Op 22 oktober 2025 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven in de zaak van de Raad voor de Kinderbescherming, regio Rotterdam-Dordrecht, betreffende de ondertoezichtstelling van een minderjarige, geboren in 2010. De Raad verzocht om de minderjarige, hierna te noemen [voornaam minderjarige], onder toezicht te stellen voor de duur van negen maanden. De ouders van [voornaam minderjarige] zijn belast met het ouderlijk gezag en wonen in [woonplaats]. De kinderrechter heeft de procedure op 22 oktober 2025 gevoerd, waarbij de ouders niet aanwezig waren, maar de Raad en een vertegenwoordiger van de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond wel. De kinderrechter heeft vastgesteld dat [voornaam minderjarige] al langere tijd in zijn ontwikkeling wordt bedreigd, onder andere door schoolverzuim en middelengebruik. Ondanks de inzet van hulpverlening in een vrijwillig kader, blijkt het voor de ouders moeilijk om [voornaam minderjarige] te begrenzen. De kinderrechter oordeelt dat een ondertoezichtstelling noodzakelijk is om de ontwikkeling van [voornaam minderjarige] te waarborgen en om te voorkomen dat het gezin terugvalt in oude patronen. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de beslissing direct geldt, ook als er hoger beroep wordt ingesteld. De ondertoezichtstelling gaat in op 22 oktober 2025 en duurt tot 22 juli 2026.