Rechtbank Rotterdam
Meervoudige kamer strafzaken
Parketnummer: 10-165068-25
Datum uitspraak: 8 september 2025
Datum zitting: 8 september 2025
Tegenspraak
Verdachte: [naam verdachte]
geboren op [geboortedatum] 1996 in [geboorteplaats] , ingeschreven op het adres: [adres] , [postcode] [woonplaats] , Nederland.
Advocaat van de verdachte: G.A.J. Purperhart
Officier van justitie: M.A. van Rijswijk
Tenlastelegging
De officier van justitie beschuldigt de verdachte ervan dat hij - samengevat - tussen 20 april en 27 mei 2025 meermalen zonder erkenning vuurwapens en/of munitie heeft verhandeld en op 27 mei 2025 een omgebouwd gaspistool en 5 kogelpatronen heeft overgedragen, althans voorhanden heeft gehad. De volledige tenlastelegging (hierna: beschuldiging) houdt in dat:
1.
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 20 april 2025 tot en met 27 mei 2025 te Rotterdam, althans in Nederland, meermalen, althans eenmaal, zonder erkenning meerdere vuurwapens en/of munitie heeft verhandeld en/of in de uitoefening van
een bedrijf heeft onderhandeld over en/of transacties heeft geregeld voor de aankoop, de verkoop en/of de levering van wapens en/of munitie, door
- via Telegram meerdere berichten/advertenties, foto’s en/of video’s te plaatsen over/van (omgebouwde) vuurwapens die hij, verdachte, te koop aanbood, en/of
- (vervolgens) via Telegram en/of via Snapchat te spreken en/of afspraken te maken over de prijs en/of het moment en/of de locatie van levering,
en verdachte het feit beging met betrekking tot een wapen van categorie II en/of III
van de Wet wapens en munitie.
2.
hij op of omstreeks 27 mei 2025 te Rotterdam, althans in Nederland,
- een wapen van categorie III, onder 1 van de Wet wapens en munitie, te weten een (omgebouwd gas)pistool, van het merk Umarex, type Walther P22, kaliber 7.65 mm Br, zijnde een vuurwapen in de vorm van een pistool, en/of
- munitie in de zin van art. 1 onder 4º van de Wet wapens en munitie, te weten munitie als bedoeld in art. 2 lid 2 van die wet, van de Categorie III, te weten vijf kogelpatronen, kaliber 7.65 mm Br.,
heeft overgedragen, althans voorhanden heeft gehad.
Bewijs
Vordering van de officier van justitie
De officier van justitie vindt dat de feiten bewezen kunnen worden.
Oordeel van de rechtbank
Bewezenverklaring
De rechtbank vindt bewezen dat de verdachte:
1.
in de periode van 20 april 2025 tot en met 27 mei 2025 in Nederland, zonder erkenning in de uitoefening van een bedrijf heeft onderhandeld over de verkoop en de levering van een wapen en munitie door
- via Telegram en via Snapchat te spreken en afspraken te maken over de prijs en het moment en de locatie van levering,
en verdachte het feit beging met betrekking tot een wapen van categorie III van de Wet wapens en munitie.
2.
op 27 mei 2025 te Rotterdam, althans in Nederland,
- een wapen van categorie III, onder 1 van de Wet wapens en munitie, te weten een (omgebouwd gas)pistool, van het merk Umarex, type Walther P22, kaliber 7.65 mm Br, zijnde een vuurwapen in de vorm van een pistool, en
- munitie in de zin van art. 1 onder 4º van de Wet wapens en munitie, te weten munitie als bedoeld in art. 2 lid 2 van die wet, van de Categorie III, te weten vijf kogelpatronen, kaliber 7.65 mm Br.,
heeft overgedragen.
Bewijsmotivering
De bewezenverklaring is gebaseerd op de inhoud van de bewijsmiddelen. Dit verkorte vonnis bevat geen bewijsmiddelen. Als hoger beroep wordt ingesteld, zal het vonnis worden aangevuld met een bijlage met daarin de inhoud van de bewijsmiddelen.
Overwegingen
Op 27 mei 2025 is door de politie een Walther P22 met munitie gekocht waarvoor 1900 euro is betaald. Nadat de politie als koper contact had met een Telegram- en een Snapchataccount over de prijs van het vuurwapen en de afleverlocatie kwam de verdachte op de afgesproken plek om het vuurwapen en de munitie af te leveren en de overeengekomen verkoopprijs in ontvangst te nemen. Het Snapchataccount is van de verdachte en ook het Telegramaccount wijst in zijn richting. Op dit laatste account staan meerdere advertenties waarin vuurwapens en munitie worden aangeboden.
Door een Walther P22 met munitie af te leveren heeft de verdachte dit vuurwapen overgedragen. Het handelen van de verdachte daaraan voorafgaand - het maken van afspraken over de prijs en levering van dit vuurwapen met munitie voor een commerciële verkoopprijs - leidt tegen de achtergrond van de advertenties op het Telegramaccount tot de vaststelling dat dit handelen in de uitoefening van een bedrijf heeft plaatsgehad in de zin van artikel 9 van de WWM. Ten aanzien van de overige aangeboden vuurwapens is niet gebleken dat de verdachte concrete betrokkenheid heeft gehad op de wijze zoals onder feit 1 ten laste gelegd.
Kwalificatie en strafbaarheid
Kwalificatie
De bewezen feiten leveren de volgende strafbare feiten op: