ECLI:NL:RBROT:2025:14991

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
24 december 2025
Publicatiedatum
22 december 2025
Zaaknummer
10-288779-24 en 10-131028-22 (TUL)
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Medeplegen van poging tot uitlokking van moord en poging tot uitlokking van diefstal met geweld

In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 24 december 2025 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van het medeplegen van poging tot uitlokking van moord en poging tot uitlokking van diefstal met geweld. De verdachte, geboren in 2005 en gedetineerd, werd bijgestaan door advocaat mr. N. Claassen. De officier van justitie, mr. C.C. Brandwijk, had een gevangenisstraf van 14 jaren geëist. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte samen met anderen heeft geprobeerd om een moord en een woningoverval uit te lokken. De feiten vonden plaats in de periode van 3 september 2024 tot en met 10 september 2024 in Rotterdam en Amsterdam. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van enkele feiten, waaronder het voorhanden hebben van een vuurwapen en twee pogingen tot uitlokking van een overval, omdat het bewijs daarvoor niet overtuigend was. De rechtbank heeft echter wel bewezen verklaard dat de verdachte heeft gepoogd om anderen te bewegen om een misdrijf te begaan, waarbij hij fungeerde als tussenpersoon. De rechtbank heeft rekening gehouden met de jonge leeftijd van de verdachte en de rol die hij speelde in de organisatie. Uiteindelijk is de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 5 jaar, met aftrek van voorarrest. Daarnaast is er een schadevergoeding van €8.000,- toegewezen aan de benadeelde partij, die slachtoffer was van de uitlokking van de moord.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam
Meervoudige kamer strafzaken
Parketnummer: 10-288779-24
Parketnummer vordering tenuitvoerlegging (TUL): 10-131028-22
Datum uitspraak: 24 december 2025
Datum zitting: 10 december 2025
Tegenspraak
Verdachte:
[verdachte]
geboren op [geboortedatum] 2005 in [geboorteplaats] ,
ingeschreven op het adres [adres 1] , [postcode] [woonplaats] ,
gedetineerd in de penitentiaire inrichting [naam P.I.] .
Advocaat van de verdachte: mr. N. Claassen
Officier van justitie: mr. C.C. Brandwijk
Benadeelde partij: [benadeelde]
Advocaat van de benadeelde partij: mr. N. Amine

1.Tenlastelegging

De officier van justitie beschuldigt de verdachte ervan dat hij (samen met anderen) heeft geprobeerd om personen uit te lokken om een moord en een woningoverval te plegen en dat hij samen met een ander een vuurwapen en munitie voorhanden heeft gehad. Daarnaast wordt de verdachte ervan beschuldigd dat hij twee keer een poging tot een overval heeft uitgelokt. Voor de leesbaarheid zijn de feiten van vier dagvaardingen in dit vonnis doorgenummerd. De volledige tenlastelegging (hierna: beschuldiging) houdt in dat:
1. primair (10-288779-24)
hij op of omstreeks in de periode van 3 september 2024 tot en met 10 september 2024 te Rotterdam en/of Amsterdam, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, heeft gepoogd om [slachtoffer 1] en/of één of meer anderen,
door in artikel 47, eerste lid, onder 2 Sr vermelden middelen, te weten door giften, beloften, misbruik van gezag, geweld, bedreiging of misleiding of door het verschaffen van gelegenheid, middelen of inlichtingen te bewegen om een misdrijf te begaan, te weten het opzettelijk en met voorbedachten rade [slachtoffer 2] , althans een persoon, van het leven te beroven, immers heeft/hebben verdachten en/of zijn mededader(s) met dat opzet die [slachtoffer 1]
en/of [slachtoffer 3] en/of één of meer anderen benaderd om dit strafbare feit te plegen, althans te laten plegen en/of heeft daartoe:
- een hoeveelheid geld in het vooruitzicht gesteld als hij/zij [slachtoffer 2] zou(den) doden, althans een of meer kogels op die [slachtoffer 2] zou(den) afvuren en/of
- de personalia en/of adres/locatiegegevens en/of een foto van [slachtoffer 2] verstrekt en/of
- een (vlucht)auto geregeld en/of
- een vuurwapen geregeld;
subsidiair
