ECLI:NL:RBROT:2025:13370

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
23 oktober 2025
Publicatiedatum
18 november 2025
Zaaknummer
10/681033-20
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van de terbeschikkingstelling van een ter beschikking gestelde met ernstige geweldsincidenten

Op 23 oktober 2025 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende de verlenging van de terbeschikkingstelling van een ter beschikking gestelde, die in 1993 is geboren en momenteel verblijft in een penitentiaire inrichting. De terbeschikkingstelling was eerder gelast op 23 maart 2021 ter zake van poging tot doodslag, met voorwaarden betreffende zijn gedrag. De termijn van de terbeschikkingstelling is begonnen op 17 november 2022 en is op 27 december 2023 omgezet in een terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege. De rechtbank heeft op 2 september 2025 een vordering tot verlenging van de terbeschikkingstelling ontvangen van het openbaar ministerie, welke op 23 oktober 2025 is behandeld. De officier van justitie, mr. J. Wooldrik, heeft gepleit voor een verlenging van twee jaar, terwijl de ter beschikking gestelde en zijn raadsman, mr. M. Rafik, hebben verzocht om aanhouding van de behandeling en een reclasseringsrapport. De rechtbank heeft het verzoek om aanhouding afgewezen en geconcludeerd dat de terbeschikkingstelling met twee jaar moet worden verlengd, gezien de gebrekkige ontwikkeling en de noodzaak voor behandeling in een tbs-kliniek. De rechtbank heeft de beslissing genomen in aanwezigheid van de griffier, mr. L.C. Suiker, en heeft aangegeven dat beroep mogelijk is binnen veertien dagen na de uitspraak.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam
Team straf 2
Parketnummer: 10/681033-20
Datum uitspraak: 23 oktober 2025
Beslissing van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, met betrekking tot de terbeschikkingstelling van:
[ter beschikking gestelde](de ter beschikking gestelde),
geboren te [geboorteplaats] ( [geboorteland] ) op [geboortedatum] 1993,
verblijvende in de [penitentiaire inrichting] ,
[adres] , [postcode] te [plaats] ,
raadsman mr. M. Rafik, advocaat te Amsterdam.

1.Inleiding

Bij vonnis van deze rechtbank van 23 maart 2021 is de terbeschikkingstelling van [ter beschikking gestelde]
gelast met voorwaarden betreffende zijn gedrag.
De terbeschikkingstelling is gelast ter zake van poging tot doodslag. De termijn van de
terbeschikkingstelling is aangevangen op 17 november 2022.
Bij beslissing van deze rechtbank van 27 december 2023 is de terbeschikkingstelling met
voorwaarden omgezet in een terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege. Deze beslissing is onherroepelijk.
Bij beslissing van deze rechtbank van 25 oktober 2024 is de terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege laatstelijk verlengd met één jaar.

2.Procesverloop

De rechtbank heeft op 2 september 2025 van het openbaar ministerie een vordering tot
verlenging van de terbeschikkingstelling ontvangen. De vereiste stukken zijn bijgevoegd
dan wel toegezonden.
De vordering is op de openbare terechtzitting van 23 oktober 2025 behandeld. De officier
van justitie mr. J. Wooldrik, de ter beschikking gestelde, bijgestaan door zijn raadsman, zijn
gehoord.

3.Adviezen

Advies [FPC] (de instelling)
De ter beschikking gestelde wordt op basis van de beschikbare informatie en de ernstige geweldsincidenten in de FPA, FPK en het arrestantencomplex, geïndiceerd voor een FPC (FG4). Opnieuw plaatsen op een lager en minder intensief (beveiligings)niveau wordt een herhaling van zetten; de ter beschikking gestelde heeft meerdere kansen gekregen.
De ter beschikking gestelde staat nog steeds op de wachtlijst voor opname in de instelling. Omdat hij hier nog niet in zorg is en nog geen beoordeling heeft plaatsgevonden, adviseert de instelling in haar rapport van 15 augustus 2025 op basis van algemene ervaringsregels
omtrent het behandelverloop om de terbeschikkingstelling te verlengen met twee jaar. Het
reguliere behandeltraject en de bijhorende verlofmodaliteiten zullen naar verwachting de
duur van twee jaar ruimschoots overschrijden.
Informatie over het verblijf in de P.I.
De ter beschikking gestelde verblijft sinds 6 oktober 2024 op de Extra Zorg Voorziening afdeling. Hij laat gedurende dit verblijf correct gedrag zien en heeft enkel schone urinecontroles. Er wordt vanuit de psychologen geen indicatie gezien om de ter beschikking gestelde op de EZV-afdeling te houden en daarom is hij overgeplaatst naar een reguliere afdeling. Dit gaat tot op heden goed en de ter beschikking gestelde is afdelingsreiniger.

4.Standpunt van partijen

Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft geconcludeerd tot verlenging van de termijn van de terbeschikkingstelling met twee jaar.
Standpunt van de ter beschikking gestelde
De ter beschikking gestelde en de raadsman hebben primair verzocht de behandeling van de vordering aan te houden en opdracht te geven aan de reclassering voor het opstellen van een maatregelenrapport, zodat kan worden onderzocht of een voorwaardelijke beëindiging van het bevel tot verpleging mogelijk is. Subsidiair is verlenging van de terbeschikkingstelling bepleit met één jaar.

5.Beoordeling

Het verzoek om aanhouding van de behandeling om een reclasseringsrapport te laten opstellen, wordt afgewezen. De officier van justitie heeft ter zitting toegelicht dat het de verwachting is dat de ter beschikking gestelde in het eerste kwartaal van 2026 in een tbs-kliniek zal worden geplaatst. Daarnaast is de omzetting naar terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege destijds een weloverwogen beslissing van de rechtbank geweest en is er nu binnen afzienbare termijn zicht op een plaatsing in de [FPC] . De rechtbank acht het van belang dat de ter beschikking gestelde een behandeling binnen een tbs-kliniek krijgt.
Op grond van het advies van de instelling, de informatie over het verblijf van de ter
beschikking gestelde in de P.I. en wat verder naar voren is gekomen op de terechtzitting is de rechtbank van oordeel dat:
- er nog steeds sprake is van een gebrekkige ontwikkeling en/of ziekelijke stoornis van de geestvermogens van de ter beschikking gestelde;
- de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen eist dat de termijn van de terbeschikkingstelling met twee jaar wordt verlengd.
Uitgangspunt is dat de terbeschikkingstelling verlengd dient te worden met een termijn van twee jaar wanneer aannemelijk is geworden dat de behandeling en resocialisatie van de terbeschikkinggestelde in het bestaande juridische kader meer tijd in beslag zal nemen dan een jaar. De rechtbank ziet in de zaak van de ter beschikking gestelde geen aanleiding om van dit uitgangspunt af te wijken nu de behandeling nog moet beginnen en is van oordeel dat geen aanleiding bestaat om de voortgang van de behandeling en resocialisatie na een jaar opnieuw te toetsen.

6.Beslissing

De rechtbank:
verlengtde termijn van de terbeschikkingstelling met
2 (twee)jaar;
wijst afhet meer of anders verzochte.
Deze beslissing is genomen door mr. L.J.M. Janssen, voorzitter,
en mrs. G.P. van de Beek en L. Feraaune, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. L.C. Suiker, griffier en uitgesproken op de openbare terechtzitting.
Tegen deze beslissing kan het openbaar ministerie binnen veertien dagen na de uitspraak en de ter beschikking gestelde binnen veertien dagen na betekening daarvan beroep instellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.