ECLI:NL:RBROT:2025:1256

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
6 januari 2025
Publicatiedatum
31 januari 2025
Zaaknummer
C/10/690158 / KG ZA 24-1139
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing van contact- en straatverbod in kort geding tussen ex-partners met minderjarige kinderen

In deze zaak, die op 6 januari 2025 door de Rechtbank Rotterdam is behandeld, vordert de vrouw, eiseres, een contactverbod en een straatverbod tegen de man, gedaagde, met wie zij tot 28 november 2018 gehuwd is geweest. De partijen zijn ouders van twee minderjarige kinderen, die op dit moment dertien en zeven jaar oud zijn. De vrouw heeft aangegeven dat er meerdere incidenten van geweld en dreiging door de man hebben plaatsgevonden, wat heeft geleid tot een gespannen situatie. De politie en Veilig Thuis zijn betrokken bij de situatie. De man heeft geen verweer gevoerd tegen de vorderingen van de vrouw, maar wenst wel contact met de kinderen te behouden.

De voorzieningenrechter heeft de vorderingen van de vrouw toegewezen voor de duur van zes maanden, met de voorwaarde dat de vrouw zo snel mogelijk een verzoekschrift tot wijziging van de zorgregeling indient. De vrouw is gemachtigd om het straatverbod te laten uitvoeren met behulp van de sterke arm van politie en justitie. De vordering om een dwangsom op te leggen aan de man is afgewezen. De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat er voldoende aanleiding is voor het opleggen van de verboden, gezien de dreiging van toekomstig onrechtmatig handelen van de man. De situatie is als ernstig en onvoorspelbaar beoordeeld, wat de noodzaak van de maatregelen rechtvaardigt.

Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de verboden onmiddellijk van kracht zijn, en de proceskosten zijn gecompenseerd. De vrouw heeft de machtiging gekregen om de tenuitvoerlegging van het vonnis te bewerkstelligen indien de man zich niet aan de verboden houdt. Dit vonnis benadrukt de noodzaak van bescherming voor de vrouw en de kinderen in het licht van de onveilige situatie.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK ROTTERDAM

Team handel en haven
zaaknummer / rolnummer: C/10/690158 / KG ZA 24-1139
Vonnis in kort geding van 6 januari 2025
in de zaak van
[eiseres],
wonende te Alblasserdam,
eiseres,
advocaat mr. C.E. Koopmans te Dordrecht,
tegen
[gedaagde],
wonende te Dordrecht,
gedaagde,
verschenen in persoon.
Partijen worden hierna de vrouw en de man genoemd.

1.Waar gaat deze zaak over?

1.1.
Partijen zijn met elkaar gehuwd geweest tot 28 november 2018. Zij zijn de ouders van twee minderjarige kinderen, die op dit moment dertien en zeven jaar oud zijn. Partijen hebben nog tot 2021 samen in de voormalig echtelijke huurwoning (hierna: de woning) gewoond. Daarna is de man ergens anders gaan wonen. De situatie tussen partijen is al langere tijd zeer gespannen. Meerdere keren is sprake geweest van geweld en dreiging door de man tegen de vrouw en de kinderen. Deze incidenten vonden plaats in en rondom de woning. De politie is bij het gezin betrokken en ook Veilig Thuis is inmiddels ingeschakeld. De vrouw vordert in deze zaak dat aan de man een contactverbod en een straatverbod wordt opgelegd. De man voert hiertegen geen verweer. Hij wil echter niet dat de verboden ten koste gaan van zijn contact met de kinderen.
1.2.
De voorzieningenrechter wijst deze vorderingen toe voor de duur van zes maanden vanaf de betekening van dit vonnis, onder de voorwaarde dat de vrouw zo snel mogelijk een verzoekschrift tot wijziging zorgregeling indient bij team familie van deze rechtbank. De vrouw wordt gemachtigd het straatverbod te laten uitvoeren met behulp van de sterke arm van politie en justitie. De vrouw vordert ook dat aan de man een dwangsom wordt opgelegd, maar die wordt afgewezen. Dit alles wordt hierna uitgelegd.

2.De procedure

2.1.
Het procesdossier bestaat uit de dagvaarding van 11 december 2024 met producties 1 tot en met 6.
2.2.
De mondelinge behandeling vond op 16 december 2024 plaats. De vrouw verscheen daar met haar advocaat. De man is in persoon verschenen.

