ECLI:NL:RBROT:2025:14573

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
21 november 2025
Publicatiedatum
12 december 2025
Zaaknummer
C/10/709980 / JE RK 25-2325
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ondertoezichtstelling van een minderjarige in het kader van complexe echtscheidingsproblematiek en loyaliteitsconflict

In deze beschikking van de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam, gedateerd 21 november 2025, wordt een ondertoezichtstelling van de minderjarige [minderjarige] bevolen. De zaak betreft een complexe echtscheidingsproblematiek tussen de ouders van [minderjarige], die leidt tot een loyaliteitsconflict voor het kind. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de ouders, [naam moeder] en [naam vader], niet in staat zijn om op een constructieve manier met elkaar te communiceren, wat schadelijk is voor de ontwikkeling van [minderjarige]. De Raad voor de Kinderbescherming heeft verzocht om de ondertoezichtstelling, waarbij de noodzaak van hulpverlening en ondersteuning voor zowel [minderjarige] als de ouders wordt benadrukt. Tijdens de zitting op 21 november 2025 waren de moeder, een vertegenwoordiger van de Raad en een vertegenwoordiger van de gecertificeerde instelling aanwezig, terwijl de vader niet verscheen. De kinderrechter oordeelt dat de ondertoezichtstelling noodzakelijk is om de ontwikkeling van [minderjarige] te waarborgen en om de communicatie tussen de ouders te verbeteren. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de beslissing direct van kracht is, ook als er hoger beroep wordt ingesteld. De ondertoezichtstelling gaat in op 21 november 2025 en duurt tot 21 november 2026.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Team Jeugd
Zaaknummer: C/10/709980 / JE RK 25-2325
Datum uitspraak: 21 november 2025
Beschikking van de kinderrechter over een ondertoezichtstelling
in de zaak van
de Raad voor de Kinderbescherming, regio Rotterdam-Dordrecht
gevestigd te Rotterdam, hierna te noemen: de Raad,
over
[minderjarige],
geboren op [geboortedatum] 2015 in [geboorteplaats] , hierna te noemen: [minderjarige] .
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:
[naam moeder],
hierna te noemen: de moeder, wonende op een bij de rechtbank bekend adres,
[naam vader],
hierna te noemen: de vader, wonende in [woonplaats] .

1.Het verloop van de procedure

1.1.
De kinderrechter neemt de volgende stukken mee in de beoordeling:
- het verzoekschrift met bijlagen, ontvangen op 12 november 2025.
1.2.
De zitting met gesloten deuren heeft plaatsgevonden op 21 november 2025. Daarbij waren aanwezig:
- de moeder;
- een vertegenwoordiger van de Raad, [naam 1] ;
- een vertegenwoordiger van de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond, hierna: de GI, [naam 2] .
De vader is niet verschenen. De kinderrechter stelt vast dat de vader wel juist is opgeroepen.

2.De feiten

2.1.
De vader en de moeder zijn belast met het ouderlijk gezag over [minderjarige] .
2.2.
[minderjarige] woont bij zijn moeder.

3.Het verzoek

3.1.
De Raad verzoekt [minderjarige] onder toezicht te stellen voor de duur van een jaar en de beslissing uitvoerbaar bij voorraad te verklaren.

