Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.1. [gedaagde sub 1] ,
2. [gedaagde sub 2],
woonplaats: [plaats 2] ,
gedaagde sub 2,
1.De procedure
- de dagvaarding van 7 mei 2025, met bijlagen;
- het mondelinge antwoord.
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 24 oktober 2025 uitspraak gedaan in een geschil tussen Stichting Woonbron en twee gedaagden, aangeduid als gedaagde sub 1 en gedaagde sub 2. De eiseres, Woonbron, vorderde betaling van een huurachterstand en ontbinding van de huurovereenkomst, evenals ontruiming van de woning. Gedaagde sub 2 had de woning al jaren verlaten, maar had de huurovereenkomst niet opgezegd. De kantonrechter oordeelde dat gedaagden hoofdelijk verantwoordelijk zijn voor de huurachterstand van € 7.854,04 en dat de huurovereenkomst met gedaagde sub 1 ontbonden moest worden vanwege de ernstige huurachterstand. Gedaagde sub 1 werd veroordeeld om de woning binnen drie dagen na betekening van het vonnis te ontruimen en een gebruiksvergoeding te betalen. De kantonrechter wees de vordering tot incassokosten en rente af, omdat de bepalingen in de algemene voorwaarden van Woonbron als oneerlijk werden beschouwd. De proceskosten werden eveneens aan gedaagden opgelegd, omdat zij ongelijk kregen in de procedure. Het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard.