Uitspraak
1.Inleiding
2.Procesverloop
3.Adviezen
4.Standpunt van partijen
5.Beoordeling
6.Beslissing
2 (twee)jaren.
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 10 oktober 2025 uitspraak gedaan over de verlenging van de terbeschikkingstelling van een ter beschikking gestelde, geboren in 2000, die in een instelling verblijft. De terbeschikkingstelling was eerder gelast door het gerechtshof Den Haag op 21 januari 2021, vanwege ernstige misdrijven waaronder poging tot doodslag en verkrachting. De rechtbank ontving op 15 augustus 2025 een vordering van het openbaar ministerie tot verlenging van de terbeschikkingstelling, die op 10 oktober 2025 tijdens een openbare zitting werd behandeld. De ter beschikking gestelde was aanwezig via videoverbinding, bijgestaan door zijn raadsvrouw, mr. T. Sandrk, en deskundigen gaven advies over zijn psychische toestand.
De instelling en verschillende deskundigen, waaronder psychologen en psychiaters, adviseerden unaniem om de terbeschikkingstelling met twee jaar te verlengen. De ter beschikking gestelde vertoonde een antisociale en borderline persoonlijkheidsstoornis, en er was bezorgdheid over het recidiverisico bij een eventuele vrijlating. De rechtbank concludeerde dat de ter beschikking gestelde nog steeds een gebrekkige ontwikkeling en/of ziekelijke stoornis van de geestvermogens vertoonde, en dat de veiligheid van anderen eiste dat de terbeschikkingstelling werd verlengd. De rechtbank besloot de termijn van de terbeschikkingstelling met twee jaar te verlengen, met de opmerking dat de ter beschikking gestelde zich in een prille fase van zijn behandeltraject bevond en dat verdere stappen in zijn behandeling noodzakelijk waren.