hij op of omstreeks in de periode van 3 september 20224 tot en met 10 september 2024 te Rotterdam en/of Amsterdam, althans in Nederland tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, ter voorbereiding van een of meer misdrijven/misdrijf waarop naar de wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van acht jaren of meer is gesteld, te weten moord als bedoeld in artikel 289 van het Wetboek van Strafrecht, opzettelijk voorwerpen, stoffen, informatiedragers, ruimten en/of vervoermiddelen, te weten
-een (vlucht)auto en/of
-een vuurwapen en/of
-identificerende gegevens en/of
-informatie over de verblijfplaats van het beoogde slachtoffer
bestemd tot het begaan van dat misdrijf, heeft/hebben verworven en/of voorhanden heeft/hebben gehad;
2
hij in of omstreeks de periode van 3 september 2024 tot en met 10 september 2024 te Amsterdam, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met anderen,
- een wapen als bedoeld in artikel 2 lid 1 categorie III onder 1º van de Wet wapens en munitie, te weten een vuurwapen in de zin van artikel 1 onder 3º van die wet, te weten een van oorsprong gaspistool van het merk, Aksa Arms model AK17-K7, met het kaliber 9 mm PAK, getransformeerd tot een (scherp) (kogel)schietend vuurwapen, zijnde een vuurwapen in de vorm van een pistool in het kaliber 9 mm en/of
- munitie in de zin van artikel 1 onder 4º, gelet op artikel 2 lid 2 categorie III Wet wapens en munitie, te weten meerdere (scherpe) kogelpatronen van het kaliber 9 x 19 mm, welke geschikt zijn om met voornoemd vuurwapen te worden verschoten voorhanden heeft gehad;
3 primair (voorheen 10-362993-24)
hij in of omstreeks de periode van 30 april 2024 tot en met 1 mei 2024 te Zoetermeer en/of Rotterdam en/of elders in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, heeft gepoogd om onbekenden door in artikel 47, eerste lid, onder 2 Sr vermelde middelen, te weten door giften, beloften, misbruik van gezag, geweld, bedreiging of misleiding of door het verschaffen van gelegenheid, middelen of inlichtingen te bewegen om een misdrijf te begaan, te weten het plegen van een (gewapende) woningoverval (artikel 312 wetboek van strafrecht), immers heeft/hebben verdachte en/of zijn mededader(s) opzettelijk (meermaals):
- gesprekken gevoerd en/of opdrachten uitgezet via snapchat, waarin werd gesproken over:
*het plegen van een woningoverval (op een stashpand) en/of
*het meebrengen van een P (vuurwapen) en/of
*het verzamelen bij de Mac Donalds aan de Schiedamseweg te Rotterdam en/of
- een geldbedrag van 5500,- euro in het vooruitzicht gesteld voor het uitvoeren van
de klus;
subsidiair
hij in of omstreeks de periode van 30 april 2024 tot en met 1 mei 2024 te Rotterdam en/of elders in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, ter voorbereiding van een of meer misdrijven/misdrijf waarop naar de wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van acht jaren of meer is gesteld, te weten een (gewapende) woningoverval (artikel 312 wetboek van strafrecht), opzettelijk voorwerpen, stoffen, informatiedragers, ruimten en/of vervoermiddelen, te weten
- een telefoon waarmee gesprekken werden gevoerd en/of opdrachten werden uitgezet in een snapchat groep, waarin onder andere werd gesproken over:
*het plegen van een woningoverval (op een stashpand) en/of
*het meebrengen van een P (vuurwapen) en/of
*het verzamelen bij de Mac Donalds aan de Schiedamseweg te Rotterdam en/of
*het ontvangen van een geldbedrag voor het uitvoeren van de klus, bestemd tot het begaan van dat misdrijf, heeft/hebben verworven en/of voorhanden heeft/hebben gehad;
4 ( voorheen 10-374613-24)
[slachtoffer 4] op 6 juli 2024 te Rotterdam, ter uitvoering van het door die [slachtoffer 4] voorgenomen misdrijf om meerdere telefoons en/of andere goederen, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan Phone4All en/of [slachtoffer 5] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) weg te nemen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen en deze voorgenomen diefstal te doen voorafgaan, te doen vergezellen en/of te doen volgen van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer 5] , te plegen met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden, gemakkelijk te maken, of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
- met een mes, althans een op een mes gelijkend voorwerp, de winkel Phone4All in is gelopen en/of het mes op/in de richting van die [slachtoffer 5] heeft gericht,
