Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
uitspraak van de meervoudige kamer van 23 oktober 2025 in de zaak tussen
[naam eiser] , h.o.d.n. [handelsnaam] , uit [plaats] , eiser
Samenvatting
.De minister heeft zich op goede gronden op het standpunt gesteld dat uit de door eiser overgelegde stukken niet kan worden opgemaakt dat de subsidiabele activiteiten zijn verricht en dat de terugvordering van het gehele subsidiebedrag niet onevenredig is. Eiser krijgt dus geen gelijk. Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.
Procesverloop
Beoordeling door de rechtbank
Conclusie en gevolgen
Beslissing
- verklaart zich onbevoegd kennis te nemen van het beroep voor zover gericht tegen de registratie in de interne departementale registratie van misbruik en oneigenlijk gebruik;
- verklaart het verzoek tot opschorting van de betalingsverplichting niet-ontvankelijk;
- verklaart het beroep voor het overige ongegrond;
- veroordeelt de Staat de Nederlanden (minister van Justitie en Veiligheid) tot vergoeding van de aan de beroepsfase toerekenbare immateriële schade, vastgesteld op € 100,-;
- veroordeelt de minister tot vergoeding van de aan de bezwaarfase toerekenbare immateriële schade, vastgesteld op € 400,-.