ECLI:NL:RBROT:2025:13343

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
24 november 2025
Publicatiedatum
18 november 2025
Zaaknummer
ROT 25/5873
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Overplaatsing van een Oekraïense ontheemde naar een opvanglocatie

Deze uitspraak betreft de overplaatsing van eiseres, een Oekraïense ontheemde, naar een opvanglocatie op basis van de Regeling opvang ontheemden Oekraïne (RooO). Eiseres is het niet eens met de overplaatsing en stelt dat de nieuwe opvanglocatie ontoereikend is voor haar en haar twee kinderen. De rechtbank heeft op 24 november 2025 geoordeeld dat het beroep van eiseres ongegrond is. Eiseres ontving op 27 juni 2024 een bericht dat zij met haar kinderen zou worden overgeplaatst naar een nieuwe opvanglocatie, omdat haar tijdelijke huurcontract was verlopen. Het college van burgemeester en wethouders van Zwijndrecht verklaarde het bezwaar van eiseres ongegrond, waarna zij beroep instelde. Tijdens de zitting op 3 november 2025 heeft de rechtbank de zaak behandeld, waarbij eiseres en haar gemachtigde aanwezig waren, evenals vertegenwoordigers van het college.

De rechtbank heeft beoordeeld of de opvanglocatie toereikend is en of het college in redelijkheid tot de overplaatsing heeft kunnen besluiten. Eiseres voerde aan dat er onvoldoende rekening was gehouden met haar bijzondere opvangbehoeften. De rechtbank concludeert dat het college in redelijkheid heeft kunnen besluiten dat de opvanglocatie voldoet aan de eisen van de RooO. De rechtbank stelt vast dat er geen bijzondere omstandigheden zijn die maken dat de opvanglocatie niet toereikend is. De rechtbank oordeelt dat de opvanglocatie, ondanks dat deze niet ideaal is, voldoende ondersteuning biedt en dat de situatie van eiseres en haar kinderen niet zodanig is dat een andere opvanglocatie noodzakelijk is. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en laat het bestreden besluit in stand.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Bestuursrecht
zaaknummer: ROT 25/5873

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 24 november 2025 in de zaak tussen

[eiseres], z.v.w.p., eiseres

(gemachtigde: mr. L.A. Fischer),
en

het college van burgemeester en wethouders van Zwijndrecht, het college

(gemachtigde: [naam 1]).

Samenvatting

1. Deze uitspraak gaat over de overplaatsing van eiseres naar de opvanglocatie op het adres [adres 1]. Eiseres is het hier niet eens en heeft beroep ingesteld.
1.1.
De rechtbank komt in deze uitspraak tot het oordeel dat het beroep ongegrond is. Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.

Procesverloop

2. Op 27 juni 2024 heeft eiseres een bericht ontvangen dat zij met haar twee kinderen wordt overgeplaatst naar een opvanglocatie op het adres [adres 1]. Met het bestreden besluit van 24 juni 2025 heeft het college het bezwaar van eiseres ongegrond verklaard. Tegen dit besluit heeft eiseres beroep ingesteld.
3. Het college heeft op het beroep gereageerd met een verweerschrift.
4. De rechtbank heeft het beroep op 3 november 2025 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: eiseres, haar gemachtigde, en [naam 2] (tolk), en namens het college mr. W.M. Berendsen en [naam 3].

Beoordeling door de rechtbank

Wat is er gebeurd?

