ECLI:NL:RBROT:2025:12606
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Weigering subsidie op grond van de Subsidieregeling coronabanen in de zorg 2022
In deze uitspraak van de Rechtbank Rotterdam, gedateerd op 21 oktober 2025, zijn de beroepen van eisers ongegrond verklaard. De zaak betreft de weigering van subsidie door de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport op basis van de Subsidieregeling coronabanen in de zorg 2022. Eisers, die geen zorgaanbieder zijn in de zin van de regeling, hebben bezwaar gemaakt tegen de besluiten van de minister. De rechtbank heeft vastgesteld dat de minister terecht heeft geoordeeld dat het verlenen van kinderopvang aan kinderen met een SMI-indicatie niet kan worden aangemerkt als jeugdhulp volgens de Jeugdwet. De rechtbank heeft het procesverloop en de relevante feiten uiteengezet, waarbij is vastgesteld dat eisers niet voldoen aan de voorwaarden van de Subsidieregeling. De rechtbank concludeert dat de minister op goede gronden heeft geweigerd om subsidie te verlenen, omdat eisers niet hebben aangetoond dat zij zorgaanbieders zijn. De uitspraak benadrukt de scheiding tussen kinderopvang en jeugdhulp, en bevestigt dat de opvang voor kinderen met een SMI-indicatie niet onder de definitie van jeugdhulp valt. De rechtbank heeft de beroepen van eisers ongegrond verklaard, wat betekent dat de bestreden besluiten in stand blijven en eisers geen recht hebben op terugbetaling van griffierechten of proceskosten.