ECLI:NL:RBROT:2025:14860

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
5 november 2025
Publicatiedatum
18 december 2025
Zaaknummer
10/016190-24
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verkeersongeval met lichamelijk letsel door rijden onder invloed en zonder rijbewijs

Op 5 november 2025 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die op 6 juli 2023 te Ridderkerk een verkeersongeval heeft veroorzaakt. De verdachte, die onder invloed van alcohol was en niet in het bezit van een geldig rijbewijs, reed met hoge snelheid en overschreed een doorgetrokken streep, waardoor hij frontaal tegen een tegemoetkomende auto botste. Het slachtoffer liep als gevolg van de aanrijding lichamelijk letsel op, waaronder een gebroken neus, en kon tijdelijk niet werken. De rechtbank oordeelde dat de verdachte zich zeer onvoorzichtig en onoplettend heeft gedragen in het verkeer, wat leidde tot de aanrijding. De officier van justitie had een gevangenisstraf van zeven maanden geëist, maar de rechtbank legde een gevangenisstraf van zes maanden op, evenals een rijontzegging van 36 maanden. De rechtbank hield rekening met de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan, en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder eerdere veroordelingen voor vergelijkbare feiten.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team straf 2
Parketnummer: 10/016190-24
Datum uitspraak: 5 november 2025
Verstek
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] ( [geboorteland] ) op [geboortedatum] 1981,
niet ingeschreven in de Basisregistratie Personen,
laatst opgegeven woon- of verblijfplaats aan de [adres] [postcode] te [plaats] .

1.Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzitting van 5 november 2025.

2.Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding. De tekst van de tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3.Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. N. van der Meij heeft gevorderd:
  • bewezenverklaring van het onder 1 primair, 2 en 3 ten laste gelegde;
  • veroordeling van de verdachte voor het onder 1 primair en 2 ten laste gelegde tot een gevangenisstraf voor de duur van 7 maanden, waarvan 5 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar;
  • veroordeling van de verdachte voor het onder 1 primair ten laste gelegde tot een ontzegging van de rijbevoegdheid voor de duur van 36 maanden;
  • toepassing van artikel 9a van het Wetboek van Strafrecht ten aanzien van het onder 3 ten laste gelegde.

