ECLI:NL:RBROT:2025:13146

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
23 oktober 2025
Publicatiedatum
12 november 2025
Zaaknummer
10/122522-21
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van de PIJ-maatregel voor een jeugdige veroordeelde na eerdere oplegging en behandeling

Op 23 oktober 2025 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende de verlenging van de PIJ-maatregel voor een jeugdige veroordeelde, geboren in 2004. De PIJ-maatregel was eerder opgelegd op 24 februari 2022 voor verschillende misdrijven, waaronder diefstal met geweld en poging tot doodslag. De rechtbank ontving op 18 september 2025 een vordering tot verlenging van de PIJ-maatregel met zes maanden, na een eerdere verlenging van vier maanden op 8 juli 2025. Tijdens de zitting op 23 oktober 2025 zijn de officier van justitie, de veroordeelde en deskundigen gehoord. De officier van justitie pleitte voor een verlenging van zes maanden, terwijl de verdediging zich niet verzette tegen deze verlenging. De rechtbank oordeelde dat aan de wettelijke vereisten voor verlenging van de PIJ-maatregel was voldaan, en dat het noodzakelijk was om de maatregel te verlengen in het belang van de verdere ontwikkeling van de veroordeelde. De rechtbank verlengde de PIJ-maatregel met zes maanden, met de verwachting dat er binnen deze periode meer duidelijkheid zou komen over de behandelopties en het verdere traject voor de veroordeelde. De beslissing houdt in dat de PIJ-maatregel op 30 april 2026 voorwaardelijk eindigt en op 30 april 2027 onvoorwaardelijk eindigt.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team Jeugd
Parketnummer: 10/122522-21
Datum uitspraak: 23 oktober 2025
Beslissing van de rechtbank Rotterdam, meervoudige raadkamer voor strafzaken, met betrekking tot de maatregel plaatsing in een inrichting voor jeugdigen (hierna: PIJ-maatregel) van:
[veroordeelde](de veroordeelde),
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 2004,
ingeschreven in de basisregistratie personen (en verblijvende) op het adres van de
[naam P.I.] aan de:
[detentieadres] , [postcode] te [detentieplaats] , hierna: de inrichting,
raadsman mr. W.J. Oomkes, advocaat te Vlaardingen.

1.Procesverloop

Op 24 februari 2022 heeft de rechtbank de PIJ-maatregel van de veroordeelde opgelegd ter zake van twee diefstallen met (bedreiging met) geweld in vereniging gepleegd, twee keer handelen in strijd met de Wet wapens en munitie, medeplegen van een poging tot doodslag, openlijke geweldpleging tegen personen en diefstal door middel van verbreking in vereniging gepleegd. De termijn van de PIJ-maatregel is gestart op 9 mei 2022.
Op 8 juli 2025 heeft deze rechtbank de PIJ-maatregel laatstelijk verlengd met vier maanden.
Op 18 september 2025 heeft de rechtbank van het openbaar ministerie een vordering tot verlenging van de PIJ-maatregel ontvangen.
Bij die vordering zijn gevoegd:
- het advies van het hoofd van de inrichting waar de veroordeelde verblijft,
gedateerd 9 september 2025, inclusief de aantekening omtrent de lichamelijke en geestelijke gesteldheid van de veroordeelde over de periode van 26 november 2024 tot 7 april 2025;
Op de zitting van 23 oktober 2025 is de vordering in het openbaar behandeld.
Gehoord zijn:
  • de officier van justitie, mr. A.H.A. de Bruijne;
  • de veroordeelde, bijgestaan door zijn raadsman;
  • de deskundige [persoon A] , als GZ-psycholoog/behandelcoördinator verbonden aan de inrichting;
  • de deskundige [persoon B] , als reclasseringswerker verbonden aan Reclassering Nederland.

2.Standpunten van partijen

2.1.
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft ter zitting haar vordering gewijzigd en geconcludeerd tot verlenging van de termijn van de PIJ-maatregel met zes maanden. Dit is korter dan gevorderd op de initiële ingediende vordering van vijftien maanden. De reden hiervan is dat het van belang is om zo spoedig mogelijk weer met alle partijen bij elkaar te komen en een plan van aanpak te bespreken als de dubbel rapportage (hierna: dubbel PO) gereed is. De officier van justitie gaat ervan uit dat het dubbel PO over zes maanden gereed is, indien de veroordeelde aan alle gesprekken met de psycholoog en psychiater meewerkt. Over zes maanden kan dan op zitting gekeken worden naar de adviezen en de mogelijkheden voor een nieuw Scholings- en Trainingsprogramma (hierna: STP).
2.2.
Standpunt van de veroordeelde
De veroordeelde en zijn raadsman hebben zich niet verzet tegen verlenging van de termijn van de PIJ-maatregel met zes maanden. Het is in het belang van de veroordeelde om over zes maanden bij elkaar te komen om meer duidelijkheid te kunnen geven over een eventueel STP.