- tegen die [slachtoffer 5] heeft geroepen: "vitrines open maken!" en/of "naar binnen, maak die vitrine open", althans woorden van gelijke aard en/of strekking, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid, welk bovenomschreven strafbaar feit verdachte in of omstreeks de periode van 5 juli 2024 tot en met 6 juli 2024 in Rotterdam, althans in Nederland, opzettelijk heeft uitgelokt door giften, beloften, misbruik van gezag, geweld, bedreiging of misleiding en/of het verschaffen van gelegenheid, middelen en/of inlichtingen, te weten door
- die [slachtoffer 4] Phone4All aan te wijzen en/of met die [slachtoffer 4] af te spreken op welke datum en/of op welk tijdstip en/of op welke wijze de overval zou moeten plaatsvinden,
- plastic tassen aan die [slachtoffer 4] ter beschikking te stellen,
- die [slachtoffer 4] op te dragen een mes, een hamer, een masker en/of handschoenen mee te nemen,
- die [slachtoffer 4] op te dragen Phone4All in te gaan en/of te overvallen/beroven, en/of (vervolgens) die [slachtoffer 5] (onder bedreiging) met geweld telefoons af te laten geven,
- die [slachtoffer 4] 10.000 euro, althans enig geldbedrag aan te bieden/beloven,
- de telefoon, verschillende passen en/of een tas met inhoud van die [slachtoffer 4] te pakken en/of mee te nemen;
5 ( voorheen 10-376662-24)
[slachtoffer 6] en/of [slachtoffer 7] en/of [slachtoffer 8] en/of [slachtoffer 9] en/of [slachtoffer 10] op of omstreeks 2 juni 2024 te Rotterdam, ter uitvoering van het door die [slachtoffer 6] en/of [slachtoffer 7] en/of [slachtoffer 8] en/of [slachtoffer 10] voorgenomen misdrijf om meerdere telefoons en/of andere goederen, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan Coolblue, in elk geval aan een ander toebehoorde(n) weg te nemen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen en deze voorgenomen diefstal te doen voorafgaan, te doen vergezellen en/of te doen volgen van geweld en/of bedreiging met geweld tegen medewerkers van die Coolblue, te plegen met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden, gemakkelijk te maken, of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
- met (een) bivakmuts(en) en/of bigshopper(s) en/of een vuurwapen en/of een balaclava en/of handschoen(en), in de richting van die Coolblue is gelopen, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid, welk bovenomschreven strafbaar feit verdachte op of omstreeks 2 juni 2024 in Rotterdam, althans in Nederland, opzettelijk heeft uitgelokt door giften, beloften, misbruik van gezag, geweld, bedreiging of misleiding en/of het verschaffen van gelegenheid, middelen en/of inlichtingen, te weten door
- die Coolblue aan te wijzen en/of met die [slachtoffer 9] en/of [slachtoffer 10] af te spreken om die Coolblue te overvallen en/of
- die [slachtoffer 9] naar de [naam locatie 1] te sturen op 2 juni 2024 en/of
- die [slachtoffer 9] 10.000 euro, althans enig geldbedrag aan te bieden/beloven en/of
- een vuurwapen over te dragen aan [slachtoffer 10] .

2.Bewijs

2.1.
Vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat de verdachte moet worden veroordeeld voor de feiten 1 primair, 2, 3 primair, 4 en 5. Het standpunt van de officier van justitie zal, voor zover van belang, bij de beoordeling van het bewijs worden besproken.
2.2.
Conclusie van de verdediging
De verdediging heeft vrijspraak bepleit voor alle feiten. Het standpunt van de verdediging zal, voor zover van belang, bij de beoordeling van het bewijs worden besproken.
2.3.
Oordeel van de rechtbank
2.3.1.
Vormverzuim
De verdediging heeft onder verwijzing naar het Landeck-arrest [1] aangevoerd dat het onderzoek naar de in beslag genomen iPhone X en laptop onrechtmatig is geweest, omdat dit onderzoek heeft plaatsgevonden zonder voorafgaande machtiging van de rechter-commissaris. Dit levert een onherstelbaar vormverzuim op. Hierdoor is een ernstige inbreuk gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van de verdachte. Het nadeel dat de verdachte hierdoor heeft geleden is evident, nu de telefoon en de laptop een belangrijk onderdeel zijn van de bewijsconstructie. Gelet hierop moeten de resultaten van dit onderzoek van het bewijs worden uitgesloten.
