Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.Het procesverloop
2.De beoordeling
3.De beslissing
het Rijksvastgoedbedrijf(kantoorhoudende aan [adres] (correspondentieadres: [postadres]) tot vereffenaar in de nalatenschap van:
Rechtbank Rotterdam
Op 25 september 2025 heeft de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven in de zaak van DE STAAT DER NEDERLANDEN, vertegenwoordigd door het ministerie van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening (VRO) en het Rijksvastgoedbedrijf, die verzocht om de benoeming van een vereffenaar op basis van artikel 4:204 lid 1 onder a BW. Het verzoekschrift werd ingediend op 20 augustus 2025, waarbij werd aangegeven dat er geen bekende erfgenamen zijn en dat verzoeker geen behoefte had aan een mondelinge behandeling. De rechtbank heeft zonder mondelinge behandeling uitspraak gedaan.
De rechtbank overwoog dat, aangezien de nalatenschap niet onder voorrecht van boedelbeschrijving was aanvaard en er geen erfgenamen bekend zijn, het verzoek om het Rijksvastgoedbedrijf als vereffenaar te benoemen toewijsbaar was. De rechtbank stelde vast dat de overledene geen testament had opgemaakt en dat er geen erfgenamen bekend waren, aangezien de ouders, broers en zussen van de overledene al waren overleden. Dit leidde tot de conclusie dat er een maatschappelijk belang was om een vereffenaar te benoemen, omdat de nalatenschap baten en schulden bevatte die beheerd moesten worden.
De rechtbank heeft het Rijksvastgoedbedrijf benoemd tot vereffenaar en de benoeming uitvoerbaar bij voorraad verklaard. De vereffenaar is opgedragen om de benoeming bekend te maken in de Staatscourant en de griffier is verzocht om de benoeming in te schrijven in het boedelregister. Deze beschikking is openbaar uitgesproken door mr. C. van Steenderen-Koornneef.