4.Waardering van het bewijs

4.1.
Bewijswaardering
De rechtbank stelt op grond van de bewijsmiddelen het volgende vast. Op 6 juli 2023 omstreeks 10:02 uur heeft op de Verbindingsweg te Ridderkerk een aanrijding plaatsgevonden. De verdachte reed als bestuurder van een BMW over de Verbindingsweg vanuit de richting van de Populierenlaan in de richting van de IJsselmondse Randweg. Het slachtoffer reed op dezelfde weg in de tegenovergestelde richting. De twee rijbanen werden van elkaar gescheiden door een dubbele doorgetrokken streep. Uit de Verkeersongevallenanalyse (VOA) volgt dat het verkeersongeval heeft plaatsgevonden op de rijstrook van het slachtoffer. De verdachte heeft met zijn auto de doorgetrokken streep overschreden en is op de rijstrook bestemd voor het tegemoetkomende verkeer frontaal tegen de auto van het slachtoffer gebotst. De verdachte reed kort daarvoor al zonder af te remmen op een rotonde af waarbij hij bijna een verkeersbord raakte. Vervolgens is hij slingerend doorgereden waarbij hij op de weghelft van tegemoetkomend verkeer terechtkwam en op een haar na twee auto’s miste en weer op zijn eigen weghelft terecht kwam. Dit alles gebeurde met hoge snelheid. Vervolgens is de verdachte weer op de verkeerde weghelft terechtkomen en is daar op hoge snelheid tegen het verkeer in doorgereden. Kort daarna vond de aanrijding plaats.
Uit het onderzoek dat na het ongeval is uitgevoerd, is bovendien gebleken dat de verdachte te veel alcohol in zijn bloed had en dat de verdachte niet in het bezit was van een geldig rijbewijs.
Tegenover de politie heeft de verdachte al dit handelen erkend.
Gelet op deze combinatie van gedragingen en omstandigheden is de rechtbank van oordeel dat de verdachte zeer onvoorzichtig en onoplettend heeft gereden als gevolg waarvan het verkeersongeval heeft plaatsgevonden. De verdachte heeft daarom schuld aan het verkeersongeval als bedoeld in de zin van artikel 6 WVW.
Het slachtoffer heeft als gevolg van deze frontale botsing een gebroken neus opgelopen, waarbij de neus is rechtgezet. De geschatte genezingsduur bedroeg zes weken. Het slachtoffer heeft vier maanden na het ongeluk bij de politie aangegeven dat hij als gevolg van het ongeluk niet meer kan werken. Het toegebrachte letsel kwalificeert de rechtbank als lichamelijk letsel, waardoor tijdelijke ziekte of verhindering in de uitoefening van de normale bezigheden is ontstaan.
4.2.
Bewezenverklaring
In bijlage II heeft de rechtbank de inhoud van wettige bewijsmiddelen opgenomen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Op grond daarvan, en op grond van de redengevende inhoud van het voorgaande, is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1 primair, 2 en 3 ten laste gelegde heeft begaan op die wijze dat:
1. primair
hij op
of omstreeks6 juli 2023 te Ridderkerk als verkeersdeelnemer, namelijk als
bestuurder van een motorrijtuig (personenauto), daarmede rijdende over de weg,
de Verbindingsweg, zich zodanig heeft gedragen dat een aan zijn schuld te wijten
verkeersongeval heeft plaatsgevonden door met dat motorrijtuig
roekeloos, in elk
gevalzeer,
althans aanmerkelijk, onoplettend, onvoorzichtig,
enonachtzaam
en/of
met aanmerkelijke verwaarlozing van de ten dezen geboden zorgvuldigheidte
rijden op die weg, welk
roekeloos, althansonoplettend, onvoorzichtig,
enonachtzaam
rijgedrag hierin heeft bestaan dat verdachte toen daar
- zijn snelheid niet zodanig heeft aangepast aan de verkeersomstandigheden, dat
hij, verdachte, zijn motorrijtuig tot stilstand kon brengen binnen de afstand
waarover de weg vrij was en/of hij, verdachte, de weg kon overzien en
/of
- zijn voertuig niet onder controle heeft gehouden en
/of
- slingerend heeft gereden en
/of
-
(daarbij) meermalen, althans eenmaal, (telkens)op de rijstrook / weghelft voor het
tegemoetkomende verkeer terecht is gekomen / is gaan rijden en
/of
- gezien de voornoemde omstandigheden ter plaatse met
(veel)te hoge snelheid
heeft gereden en
/of
- vervolgens rijdend op de rijstrook, bestemd voor het tegemoetkomende verkeer,
tegen een hem, verdachte, tegemoetkomend motorrijtuig (personenauto) is
aangereden / aangebotst,
waardoor een ander (genaamd [slachtoffer] )
zwaar lichamelijk letsel, te weten een
gebroken neus en/of een blijvende scheefstand van de neus, ofzodanig lichamelijk
letsel werd toegebracht, dat daaruit tijdelijke ziekte of verhindering in de
uitoefening van de normale bezigheden is ontstaan,
terwijl hij, verdachte, verkeerde in de toestand als bedoeld in artikel 8,
eerste,
tweede,
derde, vierde of vijfdelid van de Wegenverkeerswet 1994
, dan wel na het
feit niet heeft voldaan aan een bevel gegeven krachtens artikel 163, tweede, zesde,
zevende of negende lid van genoemde wet;
2
hij op
of omstreeks6 juli 2023 te Ridderkerk, als bestuurder van een motorrijtuig,
(personenauto), dit voertuig heeft bestuurd, na zodanig gebruik van
alcoholhoudende drank, dat het alcoholgehalte in zijn bloed bij een onderzoek, als
bedoeld in artikel 8, tweede lid, aanhef en onder b van de Wegenverkeerswet 1994,
1,59 milligram, in elk geval hoger dan 0,5 milligram, alcohol per milliliter bloed
bleek te zijn;
3
hij op
of omstreeks6 juli 2023 te Ridderkerk als bestuurder van een motorrijtuig
(personenauto) heeft gereden op de weg, de Verbindingsweg, zonder dat aan hem
door de daartoe bevoegde autoriteit, als bedoeld in artikel 116 lid 1 van de
Wegenverkeerswet 1994 een rijbewijs was afgegeven voor de categorie van
motorrijtuigen, waartoe dat motorrijtuig behoorde.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.
Voor zover in de bewezen verklaarde tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. De verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.