De rechtbank stelt vast dat het Landeck-arrest van 4 oktober 2024 ten tijde van het onderzoek aan de laptop op 18 september 2024 nog niet was gewezen. Reeds om die reden slaagt het beroep hierop ten aanzien van het onderzoek aan de laptop niet. Dat is anders ten aanzien van het onderzoek aan de telefoon op 7 oktober 2024. Voor zover er door dat onderzoek echter sprake zou zijn van een onherstelbaar vormverzuim, stelt de rechtbank vast dat het geleden nadeel zoals is aangevoerd door de verdediging geen nadeel is in de zin van artikel 359a lid 2 van het Wetboek van Strafvordering (hierna: Sv). Het belang van de verdachte dat een gepleegd strafbaar feit niet wordt ontdekt, kan immers niet worden aangemerkt als een rechtens te respecteren belang. [2]
Het verweer wordt verworpen.
2.3.2.
Identificatie
2.3.2.1.
Standpunt verdediging
De verdediging heeft primair aangevoerd dat niet kan worden bewezen dat de verdachte de gebruiker was van de Snapchat-accounts [accountnaam 1] , [accountnaam 11] en [accountnaam 3] . De iPhone X en de laptop waarop deze accounts stonden zijn aangetroffen in een slaapkamer die de verdachte deelde met zijn broer, waardoor niet zonder meer de conclusie kan worden getrokken dat de verdachte de gebruiker van die goederen was. Subsidiair kan niet worden bewezen dat de verdachte de enige gebruiker was van deze Snapchat-accounts.
2.3.2.2.
Beoordeling
De verdenkingen tegen de verdachte komen in belangrijke mate voort uit de chatberichten die de gebruiker van de Snapchat-accounts [accountnaam 1] , [accountnaam 11] en [accountnaam 3] heeft gestuurd. De vraag is dus of de verdachte de gebruiker was van die accounts in de ten laste gelegde periodes, van 30 april 2024 tot en met 10 september 2024.
De belangrijkste aanwijzing hiervoor is dat de iPhone X en de laptop, waarop deze Snapchat-accounts waren geregistreerd, zijn aangetroffen in de slaapkamer waarvan de verdachte ook gebruikmaakte. Bij zijn aanhouding zat de verdachte op het bed waar de iPhone X en de laptop lagen. De verdachte probeerde bij zijn aanhouding bovendien de iPhone X kapot te maken. Hieruit leidt de rechtbank af dat de verdachte degene was die de laptop en de iPhone in gebruik had.
Een andere aanwijzing dat de verdachte de gebruiker was van de Snapchat-accounts [accountnaam 1] , [accountnaam 11] en [accountnaam 3] , is dat die accounts zijn aangemaakt op een IP-adres dat toebehoort aan FPC de Kijvelanden op respectievelijk 8 juni 2024, 24 april 2024 en 22 maart 2024. De verdachte verbleef in de periode van 19 maart 2024 tot en met 24 juni 2024, dus ten tijde van het aanmaken van de Snapchat-accounts, in FPC de Kijvelanden. De verdediging heeft aangevoerd dat de verdachte per 5 juni 2024 op een ander BRP-adres stond ingeschreven. Dat de verdachte op de aanmaakdatum van het account [accountnaam 1] (8 juni 2024) niet meer op het adres van FPC de Kijvelanden stond ingeschreven, betekent echter niet dat hij daar ook niet meer verbleef op die datum. Net zomin als een verhuizing doorgeven met een bepaalde ingangsdatum betekent dat het feitelijk verblijf op dat adres op die datum daadwerkelijk is gestart.
Ten slotte is bij het aanmaken van Snapchat-account [accountnaam 3] gebruik gemaakt van het emailadres [e-mailadres 1] . [naam 1] is de achternaam van de moeder van de verdachte. In de slaapkamer van de verdachte is een document aangetroffen met daarin correspondentie tussen de gemeente Rotterdam en de verdachte. Bij de opgegeven contactgegevens staat het e-mailadres [e-mailadres 2] vermeld. Hieruit volgt dus dat de verdachte gebruikmaakte van de naam [naam 2] .
