Op 19 november 2025 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een zaak waarin verzoeker een voorlopige voorziening heeft gevraagd op grond van artikel 287b, eerste lid, van de Faillissementswet (Fw). Verzoeker, die sinds 29 september 2025 een PW-uitkering ontvangt, heeft op 23 oktober 2025 een verzoekschrift ingediend om te voorkomen dat verweerster, Stichting Havensteder, het proces-verbaal van ontruiming van zijn huurwoning ten uitvoer zou leggen. De rechtbank heeft vastgesteld dat er sprake is van een bedreigende situatie, aangezien verweerster op 30 oktober 2025 zou overgaan tot ontruiming. De rechtbank heeft de belangen van verzoeker, die in zijn huurwoning wil blijven wonen en een minnelijk schuldhulpverleningstraject doorloopt, zwaarder laten wegen dan die van verweerster. De rechtbank heeft de tenuitvoerlegging van het ontruimingsproces-verbaal opgeschort voor de duur van zes maanden, mits de huurtermijnen tijdig worden voldaan. Tevens is verzoeker niet-ontvankelijk verklaard in zijn verzoek tot toelating tot de schuldsaneringsregeling, maar kan hij in de toekomst een nieuw verzoek indienen.