In deze beschikking van de Rechtbank Rotterdam, gedateerd 16 oktober 2025, wordt het verzoek van [verzoeker] tot rectificatie van persoonsgegevens in een reclasseringsadvies afgewezen. [verzoeker], die gedetineerd is en verblijft in een penitentiaire inrichting, verzocht de rechtbank om Inforsa, onderdeel van Stichting Arkin, te bevelen bepaalde passages in het reclasseringsadvies te rectificeren of te verwijderen. Dit verzoek was gebaseerd op de stelling dat de informatie in het advies onjuist was en dat het Openbaar Ministerie op basis van dit advies had besloten zijn voorwaardelijke vrijlating uit te stellen.
De rechtbank oordeelt dat rectificatie op grond van artikel 16 van de AVG alleen mogelijk is als de onjuistheid van de persoonsgegevens eenvoudig en objectief kan worden vastgesteld. De rechtbank concludeert dat de door [verzoeker] aangevoerde argumenten niet voldoende zijn om tot rectificatie over te gaan. De rechtbank wijst erop dat de passages in het reclasseringsadvies niet als onjuist kunnen worden aangemerkt, omdat deze in de context van het gehele advies moeten worden bezien. Bovendien is het niet aangetoond dat de informatie in het advies niet correct is.
De rechtbank wijst het verzoek van [verzoeker] af en veroordeelt hem in de proceskosten, die zijn begroot op € 1.737,00. De beschikking is openbaar uitgesproken door mr. A.C. Rop.