3.Adviezen

3.1.
Advies inrichting
Het advies van 9 september 2025 houdt onder meer het volgende in.
Actuele diagnose
Bij de veroordeelde is sprake van een moeizaam in te schatten (ziekte)beeld, omdat het bijna onmogelijk is om zijn innerlijke belevingswereld bespreekbaar te maken. Waar eerder gewerkt werd vanuit een kernproblematiek waarin de obsessief compulsieve persoonlijkheid voorop leek te staan, worden op dit moment ook een autismespectrumproblematiek en psychiatrische problematiek in engere zin niet uitgesloten.
Verloop behandeling na de laatste zitting
Op 20 juni 2025 is de veroordeelde voor de derde keer gestart met STP, nadat er een aantal keren een time out is geweest. Op 10 juli 2025 is het STP opnieuw gestopt. De reden hiertoe is dat de woonplek van de veroordeelde, Zorg Hoop en Liefde, de veiligheid van de veroordeelde en hun andere jongeren en collega’s niet meer konden waarborgen. Daaraan ligt ten grondslag dat er sinds 8 juli 2025 drie conflicten zijn geweest tussen de veroordeelde en de medewerkers van deze instantie. De veroordeelde zou zich dreigend naar hen hebben opgesteld. Ook bleek bij een controle in de kamer van de veroordeelde dat de gaspitten opengedraaid waren en er brandende stukken wc-papier in de prullenbak lagen. De veroordeelde is vervolgens op 15 juli 2025 aangehouden door de politie en overgebracht naar de inrichting. Aldaar heeft de veroordeelde zonder enige duidelijke aanleiding een groepsgenoot geslagen. De zorgen rondom de veroordeelde nemen toe, temeer nu de medewerkers en extern betrokkenen zien dat het gedrag van de veroordeelde verslechtert. Het is lastig om met hem in contact te komen.
Gevaar voor herhaling
Gelet op de zorgen rondom het huidige toestandsbeeld van de veroordeelde en het niet kunnen analyseren van het mislopen van het STP, evenals de onttrekking, is het maken van een risicotaxatie niet mogelijk gebleken. Momenteel kan slechts worden gesteld dat het recidiverisico bij beëindiging van de PIJ-maatregel als hoog wordt beoordeeld.
Verder behandeltraject en –perspectief
De zorgen rondom de veroordeelde blijven toenemen, ondanks het iedere keer bijstellen van de behandeltrajecten. Door deskundigen dient allereerst verduidelijking te komen over het toestandsbeeld van de veroordeelde, alvorens een duidelijk verder behandeltraject kan worden opgesteld. Het dubbel PO wordt afgewacht.
Advies
Het is gelet op de huidige ontwikkelingen lastig in te schatten welke termijn er nodig is om het toestandsbeeld nader te duiden, het behandeltraject aan te passen en opnieuw toe te werken naar uitstroom. Het advies luidt daarom om de PIJ-maatregel te verlengen met twaalf maanden.
3.2.
Ter zitting gegeven adviezen
Behandelcoördinator/GZ-psycholoog [persoon A]heeft het verlengingsadvies ter zitting
toegelicht. Zij heeft onder meer verklaard dat het verloop van de behandeling van de veroordeelde momenteel stroef verloopt. Het is lastig in te schatten wat er precies aan de hand is met de veroordeelde. Het is lastig om met hem in contact te komen en zijn gedrag is heel anders dan dat het was. Om het toestandsbeeld beter in kaart te brengen, en het vermoeden van psychiatrische problematiek, is de veroordeelde bij FOBA geplaatst voor stabilisatie. Bij FOBA is het ook lastig gebleken om een goed beeld te krijgen wat er met hem aan de hand is. Het aanbieden van medicatie heeft uiteindelijk geen uitkomst geboden, omdat de veroordeelde geen medicatie wenst in te nemen. Door de FOBA zijn uiteindelijk hypotheses gesteld. Er is een psychiatrisch ziektebeeld te zien, waarbij mogelijk sprake is van een paranoïde ontregeling en psychotische depressie. Er wordt gesteld dat aanvullende diagnostiek gewenst is. Daarnaast speelt de autismespectrumproblematiek ook een rol. Op 6 oktober 2025 is de veroordeelde teruggekeerd naar de inrichting. Binnen 24 uur heeft er een incident plaatsgevonden. Na het voeren van diverse gesprekken met begeleiders is de veroordeelde overgeplaatst naar een andere groep. Op deze groep krijgt hij een gedoseerd programma. Er zijn strakke kaders gegeven en dat was best geïsoleerd. Momenteel worden de mogelijkheden bekeken om stapsgewijs uit te breiden naar meer contact met groepsgenoten. Het is in ieder geval duidelijk dat bij de veroordeelde geen sprake is van onwil, maar van onmacht. Een concreet verlengingsadvies is gelet op de huidige ontwikkeling lastig, maar gelet op het standpunt van de officier van justitie en de verdediging wordt aangesloten bij een verlenging van de PIJ-maatregel met zes maanden, zodat er hopelijk meer inzichtelijk wordt wat er nodig is voor een nieuw op te stellen plan van aanpak.
Reclasseringswerker [persoon B]heeft ter zitting naar voren gebracht dat zij zich kan vinden in de gegeven bevindingen en adviezen van deskundige [persoon A] . Ondanks dat er momenteel geen STP is, is de Reclassering wel op de achtergrond betrokken gebleven bij de veroordeelde. Er zijn aandachtspunten waaraan dient te worden gewerkt en de hoop is dat dit snel kan, zodat een STP weer kan worden opgestart.

