ECLI:NL:RBROT:2025:13009

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
3 oktober 2025
Publicatiedatum
10 november 2025
Zaaknummer
C/10/705732 / HA RK 25-847
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Benoeming van een vereffenaar in een nalatenschap op verzoek van wettelijk vertegenwoordigers

Op 3 oktober 2025 heeft de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven in de zaak van verzoekers, die de wettelijk vertegenwoordigers zijn van hun zoon [persoon A]. Verzoekers hebben verzocht om mr. P.M. Boiten te benoemen tot vereffenaar in de nalatenschap van de heer [persoon B], die op 25 februari 2025 is overleden. De rechtbank heeft vastgesteld dat verzoekers de nalatenschap beneficiair hebben aanvaard en dat [persoon A] erfgenaam is van de overledene. Aangezien er geen testament is en de ouders en zussen van de overledene de nalatenschap hebben verworpen, is [persoon A] door plaatsvervulling erfgenaam geworden. De rechtbank heeft geoordeeld dat er voldoende belang is bij de benoeming van een vereffenaar, omdat verzoekers onvoldoende kennis en kunde hebben om de nalatenschap zelf te vereffenen. De rechtbank heeft het verzoek toegewezen en mr. P.M. Boiten benoemd tot vereffenaar, die zich bereid heeft verklaard deze taak op zich te nemen. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en de rechtbank heeft de griffier opgedragen de benoeming in het boedelregister in te schrijven. Tevens is het verzoek om proceskostenveroordeling afgewezen, omdat er geen grond voor was in dit eenzijdige verzoek.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK ROTTERDAM

Team handel en haven
zaaknummer / rekestnummer: C/10/705732 / HA RK 25-847
Beschikking van 3 oktober 2025
in de zaak van

1..[verzoeker] ,

2. [verzoekster],
in hun hoedanigheid van wettelijk vertegenwoordigers van
[persoon A],
woonplaats: [woonplaats] ,
verzoekers,
advocaat mr. P.M. Boiten te Dordrecht.

1.Het procesverloop

1.1.
Op 26 augustus 2025 is bij de rechtbank ingekomen het verzoekschrift, met producties, van verzoekers om een vereffenaar te benoemen op grond van artikel 4:203 lid 1 onder a BW.
1.2.
Omdat er geen belanghebbenden zijn en verzoekers geen behoefte hebben aan een mondelinge behandeling, doet de rechtbank zonder mondelinge behandeling uitspraak.

2.De beoordeling

2.1.
Verzoekers zijn de ouders/wettelijk vertegenwoordigers van hun zoon [persoon A] (hierna: [persoon A] ). Verzoekster vragen om mr. P.M. Boiten tot vereffenaar te benoemen in de nalatenschap van de heer [persoon B] (hierna: de overledene), die op 25 februari 2025 is overleden in Dordrecht. De rechtbank wijst het verzoek toe. Hierna wordt toegelicht hoe tot dit oordeel is gekomen.
2.2.
De rechtbank kan als een nalatenschap onder voorrecht van boedelbeschrijving is aanvaard (de zogenoemde beneficiaire aanvaarding) een vereffenaar benoemen op verzoek van een erfgenaam (artikel 4:203 lid 1 onder a BW).
2.3.
Aan deze twee voorwaarden is voldaan, want verzoekers hebben op 14 juli 2025 namens [persoon A] de nalatenschap van de overledene beneficiair aanvaard en [persoon A] is erfgenaam van de overledene. Wie erfgenaam is van de overledene volgt in beginsel uit een testament. De overledene heeft echter volgens het uittreksel uit het Centraal Testamentenregister geen testament opgemaakt, zodat op grond van de regels die in de wet staan beoordeeld moet worden wie de erfgenamen zijn. Op grond van artikel 4:10 lid 1 onder a en b BW zijn dit de echtgenoot/geregistreerd partner en de kinderen van de overledene, en vervolgens de ouders en broers en zussen van de overledene. De overledene was toen hij overleed niet getrouwd of geregistreerd als partner en heeft ook geen kinderen achtergelaten. De ouders van de overledene ( [persoon C] en [persoon D] ) en de zussen van de overledene ( [persoon E] , [persoon F] en [persoon G] ) hebben volgens het boedelregister de nalatenschap verworpen. [persoon E] en [persoon F] hebben geen kinderen die in hun plaats treden. De twee kinderen van [persoon G] ( [persoon H] en [verzoekster] (verzoekster sub 2)) hebben de nalatenschap van de overledene tevens verworpen. [persoon H] heeft geen kinderen. Hierdoor is [persoon A] , die de zoon is van verzoekster sub 2, door plaatsvervulling erfgenaam van de overledene. Aan beide voorwaarden om een vereffenaar te benoemen is dus voldaan.
2.4.
Verzoekers hebben ook voldoende toegelicht dat zij er een belang bij hebben als een vereffenaar wordt benoemd, omdat verzoekers stellen over onvoldoende kennis en kunde te beschikken om de nalatenschap te vereffenen. Er is dus een belang om een vereffenaar te benoemen die tot taak heeft om de nalatenschap te beheren en voor zover mogelijk de schulden van de nalatenschap te voldoen.
2.5.
Het verzoek is gelet op het voorgaande voor toewijzing vatbaar. Omdat er geen belanghebbenden zijn en verzoekers hebben afgezien van het recht op een mondelinge behandeling (artikel 4:206 lid 1 BW), heeft de rechtbank besloten om zonder mondelinge behandeling uitspraak te doen.
2.6.
Het verzoek wordt gelet op het voorgaande toegewezen. De rechtbank benoemt de door verzoekers voorgestelde vereffenaar, mr. P.M. Boiten, tot vereffenaar, die zich daartoe ook bereid heeft verklaard. De vereffenaar moet de benoeming zelf bekend maken in de Staatscourant.
2.7.
Verzoekers vragen een proceskostenveroordeling, kosten rechtens. De rechtbank ziet geen grond voor een proceskostenveroordeling, omdat in het geval van een eenzijdig verzoek, waarbij belanghebbenden gehoord kunnen worden, in beginsel geen plaats is voor een kostenveroordeling. Dit wordt daarom afgewezen.
2.8.
De benoeming van de vereffenaar wordt, zoals verzocht, uitvoerbaar bij voorraad verklaard (artikel 288 Rv).

3.De beslissing

De rechtbank
3.1.
benoemt
mr. Pieter Matthijs Boiten(verbonden aan Boiten Erfrecht Advocatuur en kantoorhoudende aan de Baron van Boetzelaerlaan 44, 3319 CM in Dordrecht) tot vereffenaar in de nalatenschap van:
[persoon B],
geboren in [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1960,
laatstelijk wonende in Dordrecht,
overleden op [overlijdensdatum] in Dordrecht,
3.2.
verklaart deze beschikking tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
3.3.
draagt de vereffenaar op de benoeming bekend te maken in de Staatscourant;
3.4.
verzoekt de griffier de benoeming onverwijld in te schrijven in het boedelregister van de rechtbank op voet van het bepaalde in artikel 4:206 lid 6 BW;
3.5.
verzoekt de griffier de kantonrechter te Rotterdam, locatie Dordrecht, op de hoogte te stellen van deze benoeming;
3.6.
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is gegeven door mr. dr. P.G.J. van den Berg en in het openbaar uitgesproken op 3 oktober 2025.
3120