ECLI:NL:RBROT:2025:13004

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
3 oktober 2025
Publicatiedatum
10 november 2025
Zaaknummer
C/10/704688 / HA RK 25-777
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Benoeming van een vereffenaar in een nalatenschap op verzoek van een erfgenaam

Op 6 augustus 2025 heeft verzoeker, een erfgenaam, een verzoekschrift ingediend bij de Rechtbank Rotterdam om een vereffenaar te benoemen op basis van artikel 4:203 lid 1 onder a BW. De rechtbank heeft op 7 augustus 2025 de belanghebbende, een andere erfgenaam, gevraagd of hij verweer wil voeren, maar deze heeft niet gereageerd. Aangezien verzoeker geen mondelinge behandeling wenste, heeft de rechtbank besloten om zonder mondelinge behandeling uitspraak te doen.

Verzoeker heeft Erfgemak B.V., vertegenwoordigd door mr. A. Thirion, voorgesteld als vereffenaar in de nalatenschap van de overledene, die op [datum] in [plaatsnaam] is overleden. De rechtbank heeft vastgesteld dat verzoeker de nalatenschap beneficiair heeft aanvaard en dat hij erfgenaam is, aangezien de overledene geen testament heeft achtergelaten. De rechtbank heeft ook geconstateerd dat er een woning in de nalatenschap is die verkocht moet worden om schulden te voldoen, en dat er tegenstrijdige belangen zijn tussen verzoeker en de andere erfgenaam.

De rechtbank heeft het verzoek om benoeming van de vereffenaar toegewezen, omdat aan de wettelijke voorwaarden is voldaan. De benoeming is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en de rechtbank heeft de vereffenaar opgedragen de benoeming bekend te maken in de Staatscourant. De beschikking is gegeven door mr. dr. P.G.J. van den Berg en in het openbaar uitgesproken op 3 oktober 2025.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK ROTTERDAM

Team handel en haven
zaaknummer / rekestnummer: C/10/704688 / HA RK 25-777
Beschikking van 3 oktober 2025
in de zaak van
[verzoeker],
woonplaats: Vlaardingen,
verzoeker,
advocaat mr. J.M. Peet te Nieuwerkerk aan den IJssel.
Belanghebbende:
[naam 1],
woonplaats: Berkel en Rodenrijs.

1.Het procesverloop

1.1.
Op 6 augustus 2025 is bij de rechtbank ingekomen het verzoekschrift, met producties, van verzoeker om een vereffenaar te benoemen op grond van artikel 4:203 lid 1 onder a BW.
1.2.
De griffier heeft bij aangetekende brief van 7 augustus 2025 aan belanghebbende gevraagd of hij verweer wil voeren tegen het ingekomen verzoekschrift. Belanghebbende heeft niet gereageerd.
1.3.
Omdat belanghebbende niet heeft aangegeven verweer te willen voeren en verzoeker geen aanspraak maakt op een mondelinge behandeling, heeft de rechtbank besloten om zonder mondelinge behandeling uitspraak te doen.

