Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.[gedaagde 1] ,
[gedaagde 2],
1.De zaak in het kort
2.De procedure
- de dagvaarding van 14 november 2024 van [eiseres] met producties 1 t/m 12;
- de conclusie van antwoord in conventie tevens eis in reconventie van 5 maart 2025 van [gedaagde 2] c.s. met producties 1 t/m 13;
- de brief van de rechtbank van 3 juni 2025 ten aanzien van de mondelinge behandeling op
- bij akte van 19 juni 2025 ingediende wijziging van eis in reconventie van [gedaagde 2] c.s.;
- bij akte van 30 juni 2025 ingediende overlegging producties van [eiseres] met producties 1 t/m 6;
- de conclusie van antwoord in reconventie van 30 juni 2025 van [eiseres] met productie 1;
3.De feiten
4.Het geschil
In conventie
5.De beoordeling in conventie
Vaste aanneemsom
Additional work) van de overeenkomst, (veel) meer verwacht worden. [eiseres] kon tot slot evenmin een verklaring geven waarom in strijd met artikel 7 van de overeenkomst is gehandeld. De in het geding gebrachte verklaring levert daarom geen bewijs op van het gestelde overeengekomen meerwerk. Dat het gestelde meerwerk anderszins is overeengekomen is evenmin gebleken.
extrakosten maken voor het laten afmaken van het overeengekomen werk (welke kosten zij bij een correcte nakoming door [eiseres] niet zou hebben gehad)?”
extrakosten (ten opzichte van het overeengekomen bedrag) [gedaagde 2] c.s. zouden moeten maken om het werk alsnog te laten afronden.