ECLI:NL:RBROT:2025:13545

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
30 oktober 2025
Publicatiedatum
21 november 2025
Zaaknummer
10/093882-24
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Jeugdstrafrecht: Diefstal met geweld door verenigde personen en overschrijding van redelijke termijn

In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 30 oktober 2025 uitspraak gedaan in een jeugdstrafrechtelijke kwestie. De verdachte, geboren in 2006, werd beschuldigd van diefstal met geweld en bedreiging met geweld, gepleegd door twee of meer verenigde personen. De officier van justitie eiste een jeugddetentie van 34 dagen, waarvan 30 dagen voorwaardelijk, en een taakstraf van 70 uren. De rechtbank oordeelde dat het ten laste gelegde feit wettig en overtuigend bewezen was, aangezien de verdachte het feit had bekend. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte samen met anderen het slachtoffer onder dwang heeft meegenomen naar het Zuiderpark, waar hij werd geslagen en geschopt. De rechtbank heeft de ernst van het feit en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte in overweging genomen. De verdachte had geen strafblad en had zich goed gehouden aan de voorwaarden van de voorlopige hechtenis. De rechtbank legde een werkstraf op van 80 uren, met de mogelijkheid van vervangende jeugddetentie als de werkstraf niet naar behoren werd verricht. De rechtbank heeft ook de overschrijding van de redelijke termijn in aanmerking genomen en besloot geen voorwaardelijke straf op te leggen. Het vonnis is uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier en is openbaar gemaakt op dezelfde dag.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team Jeugd
Parketnummer: 10/093882-24
Datum uitspraak: 30 oktober 2025
Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 2006,
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres
[adres] , [postcode] [plaats] ,
raadsvrouw mr. N. Tanoglu, advocaat te Arnhem.

1.Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de besloten terechtzitting van 30 oktober 2025.

2.Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding. De tekst van de tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3.Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. K. Broere heeft gevorderd:
  • bewezenverklaring van het ten laste gelegde;
  • veroordeling van de verdachte tot een jeugddetentie voor de duur van 34 dagen, met aftrek
  • veroordeling van de verdachte tot een taakstraf, bestaande uit een werkstraf voor de duur van 70 uren, subsidiair 35 dagen vervangende jeugddetentie.

4.Waardering van het bewijs

4.1.
Bewezenverklaring zonder nadere motivering
Het ten laste gelegde is door de verdachte bekend. Dit feit zal zonder nadere bespreking bewezen worden verklaard.
4.2.
Bewezenverklaring
In bijlage II heeft de rechtbank een opgave gedaan van wettige bewijsmiddelen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Met deze opgave wordt volstaan, nu de verdachte het bewezen verklaarde heeft bekend en nadien geen vrijspraak is bepleit. Op grond daarvan is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan op die wijze dat:
hij op
of omstreeks3 december 2023 te Rotterdam
, althans in Nederland,en
/ofin Turkije,
tezamen en in vereniging met
een of meeranderen
, althans alleen,
- een telefoon en
/of
- Airpods en
/of
- sleutels en
/of
- een ID-kaart en
/of
- een OV-chipkaart en
/of
- een jas en
/ofeen trui en
/ofeen broek en
/ofeen paar schoenen,
in elk geval enig goed, dat/die
geheel of ten deleaan [slachtoffer]
, in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s)toebehoorde
(n
)heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl deze diefstal werd voorafgegaan, vergezeld en
/ofgevolgd van geweld en
/ofbedreiging met geweld tegen
[slachtoffer] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden of gemakkelijk te maken, of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf of andere deelnemers aan het misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, door
- een arm om de nek van die [slachtoffer] te slaan en
/of (daarbij
)de woorden toe te voegen: “Hoe is het nog verder? Vorige keer was je weggelopen. Dit keer gaat het je niet lukken om weg
te rennen. Als je mensen om hulp roept gaan wij je nog erger slaan”
, althans woorden van
gelijke dreigende aard of strekkingen
/of
- die [slachtoffer] bij de nek en
/ofde
handen/armen en
/ofde jas
en/of de rugvast te pakken en
/of
(vervolgens
)die [slachtoffer] mee te nemen naar het Zuiderpark en
/of
- die [slachtoffer] meermalen
, althans eenmaal,tegen het lichaam te
stompen/slaan en
/of
- die [slachtoffer] tegen het lichaam te
trappen/schoppen en
/of
-
(middels videobellen
)die [slachtoffer] een vuurwapen, althans een op een vuurwapen lijkend
voorwerp, te tonen en
/of (daarbij
)de woorden toe te voegen: “Als je naar iemand gaat, de
politie of wie dan ook. Dan ga je dood”
, althans woorden van gelijke dreigende aard of
strekkingen
/of
- de kleding van die [slachtoffer] uit te trekken en
/ofdie [slachtoffer] opdracht te geven om zijn kleding
uit te trekken.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.

