In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 22 oktober 2025 een beschikking gegeven in een echtscheidingsprocedure tussen een vrouw en een man, die beiden in Spijkenisse wonen. De vrouw, vertegenwoordigd door advocaat mr. P.H. Kramer, en de man, vertegenwoordigd door advocaat mr. M. Verschoor, hebben een verzoek ingediend tot wijziging van een eerder ouderschapsplan en de kinderalimentatie. De procedure is gestart met een verzoekschrift van de vrouw op 22 juli 2024, gevolgd door een verweerschrift van de man op 16 september 2024. Partijen hebben afgezien van een mondelinge behandeling en hebben uiteindelijk overeenstemming bereikt over de kinderalimentatie.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de man en de vrouw de ouders zijn van drie minderjarige kinderen. Het ouderlijk gezag wordt gezamenlijk uitgeoefend, en de hoofdverblijfplaats van de kinderen is bij de vrouw. In de beschikking is de wijziging van het ouderschapsplan opgenomen, waarin is afgesproken dat de man met ingang van 1 januari 2025 een maandelijkse bijdrage van € 235,- zal betalen voor de kosten van opvoeding en verzorging van de kinderen. Tevens is bepaald dat de man een betalingsachterstand van € 2.115,- zal inlopen door maandelijks € 65,- extra te betalen bovenop de reguliere bijdrage.
De rechtbank heeft de beschikking uitvoerbaar bij voorraad verklaard en de proceskosten gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten draagt. Tegen deze beschikking staat hoger beroep open bij het gerechtshof Den Haag, met een termijn van drie maanden voor indiening.