ECLI:NL:RBROT:2025:13325

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
23 oktober 2025
Publicatiedatum
18 november 2025
Zaaknummer
10/691435-05
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van de terbeschikkingstelling van een ter beschikking gestelde met ernstige persoonlijkheidsstoornissen

In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 23 oktober 2025 uitspraak gedaan over de verlenging van de terbeschikkingstelling van een ter beschikking gestelde, geboren in 1973, die momenteel verblijft in een forensisch psychiatrisch centrum. De terbeschikkingstelling was eerder gelast door het gerechtshof Den Haag in 2008, ter zake van mishandeling en poging tot zware mishandeling. De rechtbank heeft de vordering van het openbaar ministerie tot verlenging van de terbeschikkingstelling met twee jaar behandeld. De ter beschikking gestelde heeft een antisociale en narcistische persoonlijkheidsstoornis, en er zijn aanzienlijke recidiverisico's bij beëindiging van de maatregel. De rechtbank heeft de adviezen van deskundigen, waaronder psychologen en psychiaters, in overweging genomen, die allen een verlenging van de terbeschikkingstelling adviseerden. De rechtbank concludeert dat de veiligheid van anderen en de algemene veiligheid van personen eist dat de termijn van de terbeschikkingstelling met twee jaar wordt verlengd. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien om van het uitgangspunt van verlenging met twee jaar af te wijken, gezien de gebrekkige ontwikkeling en de ziekelijke stoornis van de geestvermogens van de ter beschikking gestelde. De beslissing is genomen door een meervoudige kamer, bestaande uit de voorzitter en twee rechters, en is openbaar uitgesproken. Tegen deze beslissing kan binnen veertien dagen beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam
Team straf 2
Parketnummer: 10/691435-05
Datum uitspraak: 23 oktober 2025
Beslissing van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, met betrekking tot de terbeschikkingstelling van:
[ter beschikking gestelde](de ter beschikking gestelde),
geboren te [geboorteplaats] ( [geboorteland] ) op [geboortedatum] 1973,
verblijvende in [forensisch psychiatrisch centrum 1] te [plaats] (de instelling),
raadsman mr. P.C. Schouten, advocaat te Breda.

1.Inleiding

Bij arrest van het gerechtshof Den Haag van 11 september 2008 is de terbeschikkingstelling van [ter beschikking gestelde] gelast met voorwaarden betreffende het gedrag van de ter beschikking gestelde.
De terbeschikkingstelling is gelast ter zake van mishandeling en poging tot zware mishandeling. De termijn van de terbeschikkingstelling is aangevangen op 30 september 2008.
Bij beslissing van het (toenmalige) gerechtshof Arnhem van 8 mei 2009 is bevolen dat de ter beschikking gestelde alsnog van overheidswege zal worden verpleegd.
Bij beslissing van deze rechtbank van 25 oktober 2023 is de terbeschikkingstelling laatstelijk verlengd met twee jaar. Het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden heeft bij beslissing van 28 maart 2024 die beslissing van deze rechtbank bevestigd met verbetering van gronden.

2.Procesverloop

De rechtbank heeft op 28 augustus 2025 van het openbaar ministerie een vordering ontvangen tot verlenging van de terbeschikkingstelling. De vereiste stukken zijn bijgevoegd dan wel toegezonden.
De vordering is op de openbare terechtzitting van 23 oktober 2025 behandeld. De officier van justitie mr. J. Wooldrik, de ter beschikking gestelde – middels videoverbinding -, bijgestaan door zijn raadsman, en als deskundige [deskundige] , werkzaam als behandelcoördinator en GZ-psycholoog bij de instelling, zijn gehoord.

