2.
[medeverdachte rechtspersoon] . in 2017 en januari 2018 in
Papendrecht en elders in Nederland meermalen opzettelijk gebruik heeft gemaakt van een of meer valse geschriften bestemd om tot bewijs van enig feit te dienen,
te weten de Behandelingscertificaten/Uitlossingsbewijzen met de nummers
[nummer 1] , [nummer 2] , [nummer 3] , [nummer 4] , [nummer 5A] , [nummer 5B] , [nummer 6] , [nummer 7] , [nummer 8] , [nummer 9] , [nummer 10] , [nummer 11] ,
[nummer 12] , [nummer 13] , [nummer 14] , [nummer 15] , [nummer 16] , [nummer 17] , [nummer 18] , [nummer 19] , [nummer 20] , [nummer 21] , [nummer 22] , [nummer 23] ,
[nummer 24] , [nummer 25] [zie hiervoor de pagina's 134 tot en met 158, 188, 191, 194, 197, 202, 206
en 209 van het proces-verbaal),
als ware die geschriften echt en onvervalst, bestaande dat gebruik maken telkens uit het verstrekken van het Behandelingscertificaat/Uitlossingsbewijs aan de ontvanger van door haar geleverd zand en bestaande de valsheid telkens hierin dat in strijd met de waarheid op het Behandelingscertificaat/Uitlossingsbewijs als laadplaats/winlocatie [naam] vermeld stond, aan welke verboden gedraging hij, verdachte, feitelijke leiding heeft gegeven.