ECLI:NL:RBROT:2025:13674

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
27 november 2025
Publicatiedatum
25 november 2025
Zaaknummer
25/894
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen het besluit van het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam inzake urgentieverklaring voor woningtoewijzing

In deze zaak heeft eiser een beroep ingesteld tegen het besluit van het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam, dat hem een urgentieverklaring heeft verleend voor gelijkvloerse benedenwoningen met een tuin, maar niet voor eengezinswoningen en maisonnettes. De urgentieverklaring is verleend vanwege de medische situatie van zijn dochter, die geen trappen kan lopen. Eiser heeft bezwaar gemaakt tegen het besluit van het college, dat het zoekprofiel van de urgentieverklaring heeft aangepast, maar niet heeft uitgebreid met woningen met inpandige trappen. De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard, omdat het college op basis van medisch advies mocht besluiten dat een gelijkvloerse woning noodzakelijk is. Eiser heeft aangevoerd dat zijn dochter in staat is om inpandige trappen te lopen, maar deze informatie was niet beschikbaar voor het college ten tijde van het bestreden besluit. De rechtbank concludeert dat het college niet verplicht was om het zoekprofiel uit te breiden en dat eiser geen recht heeft op terugbetaling van griffierecht of vergoeding van proceskosten.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Bestuursrecht
zaaknummer: ROT 25/894

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 27 november 2025 in de zaak tussen

[eiser] , uit [plaats] , eiser

en

het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam

(gemachtigde: mr. A. Wintjes).

Samenvatting

Eiser heeft een urgentieverklaring waarmee hij kan reageren op gelijkvloerse benedenwoningen met een tuin. Hij wil echter ook kunnen reageren op eengezinswoningen en maisonnettes. De urgentieverklaring is verleend in verband met de medische situatie van zijn dochter. In alle medische stukken die voorafgaand aan het bestreden besluit zijn ingediend, staat dat eisers dochter geen trappen kan lopen. Het lag dan ook niet voor de hand om het zoekprofiel in het bestreden besluit uit te breiden met woningen met inpandige trappen. Het beroep is ongegrond.

Procesverloop

1. Eiser heeft een aanvraag ingediend voor een urgentieverklaring op de urgentiegrond medische noodzaak. Met het besluit van 16 juli 2024 heeft het college een urgentieverklaring toegekend. Eiser heeft bezwaar gemaakt tegen dit besluit. Met het bestreden besluit van 11 december 2024 heeft het college het bezwaar gedeeltelijk gegrond verklaard en het zoekprofiel van de verleende urgentieverklaring aangepast.
2. Eiser heeft beroep ingesteld tegen het bestreden besluit.
3. Het college heeft op het beroepschrift gereageerd met een verweerschrift.
4. De rechtbank heeft het beroep op 13 november 2025 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: eiser, [persoon A] , [persoon B] (beiden namens eiser) en de gemachtigde van het college.

Beoordeling door de rechtbank

Waar gaat het in deze zaak om?
5. Eiser woont in een flatwoning op de vierde verdieping zonder lift. Vanwege de medische problemen van zijn dochter (autismespectrumstoornis met ADHD en een globale
ontwikkelingsachterstand) heeft eiser om medische redenen een urgentieverklaring gekregen, waarmee hij kan reageren op gelijkvloerse benedenwoningen (inclusief flatwoningen op de begane grond) met een afsluitbare tuin. Eiser wil echter ook kunnen reageren op eengezinswoningen en maisonnettes (flatwoningen met meerdere woonlagen) met een afsluitbare tuin.
De rechtbank verklaart het beroep ongegrond
6. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond. Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.
7. In de urgentieverklaring staat op welke woningen eiser mag reageren (het zoekprofiel). Het college heeft het zoekprofiel gebaseerd op een advies van een arts van het Team Sociaal Medische Advisering (SMA). Volgens de arts is er een medische noodzaak voor een gelijkvloerse woning (op de begane grond) met tuin. Een woning met een inpandige trap is volgens haar onvoldoende medisch verantwoord.
8. Eiser heeft in beroep aangevoerd dat zijn dochter soms bij een tante verblijft, die in een eengezinswoning woont. Eisers dochter maakt daar zelfstandig gebruik van de trap. Er is geen probleem met traplopen in een gecontroleerde omgeving. Het probleem ligt voornamelijk bij trappen in de openbare ruimte, omdat daar veel prikkels zijn.
9.1.
De rechtbank moet beoordelen of het bestreden besluit in stand kan blijven. De vraag die de rechtbank moet beantwoorden, is of het college aanleiding had moeten zien om het zoekprofiel uit te breiden met eengezinswoningen en maisonnettes.
9.2.
Eiser heeft in de aanvraag meerdere keren verklaard dat zijn dochter geen trappen kan lopen vanwege een ontwikkelingsachterstand. Hij heeft medische verklaringen overgelegd van onder meer een kinder- en jeugdpsychiater van Youz (april 2024) en een psycholoog van Youz (juli 2024). In deze verklaringen wordt gevraagd om toekenning van een urgentieverklaring voor een eengezinswoning. Waarom de specialisten van Youz van mening zijn dat een eengezinswoning geschikt is, wordt niet toegelicht. Dit had wel voor de hand gelegen, omdat de specialisten in hun verklaring ook melden dat eisers dochter geen trappen loopt. Eiser heeft ter zitting aangevoerd dat hij al in bezwaar heeft toegelicht dat zijn dochter alleen geen trappen loopt in prikkelrijke omgevingen. Dit volgt echter niet uit het verslag van de hoorzitting of overigens uit het dossier.
9.3.
Eiser heeft in beroep aangevoerd dat zijn dochter wel in staat is om inpandige trappen te lopen. Hij heeft daarbij een verklaring overgelegd van een pedagoog van CityKids (oktober 2025). Volgens de pedagoog is eisers dochter in staat om zelfstandig en veilig de trap op en af te lopen. Deze informatie dateert echter van na het bestreden besluit, zodat de arts van SMA deze niet heeft kunnen betrekken bij het medisch advies.
10. De rechtbank vindt dat het college in dit geval van het advies van de arts mocht uitgaan. In alle medische stukken die voorafgaand aan het bestreden besluit zijn ingediend, staat dat eisers dochter geen trappen kan lopen. Het lag dan ook niet voor de hand om het zoekprofiel uit te breiden met eengezinswoningen en maisonnettes. Als de medische situatie van eisers dochter anders is (geworden), dan kan eiser een gemotiveerd verzoek indienen bij het college, zodat kan worden gekeken of er aanleiding bestaat om een nieuw medisch advies aan te vragen.

Conclusie en gevolgen

11. Het beroep is ongegrond. Dat betekent dat het college het zoekprofiel niet hoeft uit te breiden met eengezinswoningen en maisonnettes. Eiser krijgt daarom het griffierecht niet terug. Hij krijgt ook geen vergoeding van zijn proceskosten.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. J.J.R. Lautenbach, rechter, in aanwezigheid van E.C. Petrusma, griffier.
Uitgesproken in het openbaar op 27 november 2025.
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Informatie over hoger beroep

Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met deze uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.