In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 17 oktober 2025 uitspraak gedaan in een verzoekschriftprocedure. De verzoeker, die zelf procedeert zonder bijstand van een gemachtigde, heeft verzet aangetekend tegen een verstekvonnis dat op 7 augustus 2024 is gewezen in een eerdere procedure. De verzoeker heeft echter niet voldaan aan de vereiste procedurele stappen, aangezien hij niet met een dagvaarding, maar met een brief in verzet is gekomen. De kantonrechter heeft in een eerdere beschikking van 29 augustus 2025 overwogen dat de verzoeker Stedin Netbeheer B.V. met een dagvaarding moet oproepen om te verschijnen. De verzoeker kreeg de gelegenheid om dit te doen voor de rolzitting van 30 september 2025. Echter, op deze rolzitting is er geen dagvaarding ontvangen van de verzoeker, waardoor de kantonrechter heeft besloten de verzoeker niet-ontvankelijk te verklaren in zijn verzoek om het verstekvonnis te vernietigen. Dit betekent dat het verzoek niet inhoudelijk kon worden beoordeeld en dat het verstekvonnis onverkort blijft gelden.