5. Eiseres is afkomstig uit Oekraïne. Zij verbleef met haar twee kinderen eerst in een noodopvanglocatie en kon daarna terecht in een appartement op het adres [adres 2] met een tijdelijk huurcontract. Dit huurcontract liep af en het college heeft uit oogpunt van efficiëntie een andere, grootschaligere locatie ingericht. Als gevolg daarvan ontving eiseres op 27 november 2024 een brief van Vizzion (een organisatie die zich inzet voor maatschappelijke projecten) met informatie over een aankomende overplaatsing. Zij en haar twee kinderen worden overgeplaatst naar die nieuwe opvang, in het pand op het adres [adres 1] (hierna: de opvanglocatie). De brief bevat verder informatie over de faciliteiten, gezamenlijke ruimtes, huisregels en contactgegevens. Tegen deze brief heeft eiseres bezwaar gemaakt. In het bestreden besluit heeft het college het bezwaar van eiseres ongegrond verklaard. Het college heeft daaraan ten grondslag gelegd dat niet is gebleken dat er bijzondere omstandigheden of opvangbehoeften zijn waarmee geen rekening is gehouden voor wat betreft de opvang van eiseres en haar kinderen.
Waar gaat het om in deze zaak?
6. De rechtbank beoordeelt of het college in redelijkheid mocht besluiten dat de overplaatsing van eiseres naar de opvanglocatie toereikend is. De relevante wet- en regelgeving is opgenomen in een bijlage bij deze uitspraak.
7. Eiseres voert in beroep aan dat de opvanglocatie niet toereikend is. Eiseres en haar kinderen zijn kwetsbare ontheemden als bedoeld in artikel 15 van de RooO [1] met een bijzondere opvangbehoefte. Het college heeft onvoldoende onderzoek gedaan naar en rekening gehouden met de belangen van eiseres en haar kinderen bij het overplaatsen naar de opvanglocatie.
Beoordeling
8. Het bestreden besluit is gebaseerd op artikel 9, eerste lid, van de RooO. Daarin stond, ten tijde van het bestreden besluit, dat het college bevoegd was een ontheemde naar een andere voorziening binnen de gemeente over te plaatsen als dit noodzakelijk is voor de openbare orde of de veiligheid van andere ontheemden. Sinds 1 oktober 2025 is artikel 9 aangepast en geldt deze noodzakelijkheidseis niet meer. Overplaatsing is volgens de wetgever altijd al mogelijk geweest op grond van efficiëntie. [2] Tussen partijen is niet in geschil dat het college bevoegd was eiseres en haar gezin over te plaatsen. Het geschil spitst zich toe op de vraag of de opvanglocatie in het geval van eiseres toereikend is.
9. De rechtbank oordeelt dat het college in redelijkheid het standpunt mocht innemen dat de opvanglocatie toereikend is en er geen bijzondere opvangbehoeften zijn waardoor een andere opvanglocatie gezocht moet worden. In artikel 15, eerste en tweede lid, van de RooO is bepaald dat het college rekening houdt met de specifieke situatie van kwetsbare ontheemden en dat het college bepaalt of de ontheemde bijzondere opvangbehoeften heeft. Het college heeft aangegeven dat de gemeente bekend is met de situatie van eiseres en haar kinderen. Het college onderkent dat de woonsituatie voor geen van de opgevangen Oekraïners ideaal is, maar is van mening dat de opvang voldoet. Op de nieuwe opvanglocatie is een driepersoonskamer toegewezen waar de gezinsleden samen wonen. Het locatiemanagement van de opvanglocatie heeft ook inspanningen verricht eiseres te ondersteunen in haar opvangwensen en aan eiseres is daartoe onder meer een andere, rustigere kamer aangeboden. Daarnaast is specifieke steun van gemeentelijke samenwerkingspartners voortgezet op de opvanglocatie. Het gaat om ondersteuning van het wijkteam, locatiemanagement, fietsles en verbinding met sportclubs. Ondersteuning door andere samenwerkingspartners, zoals met de scholen waar de kinderen van eiseres naartoe gaan, een Oekraïense psycholoog en jeugdzorg topcoach is gestaakt door weigering van eiseres, dan wel dat geen traject in gang is gezet door de huidige situatie. Het college heeft benadrukt dat de ondersteuningsbehoefte die er is vanuit (de kinderen van) eiseres, wel kan worden geboden op de opvanglocatie als eiseres daarvoor open staat. Het is de rechtbank niet gebleken dat het college zich op onjuiste gronden op het standpunt heeft gesteld dat de houding van eiseres er mede ten grondslag ligt dat niet alle beschikbare ondersteuning daadwerkelijk geboden wordt. De omstandigheden die eiseres heeft aangedragen, zoals dat er vanuit de huisregels bijvoorbeeld pas stilte in het gebouw geldt vanaf 22 uur ’s avonds, wat voor de nachtrust van de kinderen niet bevorderlijk is, maakt niet de opvang ontoereikend is. Eiseres heeft verder niet met (nadere) medische stukken onderbouwd dat sprake is van een zodanige bijzondere opvangbehoefte dat de opvanglocatie niet toereikend is in de zin van de RooO en dat een locatie is vereist met specifieke medische of psychosociale hulp. De rechtbank stelt met het college vast dat niet is gebleken van bijzondere omstandigheden waarmee onvoldoende rekening is gehouden.

Conclusie en gevolgen

10. Gelet op het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat het college in redelijkheid mocht besluiten tot overplaatsing van eiseres naar de opvanglocatie en dat deze locatie toereikend is in de zin van de RooO. Het beroep is ongegrond. Dat betekent dat het bestreden besluit in stand blijft. Er is verder geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. J.J.R. Lautenbach, rechter, in aanwezigheid van mr. H. Sabanovic, griffier.
Uitgesproken in het openbaar op 24 november 2025.
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Informatie over hoger beroep

Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met deze uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.

