voorhanden heeft/hebben (gehad),
en/of
dit/deze voorwerp(en) heeft verworven en/of voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen en/of heeft omgezet en/of van bovenomschreven voorwerp(en) gebruik heeft gemaakt,
terwijl hij en/of zijn mededader(s) wist(en), althans redelijkerwijs had(den) moeten vermoeden, dat dat/die voorwerp(en) onmiddellijk of middellijk afkomstig was/waren uit enig misdrijf.
(Art. 420 bis/ter Wetboek van Strafrecht)
(art 420bis lid 1 ahf/ond a Wetboek van Strafrecht, art 420bis lid 1 ahf/ond b Wetboek van Strafrecht, art 420ter lid 1 Wetboek van Strafrecht, art 420ter lid 2 Wetboek van Strafrecht, art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht)