ECLI:NL:RBROT:2025:13643
Rechtbank Rotterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Inbeslagname van voertuig op verzoek van Belgische autoriteiten in het kader van georganiseerde BTW-fraude
Op 14 april 2025 is er een klaagschrift ingediend op basis van artikel 552a van het Wetboek van Strafvordering (Sv) door de klager, die in Amsterdam domicilie heeft gekozen. Dit klaagschrift betreft de inbeslagname van een Audi A8, die op 5 februari 2025 in beslag is genomen tijdens een doorzoeking op verzoek van de Belgische gedelegeerd Europees aanklager (EDP) in verband met georganiseerde BTW-fraude. De rechtbank heeft op 16 oktober 2025 het klaagschrift in het openbaar behandeld, waarbij de officier van justitie en de gemachtigde raadslieden zijn gehoord. De klager betwistte de rechtmatigheid van het beslag, stellende dat er geen wettelijke grondslag voor zou zijn en dat hij niet als verdachte is aangemerkt. De officier van justitie stelde echter dat aan de formele vereisten voor het beslag is voldaan.
De rechtbank oordeelde dat de toetsing die in de lidstaat van de assisterende EDP wordt verricht, enkel betrekking mag hebben op de tenuitvoerlegging van de maatregel en niet op de rechtvaardiging ervan. De rechtbank bevestigde dat de machtiging voor het beslag op 10 februari 2025 door de rechter-commissaris was verleend en dat aan de formele vereisten was voldaan. De rechtbank verklaarde het beklag ongegrond, waarbij zij het belang van vertrouwelijkheid van de stukken zwaarder liet wegen dan het belang van inzage voor de verdediging. De beslissing werd openbaar uitgesproken op 13 november 2025.