Op 23 oktober 2025 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een zaak waarin [verzoeker] verzocht om toelating tot de wettelijke schuldsaneringsregeling (Wsnp). [verzoeker] bevond zich in een problematische schuldensituatie en had een verzoek ingediend om toegelaten te worden tot de Wsnp. Tijdens de zitting op 16 oktober 2025 werd het verzoek behandeld, waarbij [verzoeker] en zijn beschermingsbewindvoerder, de heer G.J. van Rossen, aanwezig waren. De rechtbank oordeelde dat [verzoeker] ontvankelijk was in zijn verzoek, ondanks dat hij geen poging had gedaan tot een buitengerechtelijke schuldregeling. Dit was gerechtvaardigd gezien de omstandigheden, waaronder een moratorium dat was verleend vanwege een dreigende woningontruiming.
De rechtbank beoordeelde dat [verzoeker] zich in een problematische schuldensituatie bevond en dat hij te goeder trouw was bij het ontstaan van zijn schulden, met uitzondering van enkele schulden aan het CJIB en de Belastingdienst. Desondanks besloot de rechtbank om [verzoeker] toe te laten tot de Wsnp met toepassing van de hardheidsclausule, omdat hij zijn omstandigheden onder controle had gekregen en inmiddels een baan had. De rechtbank stelde de looptijd van de Wsnp-regeling vast op 18 maanden, met een ingangsdatum van 23 oktober 2025. Tevens werden een bewindvoerder en een rechter-commissaris benoemd om toezicht te houden op de uitvoering van de regeling. De beslissing werd openbaar uitgesproken en [verzoeker] werd geïnformeerd over zijn rechten met betrekking tot hoger beroep.