De bovenstaande bevindingen in onderlinge samenhang bezien leiden tot de conclusie dat de verdachte de gebruiker was van de Snapchat-accounts [accountnaam 1] , [accountnaam 11] en [accountnaam 3] . Op de iPhone X is daarnaast het Signal-account [accountnaam 4] aangetroffen, waarvan de verdachte dus ook de gebruiker was. Gelet op de data waarop en de locatie waar de Snapchat-accounts zijn aangemaakt, de datum waarop de verdachte is aangehouden en het feit dat het laatste bericht van gebruiker [accountnaam 1] een half uur voor de aanhouding van de verdachte is verzonden, concludeert de rechtbank bovendien dat de verdachte tijdens de gehele ten laste gelegde periode de gebruiker van deze accounts was. Dat een ander dan de verdachte, meer in het bijzonder zijn broer, op enig moment (ook) de gebruiker was van de Snapchat-accounts is geenszins aannemelijk geworden.
2.3.3.
Vrijspraak feiten 2, 4 en 5
Feit 2 waarvan de verdachte wordt beschuldigd is niet wettig en overtuigend bewezen, omdat niet kan worden vastgesteld dat de verdachte de beschikkingsmacht over het vuurwapen en de munitie heeft gehad. De verdachte wordt daarvan dus vrijgesproken.
Feit 4 waarvan de verdachte wordt beschuldigd is niet wettig en overtuigend bewezen. Vast staat dat een poging tot diefstal met geweld heeft plaatsgevonden. De medeverdachte [slachtoffer 4] heeft in algemene zin weliswaar verklaard dat hij de opdracht hiervoor van de verdachte heeft gekregen, maar de concrete chatberichten waaruit zou moeten volgen dat en hoe de verdachte de medeverdachte [slachtoffer 4] heeft uitgelokt, ontbreken. Bij die stand van zaken is er onvoldoende bewijs dat de verdachte de medeverdachte [slachtoffer 4] heeft uitgelokt tot het plegen van de poging diefstal met geweld. De verdachte wordt daarvan dus vrijgesproken.
Feit 5 waarvan de verdachte wordt beschuldigd is niet wettig en overtuigend bewezen. Ook in dit geval staat vast dat de poging tot diefstal met geweld heeft plaatsgevonden. Uit chatberichten volgt dat de verdachte daar enige betrokkenheid bij heeft gehad, maar er is onvoldoende bewijs om vast te kunnen stellen dat die betrokkenheid heeft bestaan uit uitlokking van dit feit door de verdachte. De verdachte wordt daarvan dus vrijgesproken.
2.4.
Bewezenverklaring
De bewezenverklaring van de feiten is gebaseerd op de in hoofdstuk 3 opgenomen inhoud van de bewijsmiddelen en de bovenstaande bewijsmotivering. Bewezen is dat de verdachte:
Feit 1 primair
in de periode van 3 september 2024 tot en met 10 september 2024 te Rotterdam en Amsterdam tezamen en in vereniging met een ander heeft gepoogd om [slachtoffer 1] en één ander door in artikel 47, eerste lid, onder 2 Sr vermelde middelen, te weten door beloften en het verschaffen van middelen en inlichtingen, te bewegen om een misdrijf te begaan, te weten het opzettelijk en met voorbedachten rade [slachtoffer 2] van het leven te beroven, immers hebben verdachte en zijn mededader met dat opzet die [slachtoffer 1] en één ander benaderd om dit strafbare feit te plegen en heeft daartoe:
- een hoeveelheid geld in het vooruitzicht gesteld als hij [slachtoffer 2] zou doden, althans een of meer kogels op die [slachtoffer 2] zou afvuren en
- de personalia en adres/locatiegegevens en een foto van [slachtoffer 2] verstrekt en
- een (vlucht)auto geregeld en
- een vuurwapen geregeld
Feit 3 primair
in de periode van 30 april 2024 tot en met 1 mei 2024 te Rotterdam heeft gepoogd om een onbekende door in artikel 47, eerste lid, onder 2 Sr vermelde middelen, te weten door beloften en het verschaffen van inlichtingen, te bewegen om een misdrijf te begaan, te weten het plegen van een gewapende woningoverval, immers heeft verdachte opzettelijk:
- een gesprek gevoerd en een opdracht uitgezet via snapchat, waarin werd gesproken over:
*het plegen van een woningoverval (op een stashpand) en
*het meebrengen van een P en
*het verzamelen bij de Mac Donalds aan de Schiedamseweg te Rotterdam en
- een geldbedrag van 5500,- euro in het vooruitzicht gesteld voor het uitvoeren van
de klus.