5.Strafbaarheid feiten

De bewezen feiten leveren op:
1 primair, 2 en 3
eendaadse samenloop van
overtreding van artikel 6 van de Wegenverkeerswet 1994, terwijl het een ongeval betreft waardoor een ander lichamelijk letsel wordt toegebracht en terwijl de schuldige verkeerde in de toestand, bedoeld in artikel 8, tweede lid, onderdeel b, van deze wet;
en
overtreding van artikel 8, tweede lid, onderdeel b van de Wegenverkeerswet 1994;
en
overtreding van artikel 107, eerste lid, van de Wegenverkeerswet 1994.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. De feiten zijn dus strafbaar.

6.Strafbaarheid verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit. De verdachte is dus strafbaar.

7.Motivering straf en maatregel

De straf en maatregel die aan de verdachte worden opgelegd, zijn gegrond op de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder de feiten zijn begaan en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het veroorzaken van een verkeersongeval. De verdachte is onder invloed van alcohol en zonder dat hij een rijbewijs had, in de auto gestapt. De verdachte reed slingerend, met een te hoge snelheid en kwam op de verkeerde weghelft terecht waar hij frontaal tegen een tegemoetkomende auto is gebotst. Het slachtoffer, de bestuurder van die auto, heeft daardoor lichamelijk letsel opgelopen, waaronder een gebroken neus, en kon daardoor lange tijd niet werken.
De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel uit de justitiële documentatie van 8 april 2025, waaruit blijkt dat de verdachte in 2021 is veroordeeld voor het rijden zonder geldig rijbewijs.
Gezien de ernst van de feiten kan niet anders worden gereageerd dan met het opleggen van een gevangenisstraf. Bij de bepaling van de duur van de gevangenisstraf heeft de rechtbank acht geslagen op straffen die in soortgelijke zaken worden opgelegd. De landelijke oriëntatiepunten voor straftoemeting van het Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht (LOVS) nemen in geval van het veroorzaken van een verkeersongeval met lichamelijk letsel als gevolg waarbij sprake is van een zeer hoge mate van schuld en alcoholgebruik van meer dan 570 μg/l tot uitgangspunt een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van zeven maanden en een ontzegging van de bevoegdheid motorrijtuigen te besturen gedurende drie jaar. De rechtbank houdt er in straf verhogende zin rekening mee dat de verdachte ten aanzien van het rijden zonder rijbewijs recidive heeft. Verder houdt de rechtbank er bij de strafoplegging rekening mee dat sprake is van een overschrijding van de redelijke termijn.
Alles afwegend acht de rechtbank de hierna te noemen straf en maatregel passend en geboden.
Tenuitvoerlegging van de op te leggen gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat de verdachte in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma als bedoeld in artikel 4 van de Penitentiaire beginselenwet.

8.Toepasselijke wettelijke voorschriften

Gelet is op de artikelen 6, 8, 107, 175, 176, 177 en 179 van de Wegenverkeerswet 1994.

9.Bijlagen

De in dit vonnis genoemde bijlagen maken deel uit van dit vonnis.