3.De beoordeling

3.1.
Het spoedeisend belang volgt uit de aard van de vordering.
3.2.
Voor het toewijzen van een contactverbod moet in elk geval een reële dreiging bestaan van toekomstig onrechtmatig handelen van de man tegenover de vrouw. Voor een straatverbod geldt dat dit een inbreuk vormt op het aan eenieder toekomend recht om zich vrij te verplaatsen. Voor het toewijzen van zo’n ingrijpende maatregel moet sprake zijn van in hoge mate aannemelijke feiten en omstandigheden die zo'n inbreuk kunnen rechtvaardigen.
3.3.
De voorzieningenrechter is van oordeel dat de situatie tussen partijen de oplegging van een contactverbod èn een straatverbod rechtvaardigt.
Volgens de vrouw zijn er de afgelopen tijd meerdere incidenten in en rondom de woning geweest waarbij de man dreiging en geweld heeft gebruikt tegen de vrouw en ook tegen de kinderen. De man is door zijn verslavingsproblematiek erg onvoorspelbaar in zijn gedrag. Hij wordt vanuit het niets zeer agressief tegen de vrouw en de kinderen. Dit leidt bij hen tot grote stress en angst. De man probeert ook telkens contact te hebben met de vrouw en stuurt haar veel en vaak dreigende mails, appjes en sms’jes. De man heeft dit niet weersproken. Hij heeft ter zitting uitgelegd dat het hem ook beter lijkt dat de vrouw en hij voorlopig geen contact hebben en afstand van elkaar houden. De man wil zijn problemen oplossen. Hij heeft ter zitting verteld dat hij zich laat behandelen voor zijn verslaving. Vanaf 17 december 2024 wordt de man twee weken opgenomen in een afkickkliniek. Hij hoopt daarna verdere stappen te kunnen zetten ter verbetering van de situatie tussen hem en de vrouw en kinderen.
3.4.
De voorzieningenrechter wijst de vordering van de vrouw tot het opleggen van een contactverbod en een straatverbod toe. De duur van deze verboden wordt in verband met de eisen van proportionaliteit beperkt tot zes maanden.
3.5.
De vordering om de man te verbieden de vrouw haar persoonlijk te benaderen wordt afgewezen. Toewijzing van het straatverbod voorziet al in wat de vrouw met deze vordering wil bereiken. Zij heeft daarom geen belang bij toewijzing ervan.
3.6.
De voorzieningenrechter verbindt aan het straatverbod de voorwaarde dat de vrouw binnen twee weken na betekening van dit vonnis een verzoekschrift tot wijziging zorgregeling indient bij team familie van deze rechtbank. In het belang van de kinderen moet worden onderzocht of en op welke manier zij contact met de vader kunnen hebben. Partijen verschillen daarover van mening. De vrouw wil dat het contact tussen de man en de kinderen wordt opgeschort. De man wil contact met de kinderen blijven houden. Dit geschil hoort thuis bij de kinderrechter in een bodemprocedure. In die procedure kan worden betrokken dat de man gesprekken heeft gehad met de hulpverleners van Veilig Thuis en dat er recent proefcontacten zijn geweest tussen de man en de kinderen. Overigens is de zorgregeling die partijen in het kader van de echtscheiding in hun ouderschapsplan hebben opgenomen verouderd en daardoor niet meer uitvoerbaar, wat het belang van genoemde voorwaarde nog verder onderstreept.
3.7.
De vrouw vordert een machtiging met behulp van de sterke arm van politie en justitie het contact- en straatverbod te kunnen laten uitvoeren, als de man zich daar niet aan houdt. De voorzieningenrechter wijst deze vordering toe ten aanzien van het straatverbod en acht dat voldoende prikkel tot nakoming. De gevorderde dwangsom wordt daarom afgewezen. De gevorderde machtiging is ter zake van het contactverbod praktisch gezien onuitvoerbaar en wordt daarom afgewezen.
3.8.
De voorzieningenrechter ziet geen aanleiding om af te wijken van het uitgangspunt dat in zaken tussen ex-partners de proceskosten worden gecompenseerd.
3.9.
Dit vonnis wordt uitvoerbaar bij voorraad verklaard. De vordering daartoe is niet weersproken en het straat- en contactverbod heeft alleen zin als deze snel van kracht zijn.

4.De beslissing

De voorzieningenrechter:
4.1.
verbiedt de man om gedurende zes maanden na betekening van dit vonnis op enigerlei wijze, schriftelijk of mondeling en direct of indirect, met de vrouw in contact te treden;
4.2.
verbiedt de man om gedurende zes maanden na betekening van dit vonnis zich te bevinden of begeven in de directe nabijheid van de woning van de vrouw te [adres], welke straat wordt begrenst door de [straatnaam 1] en de [straatnaam 2], onder de voorwaarde dat de vrouw binnen twee weken na betekening van dit vonnis een verzoekschrift tot wijziging zorgregeling indient bij team familie van deze rechtbank;
4.3.
machtigt de vrouw om met behulp van de sterke arm van politie en justitie de tenuitvoerlegging van dit vonnis te bewerkstelligen, indien de man in gebreke blijft aan het verbod onder 4.2. van dit vonnis te voldoen;
4.4.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
4.5.
compenseert de proceskosten in die zin dat iedere partij de eigen kosten betaalt;
4.6.
wijst al het andere af.
Dit vonnis is gewezen door mr. P. de Bruin en in het openbaar uitgesproken op 6 januari 2025.3820/2009