In deze zaak, die voor de Rechtbank Rotterdam is behandeld, betreft het een huurkoopovereenkomst tussen Hiltermann Lease B.V. en een gedaagde partij die een Mercedes heeft aangeschaft. De gedaagde heeft de maandelijkse leasebetalingen niet voldaan, wat heeft geleid tot de ontbinding van de overeenkomst door Hiltermann. Hiltermann vordert in deze procedure een verklaring van ontbinding en schadevergoeding van de gedaagde. De gedaagde heeft in het incident verzocht om toestemming om twee andere vennootschappen, [bedrijf 1] en [bedrijf 2], in vrijwaring op te roepen. De kantonrechter heeft toestemming gegeven voor [bedrijf 2], maar niet voor [bedrijf 1], omdat de gedaagde onvoldoende heeft aangetoond dat [bedrijf 1] aansprakelijk is. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedaagde niet duidelijk heeft gemaakt met wie zij de huurkoopovereenkomst heeft gesloten en dat er onvoldoende bewijs is dat [bedrijf 1] verantwoordelijk is voor de ontbinding van de overeenkomst. De gedaagde mag wel de bestuurders van [bedrijf 2] in vrijwaring oproepen, omdat er voldoende grond is voor aansprakelijkheid. De zaak is aangehouden voor verdere behandeling op 16 december 2025, waar de gedaagde de gedaagden moet oproepen voor de rolzitting. De proceskosten worden door beide partijen gedragen, en de overige beslissingen in de hoofdzaak worden aangehouden.