10.Beslissing

De rechtbank:
verklaart bewezen, dat de verdachte de onder 1 primair, 2 en 3 ten laste gelegde feiten, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert de hiervoor vermelde strafbare feiten;
verklaart de verdachte strafbaar;
bepaalt dat ten aanzien van het onder 3 bewezenverklaarde feit geen straf of maatregel wordt opgelegd;
veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstraf voor de duur van 6 (zes) maanden;
ontzegtde verdachte
de bevoegdheid motorrijtuigen te besturenvoor de tijd van
36 (zesendertig) maanden.
Dit vonnis is gewezen door mr. W.M. Stolk, voorzitter,
en mrs. G.P. van de Beek en J.A. Terstegge, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. E. van Beek, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting op de datum die in de kop van dit vonnis is vermeld.
De jongste rechter is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage I
Tekst tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
1
hij op of omstreeks 6 juli 2023 te Ridderkerk als verkeersdeelnemer, namelijk als
bestuurder van een motorrijtuig (personenauto), daarmede rijdende over de weg,
de Verbindingsweg, zich zodanig heeft gedragen dat een aan zijn schuld te wijten
verkeersongeval heeft plaatsgevonden door met dat motorrijtuig roekeloos, in elk
geval zeer, althans aanmerkelijk, onoplettend, onvoorzichtig, onachtzaam en/of
met aanmerkelijke verwaarlozing van de ten dezen geboden zorgvuldigheid te
rijden op die weg, welk roekeloos, althans onoplettend, onvoorzichtig, onachtzaam
en/of onzorgvuldig rijgedrag hierin heeft bestaan dat verdachte toen daar
- zijn snelheid niet zodanig heeft aangepast aan de verkeersomstandigheden, dat
hij, verdachte, zijn motorrijtuig tot stilstand kon brengen binnen de afstand
waarover de weg vrij was en/of hij, verdachte, de weg kon overzien en/of
- zijn voertuig niet onder controle heeft gehouden en/of
- slingerend heeft gereden en/of
- ( daarbij) meermalen, althans eenmaal, (telkens) op de rijstrook / weghelft voor het
tegemoetkomende verkeer terecht is gekomen / is gaan rijden en/of
- gezien de voornoemde omstandigheden ter plaatse met (veel) te hoge snelheid
heeft gereden en/of
- vervolgens rijdend op de rijstrook, bestemd voor het tegemoetkomende verkeer,
tegen een hem, verdachte, tegemoetkomend motorrijtuig (personenauto) is
aangereden / aangebotst,
waardoor een ander (genaamd [slachtoffer] ) zwaar lichamelijk letsel, te weten een
gebroken neus en/of een blijvende scheefstand van de neus, of zodanig lichamelijk
letsel werd toegebracht, dat daaruit tijdelijke ziekte of verhindering in de
uitoefening van de normale bezigheden is ontstaan,
terwijl hij, verdachte, verkeerde in de toestand als bedoeld in artikel 8, eerste,
tweede, derde, vierde of vijfde lid van de Wegenverkeerswet 1994, dan wel na het
feit niet heeft voldaan aan een bevel gegeven krachtens artikel 163, tweede, zesde,
zevende of negende lid van genoemde wet
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou
kunnen leiden:
hij op of omstreeks 6 juli 2023 te Ridderkerk als bestuurder van een voertuig
(personenauto), daarmee rijdende op de weg, de Verbindingsweg,
- zijn snelheid niet zodanig heeft aangepast aan de verkeersomstandigheden, dat
hij, verdachte, zijn motorrijtuig tot stilstand kon brengen binnen de afstand
waarover de weg vrij was en/of hij, verdachte, de weg kon overzien en/of
- zijn voertuig niet onder controle heeft gehouden en/of
- slingerend heeft gereden en/of
- ( daarbij) meermalen, althans eenmaal, (telkens) op de rijstrook / weghelft voor het
tegemoetkomende verkeer terecht is gekomen / is gaan rijden en/of
- gezien de voornoemde omstandigheden ter plaatse met (veel) te hoge snelheid
heeft gereden en/of
- vervolgens rijdend op de rijstrook, bestemd voor het tegemoetkomende verkeer,
tegen een hem, verdachte, tegemoetkomend motorrijtuig (personenauto) is
aangereden / aangebotst,
door welke gedraging(en) van verdachte gevaar op die weg werd veroorzaakt,
althans kon worden veroorzaakt, en/of het verkeer op die weg werd gehinderd,
althans kon worden gehinderd;
2
hij op of omstreeks 6 juli 2023 te Ridderkerk, als bestuurder van een motorrijtuig,
(personenauto), dit voertuig heeft bestuurd, na zodanig gebruik van
alcoholhoudende drank, dat het alcoholgehalte in zijn bloed bij een onderzoek, als
bedoeld in artikel 8, tweede lid, aanhef en onder b van de Wegenverkeerswet 1994,
1,59 milligram, in elk geval hoger dan 0,5 milligram, alcohol per milliliter bloed
bleek te zijn;
3
hij op of omstreeks 6 juli 2023 te Ridderkerk als bestuurder van een motorrijtuig
(personenauto) heeft gereden op de weg, de Verbindingsweg, zonder dat aan hem
door de daartoe bevoegde autoriteit, als bedoeld in artikel 116 lid 1 van de
Wegenverkeerswet 1994 een rijbewijs was afgegeven voor de categorie van
motorrijtuigen, waartoe dat motorrijtuig behoorde.