ECLI:NL:RBROT:2025:12589

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
9 oktober 2025
Publicatiedatum
27 oktober 2025
Zaaknummer
FT RK 25/803
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing van een verzoek tot gedwongen schuldregeling in het kader van de schuldsaneringsregeling

In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 9 oktober 2025 uitspraak gedaan in een verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling, ingediend door een verzoeker met een aanzienlijke schuldenlast. De verzoeker had een schuldregeling aangeboden aan zijn schuldeisers, waarbij hij een percentage van zijn schulden wilde aflossen. De schuldeisers, waaronder Ziggo, Esso en Odido, hebben echter geweigerd in te stemmen met deze regeling, omdat zij van mening waren dat de verzoeker niet het maximaal haalbare had aangeboden en dat hij niet voldoende had aangetoond dat hij arbeidsongeschikt was. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verzoeker geen medische stukken had overgelegd ter onderbouwing van zijn arbeidsongeschiktheid en dat zijn huidige afloscapaciteit niet voldoende was om de schuldeisers te overtuigen van de haalbaarheid van de aangeboden regeling. De rechtbank oordeelde dat de belangen van de schuldeisers zwaarder wogen dan die van de verzoeker en heeft het verzoek om de schuldeisers te bevelen in te stemmen met de schuldregeling afgewezen. De rechtbank zal in een aparte beslissing op het verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling beslissen.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team insolventie
rekestnummer: [nummer]
uitspraakdatum: 9 oktober 2025
afwijzen gedwongen schuldregeling
in de zaak van:
[verzoeker],
wonende te [adres]
[postcode] [woonplaats],
verzoeker.

1.De procedure

Verzoeker heeft op 16 mei 2025, tezamen met een verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling, een verzoek ingevolge artikel 287a lid 1 Faillissementswet ingediend om een vijftal schuldeisers, te weten:
  • Odido Netherlands B.V., in behandeling bij LAVG Gerechtsdeurwaarders, (hierna te noemen: Odido);
  • Esso Rotterdam, in behandeling bij LAVG Gerechtsdeurwaarders (hierna te noemen Esso);
  • Ziggo Services B.V., in behandeling bij LAVG Gerechtsdeurwaarders (hierna te noemen: Ziggo);
  • GVV Networks;
  • Hoist Finance AB in behandeling bij Bazuin & Partners (hierna te noemen: Hoist Finance)
die weigeren mee te werken aan een door verzoeker aangeboden schuldregeling, te bevelen in te stemmen met deze schuldregeling.
Ziggo, Esso en Odido hebben voorafgaand aan de zitting een (gezamenlijk) verweerschrift ingediend.
Ter zitting van 25 september 2025 zijn verschenen en gehoord:
  • verzoeker;
  • mevrouw P.S. Kootstra, werkzaam bij Geldplein (hierna te noemen: schuldhulpverlening);
  • de heer T.L. Laros, werkzaam bij Laros Beheer (hierna te noemen: beschermingsbewindvoerder).
De weigerende schuldeisers zijn, hoewel daartoe behoorlijk opgeroepen, niet verschenen.
De uitspraak is bepaald op heden.

2.Het verzoek

Verzoeker heeft volgens het ingediende verzoekschrift tweeëntwintig schuldeisers, waarvan twee preferente schuldeisers met zeven vorderingen en twintig concurrente schuldeisers met vierentwintig vorderingen. Deze schuldeisers hebben in totaal een bedrag van € 58.998,39 van verzoeker te vorderen. Verzoeker heeft bij brief van 13 februari 2025 een schuldregeling aangeboden aan zijn schuldeisers, inhoudende een betaling van 1,9% aan de preferente schuldeisers en 0,95% aan de concurrente schuldeisers tegen finale kwijting.
Het aangeboden akkoord heeft de volgende inhoud en achtergrond. De aangeboden regeling is gebaseerd op de NVVK-norm. De afloscapaciteit van verzoeker is gebaseerd op ongewijzigde voortzetting van zijn PW-uitkering. Volgens de aangeboden schuldregeling wordt het aangeboden percentage – door middel van een door schuldhulpverlening ter beschikking gesteld saneringskrediet – in één keer aan de schuldeisers uitgekeerd. Verzoeker heeft zich op het standpunt gesteld dat hij al het mogelijke heeft gedaan om het aangeboden percentage aan zijn schuldeisers aan te bieden. Verzoeker heeft verklaard dat hij in 2018 een bedrijfsongeval heeft gehad, waardoor hij zwaar hoofdletsel heeft opgelopen en daardoor niet in staat is om te werken. Verzoeker zou in afwachting zijn van een medische keuring in maart 2025, maar verzoeker heeft ter zitting verklaard dat hij nog steeds wacht op de beslissing. Verzoeker heeft sinds de aanmelding bij schuldhulpverlening geen nieuwe schulden of achterstanden meer laten ontstaan en zijn vaste lasten worden inmiddels door zijn budgetbeheerder voldaan.
Zeventien schuldeisers (met in totaal zesentwintig vorderingen) stemmen met de aangeboden schuldregeling in. Odido, Esso, Ziggo, GVV Networks en Hoist Finance stemmen hier niet mee in. Zij hebben een vordering van respectievelijk € 1.525,20, € 54,51, € 1.337,61, € 1.694,00 en € 229,26 op verzoeker.

