In deze beschikking van de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam, gedateerd 13 oktober 2025, wordt een voorwaardelijke machtiging tot gesloten jeugdhulp verleend voor een minderjarige, geboren in 2009, die onder toezicht staat. De kinderrechter oordeelt dat naast de voorwaardelijke machtiging ook een machtiging in de zin van artikel 1:265b van het Burgerlijk Wetboek noodzakelijk is, omdat de minderjarige onder toezicht staat en er geen ruimte is voor vrijwillige uithuisplaatsing. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de minderjarige op een gesloten groep verblijft en dat er ernstige opgroei- en opvoedingsproblemen zijn die haar ontwikkeling belemmeren. De ouders zijn belast met het ouderlijk gezag, maar de communicatie met de jeugdhulpaanbieder is verslechterd. De kinderrechter heeft de verzoeken van de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming West om een voorwaardelijke machtiging en een machtiging tot uithuisplaatsing toegewezen. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de beslissing direct geldt, ook als er hoger beroep wordt ingesteld. De kinderrechter benadrukt het belang van goede communicatie tussen de ouders, de jeugdhulpaanbieder en de minderjarige om verdere positieve ontwikkeling te waarborgen.