ECLI:NL:RBROT:2025:13205

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
12 november 2025
Publicatiedatum
14 november 2025
Zaaknummer
11861680 VZ VERZ 25-5864
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van verzoeker wegens ontbreken dagvaarding in procedure

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 12 november 2025 uitspraak gedaan in een verzoekschriftprocedure. De verzoeker, die zelf procedeert zonder bijstand van een gemachtigde, heeft een verzoek ingediend tegen [verweerster] B.V. De procedure is gestart na een verstekvonnis van 3 juli 2025, waartegen de verzoeker in verzet wilde gaan. De kantonrechter heeft in een eerdere beschikking van 10 september 2025 overwogen dat de verzoeker alleen tegen het verstekvonnis in verzet kan gaan door middel van een dagvaarding en niet met een e-mail of brief. De verzoeker kreeg de gelegenheid om [verweerster] alsnog op te roepen voor de rolzitting van 21 oktober 2025. Echter, op deze rolzitting heeft de kantonrechter geen dagvaarding ontvangen van de verzoeker. Hierdoor heeft de kantonrechter de verzoeker niet-ontvankelijk verklaard in zijn verzoek. Dit betekent dat het verzoek niet inhoudelijk beoordeeld kan worden en dat het verstekvonnis onverkort blijft gelden.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

locatie Rotterdam
zaaknummer: 11861680 VZ VERZ 25-5864
datum uitspraak: 12 november 2025
Beschikking van de kantonrechter
in de zaak van
[verzoeker],
wonende te [plaats 1] , [gemeente] ,
verzoeker,
die zelf procedeert, zonder bijstand van een gemachtigde,
tegen
[verweerster] B.V.,
gevestigd te [plaats 2] ,
verweerster,
die nog niet is opgeroepen om te verschijnen in deze procedure.
Partijen worden hierna ‘ [verzoeker] ’ en ‘ [verweerster] ’ genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het dossier bestaat uit de volgende processtukken:
- het verstekvonnis van 3 juli 2025 in de procedure met zaaknummer 11744531 CV EXPL 25-13432;
- de e-mail/brief van [verzoeker] van 29 augustus 2025;
- de beschikking van de kantonrechter van 10 september 2025.

2.De beoordeling

2.1.
In de beschikking van 10 september 2025 is overwogen dat [verzoeker] alleen tegen het verstekvonnis in verzet kan gaan door middel van een dagvaarding en niet met een e-mail/brief, zoals hij nu gedaan heeft. De kantonrechter heeft [verzoeker] de gelegenheid geboden om [verweerster] alsnog met een dagvaarding door de deurwaarder te laten oproepen om te verschijnen op de rolzitting van 21 oktober 2025 om 11.30 uur.
2.2.
De kantonrechter heeft op de rolzitting van 21 oktober 2025 geen dagvaarding ontvangen van [verzoeker] . Daarom wordt [verzoeker] niet-ontvankelijk verklaard in zijn verzoek. Dit betekent dat het verzoek van [verzoeker] niet inhoudelijk beoordeeld kan worden en dat het verstekvonnis dus onverkort blijft gelden.

3.De beslissing

De kantonrechter:
verklaart [verzoeker] niet-ontvankelijk in het verzoek.
Deze beschikking is gegeven door mr. W.J.J. Wetzels en in het openbaar uitgesproken.
754