3.Adviezen

Advies instelling
De instelling adviseert in het rapport, gedateerd 23 juli 2025, de terbeschikkingstelling te verlengen met twee jaar.
Bij de ter beschikking gestelde is sprake van een antisociale en narcistische persoonlijkheidsstoornis, een stoornis in alcoholgebruik (in remissie in een gereguleerde omgeving) en trekken van psychopathie.
Bij de vorige verlengingsbeslissing van 25 oktober 2023 verbleef de ter beschikking gestelde in [forensisch psychiatrisch centrum 2] in het kader van een tweede behandelpoging. Eind mei 2024 werd geconcludeerd dat het behandelplafond is bereikt, maar dat er nog wel mogelijkheden tot resocialisatie worden gezien, al dan niet via een Longcare-voorziening. In de periode die volgt, neemt de reeds bestaande negatieve dynamiek verder toe. De ter beschikking gestelde wordt in januari 2025, tegen zijn zin in, overgeplaatst naar [forensisch psychiatrisch centrum 3] . Hij is het niet eens met een nieuwe behandelpoging en het behandelteam ziet veel vijandigheid. De situatie verergert wanneer de ter beschikking gestelde familiebanden met twee medewerkers blijkt te hebben. Een overplaatsing is onvermijdelijk.
De ter beschikking gestelde wordt op 24 maart 2025 overgeplaatst naar de huidige kliniek. Gezien wordt een krenkingsgevoelige man die het niet eens is met zijn plaatsing op een behandelafdeling en liefst direct op een resocialisatieafdeling was geplaatst. De ter beschikking gestelde houdt zich aan de meeste regels en afspraken die binnen de kliniek gelden, ook al is hij het hier niet mee eens. Uitzondering hierop is dat hij zich niet wil conformeren aan het kliniekbeleid tot sparen voor resocialisatie en schulden en de weigering tot deelname aan de dagbesteding. Binnen de huidige kliniek bevindt de ter beschikking gestelde zich momenteel midden in de assessmentfase. Het belangrijkste doel voor de komende maanden is het afronden van de assessmentfase en het schetsen van een realistisch perspectief ten aanzien van het verdere traject. De behandeling zal vooral gericht zijn op het beter afstemmen van de bejegening en begeleiding zodat het de ter beschikking gestelde beter lukt hulp en toezicht te accepteren. Vanuit daar zal worden getracht een passende omgevingsprothese voor de ter beschikking gestelde te vinden waarmee stapsgewijze uitbreiding van vrijheden en daarmee resocialisatie mogelijk wordt.
Het vormgeven en uitvoeren van een nieuw resocialisatietraject zal maatwerk vragen en naar verwachting nog meerdere jaren in beslag nemen. Op basis van de momenteel beschikbare informatie is de verwachting dat de ter beschikking gestelde nog langdurig, mogelijk blijvend, zal zijn aangewezen op toezicht en controle.
Advies psychiater
[psychiater] adviseert in het rapport, gedateerd 30 juni 2025, de terbeschikkingstelling te verlengen met twee jaar.
Ten tijde van dit onderzoek is er sprake van de kenmerken van zowel de antisociale persoonlijkheidsstoornis als de narcistische persoonlijkheidsstoornis. Daarnaast worden ook kenmerken van schizoïde persoonlijkheidstrekken gezien, mogelijk zelfs ASS-kenmerken. Er zijn nog steeds forse recidiverisico’s aanwezig bij het op korte termijn beëindigen van de maatregel en bij teveel loslaten van het toezicht en de ondersteuning van de maatregel. Vanwege het hoge recidiverisico bij beëindiging, de beperkte resultaten van de eerdere behandelinspanningen, de nog levende vragen ten aanzien van de diagnostiek en de recente start in een nieuwe kliniek voor een derde behandelpoging, is voortzetting van het kader van de dwangverpleging noodzakelijk. Over een jaar zal dit nog niet sterk veranderd zijn.
Advies psycholoog
[psycholoog] adviseert in het rapport, gedateerd 27 juni 2025, de termijn van de terbeschikkingstelling te verlengen met twee jaar.
Er bestaan nog diagnostische vragen die prognostisch relevant worden geacht. Vooral de ‘onvermogens’ vragen diagnostische aandacht en de hoop wordt uitgesproken dat de ter beschikking gestelde hier de komende periode meer ruimte toe zal geven. Er bestaat geen twijfel aan het bestaan van (antisociale en narcistische) persoonlijkheidsproblematiek en ook de stoornis in alcoholgebruik blijft, mede gelet op de bagatelliserende houding bij de ter beschikking gestelde, aandacht behoeven, maar nader zicht op het (actuele) intellectueel – en sociaal-emotioneel functioneren zou meerwaarde hebben.
Er bestaat nog onvoldoende overeenstemming over een passend toekomsttraject, terwijl
het in kaart brengen van risicohanteringsfactoren en beschermende factoren juist
afhankelijk is van de uitwerking van dit traject. Ten tijde van het huidig onderzoek kan
hierdoor in feite niet meer gezegd worden dan dat het recidiverisico hoog wordt geacht in
een onvoldoende passend traject en dat het opbouwen van toekomstgerichte
beschermende factoren cruciaal wordt geacht.
Vanwege de recente overplaatsing, het niet beschikken over een verlofstatus, het reeds geruime tijd uit zicht raken van contact met reclassering en vooral het nog onduidelijk zijn van de verdere behandel- en resocialisatiekoers, wordt een verlenging van twee jaar geadviseerd.
Op de terechtzitting gegeven advies
De deskundige heeft het verlengingsadvies op de terechtzitting toegelicht. Zij heeft onder meer verklaard – zakelijk weergegeven – dat de assessmentfase inmiddels is afgerond en dit reeds is teruggekoppeld aan de ter beschikking gestelde. Dit heeft meer duidelijkheid gegeven, waardoor de samenwerking met de ter beschikking gestelde is verbeterd. Het begeleid verlof is aangevraagd; dit wordt op 14 november 2025 intern besproken. Als het verlof daarna wordt goedgekeurd door de AVT, dan zal er direct met dubbel begeleid verlof worden gestart (en wordt de beveiligingsfase overgeslagen). Verwacht wordt dat in kwartaal 3 van 2026 onbegeleid verlof kan worden aangevraagd, wel met controle op alcoholgebruik. Rond de jaarwisseling van 2026-2027 is de verwachting dat kan worden bekeken hoe de uitstroom vorm zal worden gegeven. Dit schema is afhankelijk van hoe en of de ter beschikking gestelde zich aan de voorwaarden houdt.