4.De standpunten

4.1.
De Raad heeft ter zitting het verzoek gehandhaafd en als volgt nader toegelicht. [minderjarige] is een vrolijk, enthousiast, maar ook kwetsbaar jongetje. Door de scheiding van de ouders bevindt [minderjarige] zich in een loyaliteitsconflict. [minderjarige] laat steeds meer weerstand zien ten opzichte van de vader, mede omdat de vader niet onvoldoende aansluit bij zijn behoeftes. Ook [naam 3] , het zusje van [minderjarige] , laat steeds meer weerstand zien in haar gedrag. Het is belangrijk dat er een neutraal persoon betrokken raakt, die hulpverlening inzet in de opvoedsituatie van [minderjarige] . Door de spanningen tussen de ouders laat [minderjarige] steeds vaker tics zien. Het is daarom noodzakelijk dat de moeder en de vader beter gaan samenwerken. Momenteel hebben de ouders te weinig vertrouwen in elkaar en lukt het onvoldoende om praktische zaken onderling te regelen. De ouders moeten nog lange tijd samen de opvoeding van hun kinderen op zich nemen en het is daarom belangrijk dat de spanningen tussen de ouders worden aangepakt, en dat de samenwerking verbetert.
4.2.
De GI heeft ter zitting het verzoek van de Raad ondersteund. Een ondertoezichtstelling van [minderjarige] is noodzakelijk om de nodige hulpverlening voor hem en de ouders in te zetten. Het is belangrijk dat de hulpverlening en de therapie die nodig is voor [minderjarige] aansluiten bij de behoeften van [minderjarige] . Positief is dat er direct een vaste jeugdbeschermer beschikbaar is, die aankomende maandag kan starten en betrokken is bij het gezin.
4.3.
De moeder stemt ter zitting in met het verzoek van de Raad. Vanuit school is een onderzoek gestart om te achterhalen waar de concentratieproblemen van [minderjarige] vandaan komen. Voor nader onderzoek naar het gedrag van [minderjarige] is toestemming van de vader vereist. De vader wil geen toestemming geven en ziet niet in dat [minderjarige] hulp nodig heeft. De moeder maakt zich zorgen om wat er in het hoofd van [minderjarige] omgaat. [minderjarige] geeft voortdurend aan dat hij met mensen wil praten. [minderjarige] wil niet met de moeder praten omdat hij bang is om haar te kwetsen. De moeder vindt het teleurstellend dat de vader niet het belang inziet van een onafhankelijk persoon met wie [minderjarige] wel goed kan praten. De moeder wil niets liever dan dat [minderjarige] zich beter voelt, kind kan zijn en zich kan concentreren op school en activiteiten die hij belangrijk vindt. De afgelopen tijd ontwikkelt [minderjarige] zich positief, waardoor de zorgen bij de moeder deels zijn afgenomen. Gisteren heeft de moeder een rapportgesprek op school gehad waar ook de positieve ontwikkeling van [minderjarige] werd benadrukt. De moeder heeft al vaker geprobeerd om de communicatie met de vader te verbeteren, maar dit is tot op heden nog niet gelukt.

5.De beoordeling

5.1.
De kinderrechter is van oordeel dat aan de voorwaarden voor een ondertoezichtstelling is voldaan. [1] De kinderrechter legt hieronder uit waarom.
5.2.
Uit de overgelegde stukken en de mondelinge behandeling blijkt dat [minderjarige] ernstig in zijn ontwikkeling wordt bedreigd. Er is sprake van complexe echtscheidingsproblematiek van de ouders waar [minderjarige] last van ondervindt. Het lukt de ouders al langere tijd niet meer om in het belang van [minderjarige] met elkaar te communiceren. Het ontbreekt hen aan onderling vertrouwen en de mogelijkheid om zelfstandig te werken aan herstel van de communicatie. [minderjarige] wordt deelgenoot gemaakt van de problematiek van de ouders en raakt in een loyaliteitsconflict, wat bijzonder belastend en schadelijk is voor zijn ontwikkeling. Het is in het belang van een goede ontwikkeling van [minderjarige] noodzakelijk dat de ouders in staat zijn om over hem belangrijke beslissingen gezamenlijk te nemen en afspraken te maken. De kinderrechter acht het daarom noodzakelijk dat een jeugdbeschermer in het kader van een ondertoezichtstelling betrokken raakt, zodat een onafhankelijk persoon de belangen van [minderjarige] voor ogen kan houden, de regie kan voeren en hulpverlening kan inzetten die in het belang van [minderjarige] noodzakelijk is. Ook dient er hulpverlening te worden ingezet om de onderlinge communicatie tussen de ouders te verbeteren, nu [minderjarige] pas 10 jaar oud is en de ouders nog vele jaren met elkaar zullen moeten overleggen over belangrijke zaken rondom hun zoon.
5.3.
De ondertoezichtstelling is daarom in dit geval nodig. De kinderrechter stelt [minderjarige] onder toezicht voor de duur van een jaar.
5.4.
De kinderrechter verklaart de beslissing uitvoerbaar bij voorraad, zoals is verzocht. Dat wil zeggen dat de beslissing direct geldt, ook als iemand in hoger beroep gaat.

6.De beslissing

De kinderrechter:
6.1.
stelt [minderjarige] onder toezicht van Stichting Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond met ingang van 21 november 2025 tot 21 november 2026;
6.2.
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beslissing is gegeven en in het openbaar uitgesproken op 21 november 2025 door mr. F. Aukema-Hartog, kinderrechter, in aanwezigheid van E.N. Laurensse als griffier, en op schrift gesteld op 2 december 2025.
Tegen eindbeslissingen in deze beschikking is hoger beroep mogelijk bij het gerechtshof Den Haag. Hiervoor is een advocaat nodig. Wie kunnen hoger beroep instellen:
  • degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
  • andere belanghebbenden, binnen drie maanden na de betekening van deze beschikking of binnen drie maanden nadat zij op andere wijze daarvan kennis hebben genomen.

Voetnoten

1.Artikel 1:255 BW.