Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.Onderzoek op de terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van het ten laste gelegde;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 30 maanden met aftrek van voorarrest, waarvan zes maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaar en de door de reclassering geadviseerde bijzondere voorwaarden.
4.Waardering van het bewijs
of omstreeks19 juli 2025 te Rotterdam
, althans in Nederland,
of meerander
en, althans alleen,
/ofeen bankpas en
/ofeen telefoon en
/of een ofmeerdere sleutels,
of ten deleaan [slachtoffer]
, in elk geval aan
(n
)heeft
voorafgegaan,vergezeld
en/of bedreiging met geweldtegen die [slachtoffer] , gepleegd
voor te bereiden ofgemakkelijk te maken
, of om,
/of
/of tegen die [slachtoffer] te zeggen: “ik ben van de
(maal)of meermalen op/tegen het hoofd
en/of het lichaamte slaan
of omstreeks21 juli 2025 te Rotterdam
, althans in Nederland,
, althans alleen,
of ten deleaan [slachtoffer]
(n)heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk
zijn/hun bereik
heeft/hebben gebracht door middel van een valse sleutel, te
(met bijbehorende pincode), in elk
5.Strafbaarheid feiten
1. diefstal, vergezeld van geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen;
2. diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van valse sleutels.
6.Strafbaarheid verdachte
7.Motivering straf
8.Vordering benadeelde partij en schadevergoedingsmaatregel
9.Toepasselijke wettelijke voorschriften
10.Bijlagen
11.Beslissing
gevangenisstraf voor de duur van 18 (achttien) maanden;
groot 6 (zes) maandenniet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten;
€ 418,= (zegge: vierhonderdachttien), bestaande uit materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 19 juli 2025 tot aan de dag der algehele voldoening;
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van [slachtoffer] te betalen
€ € 418,=(hoofdsom,
zegge:
vierhonderdachttien), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 19 juli 2025 tot aan de dag van de algehele voldoening; bepaalt dat indien volledig verhaal van de hoofdsom van € 418,= niet mogelijk blijkt,
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
8 dagen; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;