ECLI:NL:RBROT:2025:13677
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen besluit CBR inzake alcoholcursus en onderzoek alcoholgebruik
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 27 november 2025 uitspraak gedaan in een beroep van eiser tegen een besluit van het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen (CBR). Eiser had een cursus opgelegd gekregen omdat hij onder invloed van alcohol had gereden. Voordat hij deze cursus had voltooid, werd hij opnieuw aangehouden voor rijden onder invloed. Het CBR besloot daarop dat eiser de cursus niet meer hoefde te volgen en dat hij een onderzoek naar zijn alcoholgebruik moest laten uitvoeren. Eiser was het hier niet mee eens en wilde de cursus alsnog volgen.
De rechtbank heeft vastgesteld dat het CBR op basis van nieuwe feiten, namelijk de tweede aanhouding van eiser, terecht heeft besloten dat de cursus stopgezet moest worden. De rechtbank oordeelde dat er geen wettelijke grondslag was voor eiser om de cursus te blijven volgen, aangezien het CBR de bevoegdheid heeft om eerder opgelegde maatregelen te herzien bij nieuwe feiten. Eiser had niet kunnen aantonen waarom hij de cursus alsnog wilde volgen, vooral omdat de kosten van de cursus verrekend waren met de kosten van het onderzoek naar zijn alcoholgebruik.
Uiteindelijk verklaarde de rechtbank het beroep ongegrond, wat betekent dat eiser geen recht had op het volgen van de cursus en ook geen vergoeding van proceskosten of griffierecht terugkreeg. De uitspraak benadrukt de bevoegdheid van het CBR om besluiten te herzien op basis van nieuwe informatie en de impliciete bevoegdheid tot intrekking van eerder opgelegde maatregelen.