3.Bewijsmiddelen

Feiten 1 primair en 3 primair

1.
Proces-verbaal van de politie [3]
De Snapchats-accounts [accountnaam 1] , [accountnaam 11] en [accountnaam 3] zijn aangemaakt op hetzelfde IP-adres. Het IP-adres van FPC de Kijvelanden in Portugaal betreft [IP-adres] . De verdachte verbleef hier tussen maart 2024 en juni 2024.
Gebruikersnaam
Aanmaak datum
Aanmaak IP-adres
[accountnaam 1]
8 juni 2024
[IP-adres]
[accountnaam 11]
24 april 2024
[IP-adres]
[accountnaam 3]
22 maart 2024
[IP-adres]
Uit de Snapchat-vordering blijkt dat het account [accountnaam 3] is aangemaakt met het emailadres [e-mailadres 1] . De moeder van de verdachte is genaamd [naam moeder] .
2.
Proces-verbaal van de politie [4]
Bij de doorzoeking van de slaapkamer in de woning aan de [adres 2] in Rotterdam werd een document aangetroffen. Op het document stond dat het huidige adres van de verdachte: Kijvelandsekade 1 in Albrandswaard. Ik zag dat de verdachte het e-mailadres [e-mailadres 2] had gekoppeld. De combinatie van die voor- en achternaam was gekoppeld aan het snapchat-account [accountnaam 3] .
3.
Proces-verbaal van politie [5]
Doorzoeking woning [adres 2] Rotterdam op 11 september 2024.
In de woning is aangetroffen een telefoon, iPhone X, goedcode: [beslagnummer 1] , vindplaats:
kapot scherm, slaapkamer verdachte.
Ook is aangetroffen een laptop, goedcode [beslagnummer 2] , vindplaats: slaapkamer verdachte.
Bij de aanhouding werd [verdachte] aangetroffen op het linkerbed. Op dit bed lag de laptop.
4.
Proces-verbaal van politie [6]
Tijdens de aanhouding probeerde de verdachte een telefoon kapot te maken. Het scherm van de telefoon met goednummer [beslagnummer 3] ging hierbij kapot.
Uit onderzoek aan de telefoon bleek dat het Snapchat-account [accountnaam 1] (schermnaam: [schermnaam 1] ) op de telefoon was ingelogd. Het laatste bericht dat met dit Snapchat-account op deze telefoon was verstuurd was een half uur voor de aanhouding van de verdachte.
5.
Proces-verbaal van politie [7]
Uit het onderzoek aan de laptop ( [serienummer] ) die inbeslaggenomen werd in de slaapkamer van [verdachte] bleek dat de Snapchat-accounts [accountnaam 1] , [accountnaam 11] en [accountnaam 3] in de laptop waren opgeslagen in de database van de webbrowser Microsoft Edge en dat de webversie van Snapchat werd gebruikt.
Feit 1 primair
6.
Eigen waarneming van de rechtbank [8]
Op pagina 57 en 59 van zaaksdossier Vuur is te zien dat een Snapchat-groep is aangemaakt met verbalisant , [accountnaam 1] en [accountnaam 6] . Daarin wordt door [accountnaam 6] aan de verbalisant gevraagd of hij Signal heeft. Vervolgens is te zoen dat een telefoonnummer wordt gedeeld van [accountnaam 7] (*). Vervolgens is te zien dat verbalisant een chat heeft aangemaakt op Signal met [accountnaam 7] .
Op pagina 71 van zaaksdossier Vuur is te zien dat [accountnaam 8] aan de verbalisant een foto stuurt van Hotel New West Inn (**)
Op pagina 84 van zaaksdossier Vuur is te zien dat [accountnaam 7] een foto stuurt van Google Maps waarop een woning te zien is met in beeld het adres [adres 3] (***). Op deze pagina is ook een foto te zien van [slachtoffer 2] met daarbij de tekst dat hij moet slapen (****).
