Op 3 oktober 2025 heeft de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven in de zaak van verzoekers, die de wettelijk vertegenwoordigers zijn van hun zoon [persoon A]. Verzoekers hebben verzocht om mr. P.M. Boiten te benoemen tot vereffenaar in de nalatenschap van de heer [persoon B], die op 25 februari 2025 is overleden. De rechtbank heeft vastgesteld dat verzoekers de nalatenschap beneficiair hebben aanvaard en dat [persoon A] erfgenaam is van de overledene. Aangezien er geen testament is en de ouders en zussen van de overledene de nalatenschap hebben verworpen, is [persoon A] door plaatsvervulling erfgenaam geworden. De rechtbank heeft geoordeeld dat er voldoende belang is bij de benoeming van een vereffenaar, omdat verzoekers onvoldoende kennis en kunde hebben om de nalatenschap zelf te vereffenen. De rechtbank heeft het verzoek toegewezen en mr. P.M. Boiten benoemd tot vereffenaar, die zich bereid heeft verklaard deze taak op zich te nemen. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en de rechtbank heeft de griffier opgedragen de benoeming in het boedelregister in te schrijven. Tevens is het verzoek om proceskostenveroordeling afgewezen, omdat er geen grond voor was in dit eenzijdige verzoek.