5.Strafbaarheid feit

Het bewezen feit levert op:
diefstal, voorafgegaan, vergezeld en gevolgd van geweld en bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden, gemakkelijk te maken en bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf of andere deelnemers van het misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het feit uitsluiten. Het feit is dus strafbaar.

6.Strafbaarheid verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit. De verdachte is dus strafbaar.

7.Motivering straf

7.1.
Algemene overweging
De straf die aan de verdachte wordt opgelegd, is gegrond op de ernst van het feit, de omstandigheden waaronder het feit is begaan en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
7.2.
Feiten waarop de straf is gebaseerd
De verdachte heeft zich op zeventienjarige leeftijd samen met anderen schuldig gemaakt aan een straatroof. Hij heeft samen met de medeverdachten het slachtoffer onder dwang meegenomen naar het Zuiderpark en hem daar meerdere keren geslagen en geschopt. De verdachten hebben vervolgens verschillende spullen van het slachtoffer gestolen en hem gedwongen om zich uit te kleden. Een medeverdachte heeft het slachtoffer daarbij via een videoverbinding met een vuurwapen (gelijkend voorwerp) bedreigd en gezegd dat hij niet naar de politie mocht gaan.
De verdachte en zijn medeverdachten hebben met hun handelen een ernstige inbreuk gemaakt op de lichamelijke integriteit van het slachtoffer. Deze hele samenloop van gebeurtenissen moet daarbij bijzonder beangstigend en vernederend zijn geweest voor het slachtoffer. Ook hebben zij laten zien geen respect te hebben voor zijn eigendommen. De rechtbank neemt dit de verdachte zeer kwalijk.
7.3.
Persoonlijke omstandigheden van de verdachte
7.3.1.
Strafblad
De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel uit de justitiële documentatie van
29 september 2025, waaruit blijkt dat de verdachte niet eerder is veroordeeld voor strafbare feiten.
7.3.2.
Rapportage en verklaring van deskundige op de zitting
De Raad voor de Kinderbescherming (hierna: de Raad)heeft een rapport over de verdachte opgemaakt, gedateerd 29 mei 2024. De rechtbank stelt vast dat het rapport geldig was tot 29 november 2024 en laat dit rapport daarom buiten beschouwing.
[deskundige] , werkzaam als jeugdreclasseerder bij de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond (hierna: JBRR), heeft op de zitting naar voren gebracht dat de verdachte zich gedurende de schorsing van de voorlopige hechtenis goed aan de voorwaarden heeft gehouden en de afspraken met de jeugdreclasseerder is nagekomen. Hij heeft een zinvolle dagbesteding. JBRR adviseert een onvoorwaardelijke werkstraf aan de verdachte op te leggen. Er is geen aanleiding om de begeleiding door de jeugdreclassering nog voort te laten duren.
De rechtbank heeft acht geslagen op de verklaring van de deskundige op de zitting.
7.4.
Conclusies van de rechtbank
Gelet op hetgeen de rechtbank hierboven heeft overwogen, komt zij tot de volgende conclusies.
Bij de bepaling van de strafmodaliteit en de duur van de op te leggen straf heeft de rechtbank aansluiting gezocht bij de straffen die in soortgelijke zaken worden opgelegd. Het uitgangspunt daarbij is dat - bij een first offender - een werkstraf passend wordt geacht. In deze zaak is sprake van strafverzwarende omstandigheden, te weten het gebruik van fysiek geweld, het dreigen met een vuurwapen (gelijkend voorwerp) en het vernederende karakter van de handelingen van de verdachte en zijn medeverdachten. De rechtbank houdt daarnaast rekening met het tijdsverloop sinds het plegen van het strafbare feit en de overschrijding van de redelijke termijn, het verloop van de schorsing van de voorlopige hechtenis, het advies van de jeugdreclassering en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Alles overziend acht de rechtbank een werkstraf voor de duur van 80 uren passend en geboden. De rechtbank ziet, anders dan is geëist door de officier van justitie, geen aanleiding om daarnaast een voorwaardelijke straf aan de verdachte op te leggen.