De hierboven opgenomen sterretjes corresponderen met de sterretjes in de chatberichten uitgewerkt in bewijsmiddel 8.
7.
Proces-verbaal van de politie [9]
Chat tussen [accountnaam 1] en [accountnaam 9] , 3 september 2024
[accountnaam 1] :
Heb een hit van 60k en een ov voor 9k cash voor jou
[accountnaam 1] :
jullie schieten hem plat voor 60k per persoon
[accountnaam 1] :
Voor die liqui wordt er van tevoren betaald van die orga aan mij
[accountnaam 9] :
Wie is die persoon heb je foto adres ik moet ziezo obsa
[accountnaam 1] :
Van die gene die plat gaat?
[accountnaam 1] :
maak je geen zorgen hij wordt al geobserveerd hij is nu 1 keer gespot
8.
Proces-verbaal van politie [10]
Chats van 6 september tot en met 10 september 2024.
Chat tussen [accountnaam 1] en [accountnaam 9]
[accountnaam 9] :
Wnr gaan we zitten dan bro
[accountnaam 1] :
Wnr hij gespot words dan meeten we
[accountnaam 1] :
Bro 9 uur Amsterdam
DRM geef die signal
Dan kan alles uitgelegd worden
Chat tussen [accountnaam 1] , [accountnaam 6] en [accountnaam 9]
[accountnaam 6] :
Heb je signal broeder
[accountnaam 9] :
Ja broeder
[accountnaam 6] :
Foto telefoonnummer [accountnaam 7] wordt gedeeld (*)
Chat tussen [accountnaam 7] en [accountnaam 9]
[accountnaam 7] :
Je weet wat je te doen start toch
[accountnaam 9] :
Iemand moet slapen
[accountnaam 7] :
Heb 2 hitters nodig. Waggy s er
[accountnaam 7] :
GA jij hitte Dan
[accountnaam 9] :
Bro ik ga doen
[accountnaam 9] :
Betaal je vooruit
[accountnaam 7] :
[accountnaam 1] is met me niffo in de auto als Julie [naam 3] zijn verzamelen we bij die osso krijg je je pap
[accountnaam 9] :
Is het gelijk actie of later
[accountnaam 7] :
Bro in de waggie timeren tot actie
Afgelopen Dagen komtie altijd tusse 11/12
Chat tussen [accountnaam 7] , [accountnaam 8] en [accountnaam 9]
[accountnaam 7] :
Je gaat met me niffo meeting morgen ochtend
Hij stuurt je zo waar
[accountnaam 8] :
Deelt foto van locatie‘New West Inn’ (**)
[accountnaam 8] :
9
Wees op tijd aub
[accountnaam 9] :
Wie ga ik meeten
[accountnaam 8] :
mij
Chat tussen [accountnaam 1] en [accountnaam 9]
[accountnaam 1] :
Ik reken op je broeder
Chat [accountnaam 7] en [accountnaam 9]
[accountnaam 9] :
Stuur foto
Moeten de juiste man hebben
[accountnaam 9] :
Ik heb die ijzer ontvangen netjes in handdoek
[accountnaam 7] :
[naam locatie 2] [plaats]
2de of derde hofje
[accountnaam 9] :
Daar staat waggie?
[accountnaam 7] :
Jaa
[accountnaam 9] :
Stuur adres en foto tellies gaan zo weg
[accountnaam 7] :
[adres 4]
[accountnaam 7] :
Deelt een foto van een pand met onderschrift ‘ [adres 3] ’ (***)
[accountnaam 9] :
Hoe ziet die man eruit?
[accountnaam 7] :
Leeg heel die clip op zn kk moeder
Zit p vol?
[accountnaam 7] :
Deelt een foto van het slachtoffer (****)
[accountnaam 7] :
Hij moet slapen hij heeft nu korte baardje
Hij s slank gebouwd
[accountnaam 7] :
Bro als Julie Alles Goeduitvoeren ik geef Julie extra
Door hoofd ook extra
9.
