ECLI:NL:RBROT:2025:1298
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Weigering van overname van private schulden in het kader van de Wet hersteloperatie toeslagen
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 4 februari 2025 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres, een gedupeerden van de kinderopvangtoeslagaffaire, en de Minister van Financiën. Eiseres had verzocht om de overname van haar private schulden op grond van de Wet hersteloperatie toeslagen (Wht). De Minister heeft echter geweigerd om twee specifieke schulden van eiseres over te nemen, omdat deze niet voldeden aan de voorwaarden van de wet. Eiseres was het hier niet mee eens en heeft beroep ingesteld.
De rechtbank heeft het beroep van eiseres ongegrond verklaard. De rechtbank oordeelde dat de schulden aan Simtronic B.V. niet voor overname in aanmerking kwamen, omdat de vordering niet opeisbaar was geworden vóór 1 juni 2021. Eiseres had een schuld aan Simtronic voor pannensets die zij had besteld, maar de levering had nog niet plaatsgevonden. De rechtbank concludeerde dat de vordering van Simtronic op eiseres niet opeisbaar was, omdat de levering pas na de relevante datum had plaatsgevonden.
Daarnaast ging de rechtbank in op de schuld aan GGN Mastering Credit. De rechtbank oordeelde dat het resterende bedrag van deze schuld ook niet voor overname in aanmerking kwam, omdat het na 1 juni 2021 was ontstaan of opeisbaar was geworden. De rechtbank heeft de argumenten van eiseres niet kunnen volgen en heeft de beslissing van de Minister bevestigd.
De uitspraak heeft belangrijke implicaties voor de toepassing van de Wet hersteloperatie toeslagen, vooral voor gedupeerden die in een vergelijkbare situatie verkeren. Eiseres kreeg geen vergoeding van haar proceskosten en het griffierecht werd niet teruggegeven.