8.Toepasselijke wettelijke voorschriften

Gelet is op de artikelen 77a, 77g, 77m, 77n en 312 van het Wetboek van Strafrecht.

9.Bijlagen

De in dit vonnis genoemde bijlagen maken deel uit van dit vonnis.

10.Beslissing

De rechtbank:
verklaart bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde feit, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert het hiervoor vermelde strafbare feit;
verklaart de verdachte strafbaar;
legt de verdachte een taakstraf op, bestaande uit een
werkstrafvoor de duur van
80 (tachtig)
uren;
beveelt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde werkstraf in mindering wordt gebracht volgens de maatstaf van twee uren per dag, zodat na deze aftrek
72 (tweeënzeventig) urente verrichten werkstraf resteren;
beveelt dat, voor het geval de veroordeelde de werkstraf niet naar behoren verricht, vervangende jeugddetentie zal worden toegepast voor de duur van
36 (zesendertig) dagen;
bepaalt dat de vervangende jeugddetentie ten uitvoer kan worden gelegd als vervangende hechtenis, nu de veroordeelde bij aanvang van de eventuele tenuitvoerlegging van de vervangende jeugddetentie de leeftijd van achttien jaren reeds heeft bereikt;
heft op het bevel tot voorlopige hechtenis van de verdachte; de voorlopige hechtenis is bij eerdere beslissing geschorst.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. W.J. Loorbach, voorzitter, tevens kinderrechter,
en mrs. R. van den Wildenberg en J. Groot, kinderrechters,
in tegenwoordigheid van mr. R. Spaans, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank op 30 oktober 2025.
Bijlage I
Tekst tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
hij op of omstreeks 3 december 2023 te Rotterdam, althans in Nederland, en/of in Turkije,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
- een telefoon en/of
- Airpods en/of
- sleutels en/of
- een ID-kaart en/of
- een OV-chipkaart en/of
- een jas en/of een trui en/of een broek en/of een paar schoenen,
in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl deze diefstal werd voorafgegaan, vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen
[slachtoffer] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden of gemakkelijk te maken, of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf of andere deelnemers aan het misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, door
- een arm om de nek van die [slachtoffer] te slaan en/of (daarbij) de woorden toe te voegen: “Hoe
is het nog verder? Vorige keer was je weggelopen. Dit keer gaat het je niet lukken om weg
te rennen. Als je mensen om hulp roept gaan wij je nog erger slaan”, althans woorden van
gelijke dreigende aard of strekking en/of
- die [slachtoffer] bij de nek en/of de handen/armen en/of de jas en/of de rug vast te pakken en/of
(vervolgens) die [slachtoffer] mee te nemen naar het Zuiderpark en/of
- die [slachtoffer] meermalen, althans eenmaal, tegen het lichaam te stompen/slaan en/of
- die [slachtoffer] tegen het lichaam te trappen/schoppen en/of
- ( middels videobellen) die [slachtoffer] een vuurwapen, althans een op een vuurwapen lijkend
voorwerp, te tonen en/of (daarbij) de woorden toe te voegen: “Als je naar iemand gaat, de
politie of wie dan ook. Dan ga je dood”, althans woorden van gelijke dreigende aard of
strekking en/of
- de kleding van die [slachtoffer] uit te trekken en/of die [slachtoffer] opdracht te geven om zijn kleding
uit te trekken.