Bijlage: voor deze uitspraak relevante wet- en regelgeving

Tijdelijke wet opvang ontheemden Oekraïne
Artikel 2. Taak
1. Het college van burgemeester en wethouders draagt zorg voor de materiële en immateriële opvang van ontheemden.
(…)
Artikel 3. Delegatiegrondslag
1. Bij ministeriële regeling worden regels gesteld over de wijze waarop het college van burgemeester en wethouders in de taak, bedoeld in artikel 2, eerste lid, voorziet, waaronder regels over de te bieden verstrekkingen aan ontheemden en regels over de voorwaarden waaronder ontheemden die verstrekkingen ontvangen.
(…)
Regeling opvang ontheemden Oekraïne (RooO)
Artikel 2
1. Het college van burgemeester en wethouders draagt zorg voor de opvang van ontheemden. De in de eerste volzin bedoelde taak is niet van toepassing op alleenstaande minderjarige ontheemden.
2. Het college van burgemeester en wethouders verstrekt aan de ontheemde die wordt opgevangen in een gemeentelijke opvangvoorziening of een particuliere opvangvoorziening, binnen een redelijke termijn, maar ten hoogste vijftien dagen na de aanvang van de opvang in een gemeentelijke of particuliere opvangvoorziening informatie over:
a. de geldende verstrekkingen alsook over de verplichtingen die de ontheemde moet nakomen in verband met de opvangvoorzieningen, waaronder de verplichting om aan het college van burgemeester en wethouders informatie te verstrekken over zijn inkomsten en gezinssamenstelling;
b. organisaties of groepen van personen die specifieke rechtsbijstand verlenen;
c. de opvangvoorzieningen, waaronder medische zorg;
d. de geldende verplichtingen over inschrijving in de Basisregistratie Personen en uitschrijving bij verhuizing.
3. Het college van burgemeester en wethouders zorgt ervoor dat de in het tweede lid bedoelde informatie schriftelijk wordt verstrekt in een taal die de ontheemde begrijpt of waarvan redelijkerwijs kan worden aangenomen dat hij deze begrijpt. In voorkomende gevallen kan deze informatie tevens mondeling verstrekt worden zonder begeleider.
Artikel 9 (voor 1 oktober 2025)
1. Het college van burgemeester en wethouders bepaalt in welke opvangvoorziening binnen de gemeente een ontheemde wordt geplaatst en is bevoegd een ontheemde naar een andere voorziening binnen de gemeente over te plaatsen indien dit in het belang van de openbare orde of de veiligheid van andere ontheemden noodzakelijk wordt geacht.
2. Bij de uitoefening van de bevoegdheid, bedoeld in het eerste lid, zorgt het college van burgemeester en wethouders ervoor dat de eenheid van het gezin in de mate van het mogelijke en met instemming van de betrokken gezinsleden bewaard wordt.
Artikel 9 (sinds 1 oktober 2025)
1. Het college van burgemeester en wethouders bepaalt in welke opvangvoorziening binnen de gemeente een ontheemde wordt geplaatst en is bevoegd een ontheemde naar een andere voorziening binnen de gemeente over te plaatsen.
2. Bij de uitoefening van de bevoegdheid, bedoeld in het eerste lid, zorgt het college van burgemeester en wethouders ervoor dat de eenheid van het gezin in de mate van het mogelijke en met instemming van de betrokken gezinsleden bewaard wordt.
Artikel 15
1. Het college van burgemeester en wethouders houdt bij uitvoering van deze regeling rekening met de specifieke situatie van kwetsbare ontheemden zoals minderjarigen, personen met een handicap, ouderen, zwangere vrouwen, alleenstaande ouders met minderjarige kinderen, personen met ernstige ziekten en personen met mentale stoornissen.
2. Ten uitvoering van het eerste lid bepaalt het college van burgemeester en wethouders of de ontheemde bijzondere opvangbehoeften heeft.
3. Indien de ontheemde overeenkomstig het tweede lid bijzondere opvangbehoefte heeft, wordt naast verstrekkingen, bedoeld in artikel 6, eerste lid en artikel 12, specifieke steun en begeleiding geboden.

Voetnoten

1.Regeling opvang ontheemden Oekraïne
2.Zie Stcrt. 2025, 29797, p. 4-5.