Op 1 december 2025 heeft de meervoudige wrakingskamer van de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een wrakingsprocedure. Verzoekster, woonachtig in Winschoten, heeft een wrakingsverzoek ingediend tegen mr. K. Bakker, de rechter in een aanhangige civiele zaak. De hoofdzaak betreft een familierechtelijke procedure tussen R.C.T. Menses en verzoekster. In de wrakingsprocedure is het van belang dat partijen zich laten bijstaan door een advocaat, zoals vastgelegd in artikel 79 lid 2 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering. Verzoekster heeft echter geen advocaat ingeschakeld om haar wrakingsverzoek te ondersteunen, wat in strijd is met de vereisten voor verplichte procesvertegenwoordiging. De rechtbank heeft verzoekster in de gelegenheid gesteld om een advocaat te zoeken, maar de termijn hiervoor is verstreken zonder dat zij een advocaat heeft gevonden. Hierdoor is verzoekster niet-ontvankelijk verklaard in haar wrakingsverzoek, en is er geen inhoudelijke beoordeling van het verzoek gedaan. De beslissing is openbaar uitgesproken en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze uitspraak.