In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 27 januari 2025 uitspraak gedaan over een verzoek tot doorhaling van een akte van geboorte en het aanvullen van het lopende register met een andersluidende akte. Het verzoek is ingediend door de officier van justitie in het arrondissement Rotterdam, waarbij de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente Capelle aan den IJssel en de ouders van het kind betrokken zijn. De ouders hadden op 11 maart 2024 een akte van naamskeuze laten opmaken, maar deze was niet rechtsgeldig omdat de naamskeuze niet tijdens de geboorteaangifte was gedaan. De rechtbank oordeelde dat de akte van naamskeuze, hoewel onterecht opgemaakt, in stand kan blijven op basis van het vertrouwensbeginsel. De rechtbank weigerde het verzoek tot doorhaling van de akte en het aanpassen van het register, omdat dit zou leiden tot een nieuwe fout in de registratie. De ouders hadden gerechtvaardigd vertrouwen in de handelingen van de ambtenaren, waardoor de huidige registratie van de gecombineerde geslachtsnaam van het kind behouden blijft.