3.Het verweer

Ziggo, Odido en Esso hebben een (deels gezamenlijk) verweerschrift ingediend. Ten aanzien van Esso wordt het verweer aangevoerd dat verzoeker heeft getankt zonder te betalen en dat daarom sprake is van brandstofdiefstal. Bovendien is dit niet de enige keer dat verzoeker niet heeft betaald, er stonden eerder ook al vier andere vorderingen open omdat verzoeker heeft getankt zonder te betalen. Deze vordering is niet te goeder trouw ontstaan en verzoeker komt daarom niet in aanmerking voor de WSNP.
Ziggo, Odido en Esso voeren gezamenlijk het verweer dat verzoeker niet het maximaal haalbare heeft aangeboden. Verzoeker heeft immers een saneringskrediet aangeboden waarbij de afloscapaciteit berekend is op het huidige inkomen van verzoeker uit Participatiewet-uitkering. Verzoeker heeft niet aangetoond dat hij de komende 18 maanden niet kan werken en daarmee een hoger inkomen kan genereren. Een saneringskrediet ligt in dit geval niet voor de hand. Ziggo, Odido en Esso wijzen er daarbij op dat in de schuldsaneringsregeling wettelijke waarborgen bestaan om te verzekeren dat verzoeker zich maximaal inspant om zoveel mogelijk baten voor zijn schuldeisers te verwerven.
Hoewel behoorlijk opgeroepen hebben GVV Networkd en Hoist Finance AB geen gebruik gemaakt van de mogelijkheid hun standpunten ter zitting toe te lichten.

4.De beoordeling

Uitgangspunt is dat het iedere schuldeiser in beginsel vrij staat om te verlangen dat 100% van zijn vordering, vermeerderd met rente, wordt voldaan. Nu de aangeboden regeling voorziet in een lagere uitkering dan de volledige vordering, staat het belang van Odido, Esso, Ziggo, GVV Networks en Hoist Finance bij hun weigering vast.
Het draait in deze procedure om de vraag of Odido, Esso, Ziggo, GVV Networks en Hoist Finance in redelijkheid tot weigering van instemming met de schuldregeling hebben kunnen komen, in aanmerking genomen de onevenredigheid tussen het belang dat zij hebben bij uitoefening van de bevoegdheid tot weigering en de belangen van verzoeker of de overige schuldeisers die door de weigering worden geschaad.
Dit is het geval. Het is namelijk onvoldoende aannemelijk dat het voorstel het uiterste is waartoe verzoeker in staat moet worden geacht.
Het aanbod betreft een saneringskrediet gebaseerd op de huidige inkomsten uit hoofde van een PW-uitkering. Uit het verzoekschrift en het verhandelde ter zitting is onvoldoende duidelijk geworden dat verzoeker niet in staat zou zijn om (minimaal) 36 uur per week te werken. Verzoeker heeft in 2018 een bedrijfsongeval gehad. Verzoeker heeft echter geen medische stukken overgelegd, waaruit blijkt dat hij volledig arbeidsongeschikt is. De rechtbank kan dus niet zonder meer vaststellen dat de huidige afloscapaciteit van verzoeker blijvend is.
Op grond van het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat de belangen van Odido, Esso, Ziggo, GVV Networks en Hoist Finance als weigerende schuldeiser zwaarder wegen dan die van verzoeker of de overige schuldeisers. Het verzoek om Odido, Esso, Ziggo, GVV Networks en Hoist Finance te bevelen in te stemmen met de door verzoeker aangeboden schuldregeling wordt daarom afgewezen.
De rechtbank zal bij afzonderlijke beslissing op het verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling beslissen.

5.De beslissing

De rechtbank:
- wijst af het verzoek om een gedwongen schuldregeling te bevelen.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.T.P. Pot, rechter, en in aanwezigheid van
mr. N.A. Masrom, griffier, in het openbaar uitgesproken op 9 oktober 2025.