2.De beoordeling

2.1.
Verzoeker vraagt om Erfgemak B.V., althans mr. A. Thirion, tot vereffenaar te benoemen in de nalatenschap van [naam 2] (hierna: de overledene), die [datum] is overleden in [plaatsnaam]. De rechtbank wijst het verzoek toe. Hierna wordt toegelicht hoe tot dit oordeel is gekomen.
2.2.
De rechtbank kan als een nalatenschap onder voorrecht van boedelbeschrijving is aanvaard (de zogenoemde beneficiaire aanvaarding) een vereffenaar benoemen op verzoek van een erfgenaam (artikel 4:203 lid 1 onder a BW).
2.3.
Aan deze twee voorwaarden is voldaan, want verzoeker heeft volgens het Boedelregister op 28 maart 2025 de nalatenschap van de overledene beneficiair aanvaard en verzoeker is erfgenaam van de overledene. Wie erfgenaam is van de overledene volgt in beginsel uit een testament. De overledene heeft echter volgens het uittreksel uit het Centraal Testamentenregister geen testament opgemaakt, zodat op grond van de regels die in de wet staan beoordeeld moet worden wie de erfgenamen zijn. Op grond van artikel 4:10 lid 1 onder a BW zijn dit de echtgenoot/geregistreerd partner en de kinderen. Omdat de overledene toen hij overleed niet was getrouwd of geregistreerd als partner, zijn alleen zijn kinderen zijn erfgenamen. Verzoeker is de zoon van de overledene en belanghebbende is de andere zoon van de overledene. Omdat de nalatenschap van de overledene door verzoeker beneficiair is aanvaard en verzoeker erfgenaam is van de overledene, is dus aan beide voorwaarden om een vereffenaar te benoemen is voldaan.
2.4.
Verzoeker heeft ook voldoende toegelicht dat hij er een belang bij heeft dat een vereffenaar wordt benoemd. Door de beneficiaire aanvaarding moet de nalatenschap van de overledene door verzoeker en belanghebbende gezamenlijk worden vereffend. Volgens verzoeker wil belanghebbende niet met hem samenwerken en verzoeker heeft er zelf ook geen vertrouwen in dat zij goed kunnen samenwerken. Daarnaast hebben verzoeker en belanghebbende volgens verzoeker ook tegenstrijdige belangen, waardoor samenwerken (extra) ingewikkeld wordt. Tot de nalatenschap behoort echter wel een woning die verkocht moet worden om de hypothecaire schuld te betalen. Ook moet de erfbelasting worden betaald en moet aangifte worden gedaan, dan wel uitstel worden gevraagd voor aangifte erfbelasting. Gelet op het voorgaande heeft verzoeker voldoende toegelicht dat er een belang is om een vereffenaar te benoemen die tot taak heeft om de nalatenschap te beheren en voor zover mogelijk de schulden van een nalatenschap te voldoen.
2.5.
Het verzoek is gelet op het voorgaande voor toewijzing vatbaar. Op grond van artikel 4:206 lid 1 BW moet de rechtbank echter, voor zover zij bestaan en bekend zijn, de erfgenamen van de overledene, de executeur en de boedelnotaris horen voordat zij beslist op het verzoek om een vereffenaar te benoemen. De rechtbank heeft daarom bij brief van 7 augustus 2025 aan belanghebbende gevraagd of hij verweer wil voeren en in deze brief vermeld dat de zaak schriftelijk zal worden afgedaan als belanghebbende niet reageert. Belanghebbende heeft niet gereageerd, zodat de rechtbank ervan uitgaat dat belanghebbende geen verweer wil voeren. Gelet hierop en omdat verzoeker geen aanspraak maakt op een mondelinge behandeling, heeft de rechtbank besloten om zonder mondelinge behandeling uitspraak te doen.
2.6.
Het verzoek wordt gelet op het voorgaande toegewezen. De rechtbank benoemt de door verzoeker voorgestelde vereffenaar, Erfgemak B.V., tot vereffenaar, die zich daartoe ook bereid heeft verklaard. De vereffenaar moet de benoeming zelf bekend maken in de Staatscourant.
2.7.
De benoeming van de vereffenaar wordt, zoals verzocht, uitvoerbaar bij voorraad verklaard (artikel 288 Rv).

3.De beslissing

De rechtbank
3.1.
benoemt
Erfgemak B.V.(kantoorhoudende aan [adres], postadres: [postadres]) tot vereffenaar in de nalatenschap van:
[naam 2],
geboren in [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1957,
laatstelijk wonende in Maassluis,
overleden [datum] in [plaatsnaam],
3.2.
verklaart deze beschikking tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
3.3.
draagt de vereffenaar op de benoeming bekend te maken in de Staatscourant;
3.4.
verzoekt de griffier de benoeming onverwijld in te schrijven in het boedelregister van de rechtbank op voet van het bepaalde in artikel 4:206 lid 6 BW;
3.5.
verzoekt de griffier de kantonrechter te Rotterdam, locatie Rotterdam, op de hoogte te stellen van deze benoeming.
Deze beschikking is gegeven door mr. dr. P.G.J. van den Berg en in het openbaar uitgesproken op 3 oktober 2025.
3120