4.Standpunt van partijen

Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft geconcludeerd tot verlenging van de termijn van de terbeschikkingstelling met twee jaar.
Standpunt van de ter beschikking gestelde
De ter beschikking gestelde en de raadsman hebben verlenging van de terbeschikkingstelling bepleit met één jaar. Daarnaast wordt verzocht om uit te spreken dat er op korte termijn een zorgconferentie noodzakelijk wordt geacht.

5.Beoordeling

Op grond van de adviezen van de deskundigen en wat verder naar voren is gekomen op de terechtzitting is de rechtbank van oordeel dat:
- er nog steeds sprake is van een gebrekkige ontwikkeling en/of ziekelijke stoornis van de geestvermogens van de ter beschikking gestelde;
- de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen eist dat de termijn van de terbeschikkingstelling met twee jaar wordt verlengd.
Uitgangspunt is dat de terbeschikkingstelling verlengd dient te worden met een termijn van twee jaar wanneer aannemelijk is geworden dat de behandeling en resocialisatie van de terbeschikkinggestelde in het bestaande juridische kader meer tijd in beslag zal nemen dan een jaar. De rechtbank ziet in de zaak van de ter beschikking gestelde geen aanleiding om van dit uitgangspunt af te wijken en is van oordeel dat geen aanleiding bestaat om de voortgang van de behandeling en resocialisatie na een jaar opnieuw te toetsen. Evenmin is er reden om een zorgconferentie te doen gelasten, nu de rechtbank hiertoe geen bevoegdheid heeft.
De rechtbank stelt vast dat de ter beschikking gestelde na een moeizame periode van overplaatsingen zich in de afgelopen maanden positief heeft ontwikkeld. Dit neemt niet weg dat de behandeling zich nog in de beginfase bevindt en dat belangrijk is om het verdere traject stap voor stap te doorlopen. De behandeling zal zeker meer tijd in beslag nemen dan een jaar.

6.Beslissing

De rechtbank:
verlengtde termijn van de terbeschikkingstelling met
2 (twee)jaar;
wijst afhet meer of anders gevorderde of verzochte.
Deze beslissing is genomen door mr. L.J.M. Janssen, voorzitter,
en mrs. G.P. van de Beek en L. Feraaune, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. L.C. Suiker, griffier en uitgesproken op de openbare terechtzitting.
Tegen deze beslissing kan het openbaar ministerie binnen veertien dagen na de uitspraak en de ter beschikking gestelde binnen veertien dagen na betekening daarvan beroep instellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.