4.Beoordeling

Een PIJ-maatregel kan op grond van artikel 6:6:31, derde lid, van het Wetboek van Strafvordering (hierna: Sv) juncto artikel 77s, eerste lid, sub b en c, van het Wetboek van Strafrecht (hierna: Sr) slechts verlengd worden indien de maatregel is opgelegd ter zake van een misdrijf dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van één of meer personen. Daarnaast dient de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen de verlenging van die maatregel te eisen en dient de maatregel in het belang te zijn van een zo gunstig mogelijke verdere ontwikkeling van de veroordeelde. Aan deze drie voorwaarden moet worden voldaan om tot een verlenging van de maatregel te kunnen komen.
De rechtbank is van oordeel dat aan alle wettelijke vereisten voor verlenging van de
PIJ-maatregel is voldaan. Dit heeft op de terechtzitting ook niet ter discussie gestaan. Dat verlenging van de PIJ-maatregel noodzakelijk is, staat dan ook vast. De vraag is vervolgens met welke termijn dit moet gebeuren. De rechtbank acht een verlenging van de
PIJ-maatregel voor de verzochte zes maanden noodzakelijk en legt hierna uit waarom.
Uit de adviezen en wat ter terechtzitting is besproken, blijkt dat de veroordeelde zich in het begin zeer goed heeft gedragen en gemotiveerd was, hetgeen ertoe heeft geleid dat hij met het STP kon starten. Gedurende het STP met diverse time-outs, is er een ommekeer geweest in zijn gedrag, waarbij de veroordeelde momenteel veel weerstand laat zien. Er zijn meerdere incidenten geweest, waardoor hij momenteel is teruggeplaatst in de inrichting. Nu het hem zelf momenteel niet lukt inzicht te geven in zijn belevingswereld en hij gesprekken hierover tot nu toe uit de weg is gegaan, is het van belang dat het inmiddels aangevraagde dubbel PO er komt om te kijken wat er precies voor problematiek speelt bij de veroordeelde. Op basis daarvan kan hopelijk een concreet (behandel)plan worden gemaakt om uiteindelijk het STP weer op te starten.
De rechtbank zal daarom in afwachting van het dubbel PO de PIJ-maatregel verlengen voor de duur van zes maanden.
Gevolg gevend aan het bepaalde in artikel 6:6:31, tweede lid, Sv, geeft de rechtbank aan dat de maatregel, gelet op de ingangsdatum, de huidige expiratiedatum en de verlenging bij deze beslissing, op 30 april 2026 voorwaardelijk zal eindigen en op 30 april 2027 onvoorwaardelijk zal eindigen.

5.Beslissing

De rechtbank:
verlengtde termijn van de maatregel tot plaatsing in een inrichting voor jeugdigen
met 6 (zes) maanden;
wijst afhet meer of anders gevorderde of verzochte.
Deze beschikking is gegeven door:
mr. M.A. van der Laan-Kuijt, voorzitter, tevens kinderrechter,
en mrs. K.T.F. Chocolaad - de Bos en R.T.K. Davidse, kinderrechters,
in tegenwoordigheid van mr. J. van Cortenberghe - van Dam, griffier,
en is in het openbaar uitgesproken op 23 oktober 2025.
De griffier is buiten staat deze beschikking mede te ondertekenen.
Tegen deze beslissing kan het openbaar ministerie binnen veertien dagen na de dagtekening en de veroordeelde binnen veertien dagen na betekening daarvan beroep instellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden. (
art.6:6:37 Sv)