Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
2.De beoordeling
3.De beslissing
dinsdag 20 januari 2026 om 11.30 uurwaarvoor [verzoekster] [verweerster] met een exploot moet oproepen;
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak, behandeld door de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam, is op 26 november 2025 een beschikking gegeven in een verzetprocedure. De verzoekster, die zelf procedeert, is in een eerdere procedure bij verstek veroordeeld. Op 17 september 2025 vond deze eerdere uitspraak plaats onder zaaknummer 11716332. De verzoekster heeft op 12 november 2025 een e-mail gestuurd naar de rechtbank, waarin zij haar onvrede over het verstekvonnis kenbaar maakt. De kantonrechter heeft de verzoekster de mogelijkheid gegeven om in verzet te gaan, wat betekent dat de rechtszaak heropend kan worden. Dit dient echter te gebeuren via een dagvaarding, zoals voorgeschreven in artikel 143 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv).
De kantonrechter heeft de verzoekster ook de gelegenheid geboden om de verweerster met een exploot door de deurwaarder op te roepen, conform artikel 45 en artikel 111 Rv. De procedure wordt omgezet naar een dagvaardingsprocedure, waarbij de verzoekster haar stellingen kan aanpassen aan de nieuwe regels. De kantonrechter heeft benadrukt dat als er op de datum van de beslissing geen oproepingsexploot is ontvangen, de verzoekster niet ontvankelijk zal worden verklaard in haar verzoek, waardoor het verstekvonnis onverkort blijft gelden.
Daarnaast heeft de kantonrechter de verzoekster aangemoedigd om te communiceren met de advocaat van de verweerster om mogelijk tot een minnelijke regeling te komen, aangezien het maken van een dagvaarding en het voortzetten van de procedure extra kosten en tijd met zich meebrengt. De beslissing van de kantonrechter omvat een verwijzing naar de rolzitting op 20 januari 2026, waar de verzoekster de verweerster moet oproepen, en de voortzetting van de procedure volgens de regels van de dagvaardingsprocedure.