ECLI:NL:RBROT:2025:1256
Rechtbank Rotterdam
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Toewijzing van contact- en straatverbod in kort geding tussen ex-partners met minderjarige kinderen
In deze zaak, die op 6 januari 2025 door de Rechtbank Rotterdam is behandeld, vordert de vrouw, eiseres, een contactverbod en een straatverbod tegen de man, gedaagde, met wie zij tot 28 november 2018 gehuwd is geweest. De partijen zijn ouders van twee minderjarige kinderen, die op dit moment dertien en zeven jaar oud zijn. De vrouw heeft aangegeven dat er meerdere incidenten van geweld en dreiging door de man hebben plaatsgevonden, wat heeft geleid tot een gespannen situatie. De politie en Veilig Thuis zijn betrokken bij de situatie. De man heeft geen verweer gevoerd tegen de vorderingen van de vrouw, maar wenst wel contact met de kinderen te behouden.
De voorzieningenrechter heeft de vorderingen van de vrouw toegewezen voor de duur van zes maanden, met de voorwaarde dat de vrouw zo snel mogelijk een verzoekschrift tot wijziging van de zorgregeling indient. De vrouw is gemachtigd om het straatverbod te laten uitvoeren met behulp van de sterke arm van politie en justitie. De vordering om een dwangsom op te leggen aan de man is afgewezen. De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat er voldoende aanleiding is voor het opleggen van de verboden, gezien de dreiging van toekomstig onrechtmatig handelen van de man. De situatie is als ernstig en onvoorspelbaar beoordeeld, wat de noodzaak van de maatregelen rechtvaardigt.
Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de verboden onmiddellijk van kracht zijn, en de proceskosten zijn gecompenseerd. De vrouw heeft de machtiging gekregen om de tenuitvoerlegging van het vonnis te bewerkstelligen indien de man zich niet aan de verboden houdt. Dit vonnis benadrukt de noodzaak van bescherming voor de vrouw en de kinderen in het licht van de onveilige situatie.