Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding van 29 augustus 2025, met bijlagen;
- de aantekeningen van het mondelinge antwoord, met bijlagen;
- de repliek, tevens akte vermindering van eis.
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Rotterdam op 5 december 2025, is Stichting Woonplus Schiedam als eiseres opgetreden tegen een gedaagde die zelf procedeert. De zaak betreft een huurachterstand van € 835,84 die de gedaagde moet betalen aan Woonplus. De gedaagde huurt een woning van Woonplus voor een maandelijkse huurprijs van € 581,04. Woonplus heeft de huurachterstand opgeëist, en de kantonrechter heeft geoordeeld dat de gedaagde deze achterstand moet voldoen. De gedaagde heeft erkend dat er een huurachterstand was, maar heeft betwist dat het volledige bedrag van € 985,84 verschuldigd was. Na enkele betalingen door de gedaagde heeft Woonplus het gevorderde bedrag verlaagd.
De kantonrechter heeft echter de vordering tot betaling van incassokosten en rente afgewezen. Dit is gebaseerd op de bevinding dat er een oneerlijke bepaling in de algemene huurvoorwaarden van Woonplus staat, die de gedaagde verplicht tot het betalen van een boete bij niet-naleving van de betalingsverplichtingen. De kantonrechter heeft vastgesteld dat deze bepaling in strijd is met de wet, waardoor Woonplus geen aanspraak kan maken op de incassokosten en rente.
Daarnaast heeft de kantonrechter de proceskosten voor rekening van de gedaagde gesteld, omdat deze grotendeels ongelijk heeft gekregen. De totale proceskosten zijn begroot op € 822,95. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat Woonplus het vonnis onmiddellijk kan uitvoeren, ook als de gedaagde in hoger beroep gaat. De kantonrechter heeft in zijn beslissing alle andere vorderingen afgewezen.