Proces-verbaal van politie [11]
Beschrijving telefoongesprekken Snapchat tussen [accountnaam 10] , [accountnaam 1] , [accountnaam 7] en [accountnaam 8] .
9 september 2024
[accountnaam 1] zegt dat hij een groep aan gaat maken met onze tweeën en de man van de organisatie. Ik kon dan verder met de man van de organisatie afspraken maken en die kon mij een locatie geven etc.
10 september 2024
[accountnaam 1] zegt dat de vluchtauto in de buurt van het hotel stond
10 september 2024
[accountnaam 7] zegt dat bij Hotel New West Inn een Marokkaanse man op mij staat te wachten
10 september 2024
[accountnaam 8] zegt dat hij op de hoek van de straat op het Ouwedingenpad bij het hotel stond te wachten, met zwarte kleding, zwarte pet en blauwe Albert Heijn tas
10 september 2024
[accountnaam 7] zegt dat hij naar de vluchtauto de Seat moest gaan en een foto sturen als ik erin zat
10 september 2024
[accountnaam 7] zegt dat wij een foto moeten maken van het vuurwapen wat wij hebben gekregen voor deze klus
10 september 2024
[accountnaam 1] gaf aan dat [bijnaam slachtoffer 2] (de rechtbank begrijpt: [slachtoffer 2] ) de naam was die ik moest weten, meer was niet nodig. [accountnaam 1] zou ook de persoon zijn die mij zou uitbetalen.
10.
Proces-verbaal van politie [12]
Onderzoek: iPhone X, goednummer [beslagnummer 4]
In deze iPhone was de applicatie Snapchat geïnstalleerd en onderstaande 3 snapchat accounts van de gebruiker van de iPhone waren geregistreerd:
Schermnaam
Gebruikersnaam
[accountnaam 1]
[accountnaam 1]
[schermnaam 2]
[accountnaam 11]
[schermnaam 3]
[accountnaam 3]
Onderstaand account van de gebruiker van de iPhone was geregistreerd met betrekking tot de applicatie Signal.
Accountnaam
Gebruikers-ID
Bron/applicatie
[accountnaam 4]
Phone-Mobile:
[gsm-nummer]
Signal
Chat tussen gebruiker telefoon ( [accountnaam 4] ) en [accountnaam 7] tussen 9 september en 11 september 2024.
[accountnaam 7] :
2 serieuze gasten
Nodig die hier morgen om 9 uur ochtend zijn
Die man gaat rond 11/12 deur uit
[accountnaam 4] :
Oke geef me adres waar ze moeten zijn
[accountnaam 7] :
Wil 1 gasten die gaat uitstappen en schieyen
[accountnaam 7] :
GA jij self?
[accountnaam 4] :
Ik ga niet zelf
[accountnaam 7] :
Broer 1yjegast maar hitten
Hoeveel GA je hitter seven en hoeveel GA je driver seven
Geven
[accountnaam 4] :
Is nog niet zeker
Maar ik wil zoiezo dan 60k bro
[accountnaam 7] :
Ze moeten 11 uur coor die man ze deur staan
Hij gast rond 12 naar buiten
[accountnaam 7] :
als deze man vandaag slaapt ga je goed goed eten
11.
Proces-verbaal van politie [13]
Op 10 september 2024 vond een groepschat plaats tussen de Signal-gebruikers [accountnaam 8] , [accountnaam 7] en de virtueel agent. Het Signal-account [accountnaam 8] werd aangetroffen in de inbeslaggenomen telefoon van de verdachte [slachtoffer 1] . Dit gesprek staat beschreven in het proces-verbaal met documentcode [code document 1] . In dit gesprek werd door de Signal-gebruiker [accountnaam 7] omstreeks 10.25 uur een foto van een Seat met het kenteken [kentekennummer] gestuurd. [accountnaam 7] gaf in het chatgesprek aan dat dit het voertuig gebruikt moest worden bij de liquidatie en dat het voertuig klaarstond aan de [naam locatie 2] te [plaats] in het tweede of derde hofje. Uit het proces-verbaal, met documentcode [code document 2] , blijkt dat de Seat met kenteken [kentekennummer] aangetroffen was aan de Einsteinlaan. De Seat werd inbeslaggenomen en overgebracht naar Rotterdam. Uit onderzoek blijkt dat de autosleutel voorzien van Seat logo, die bij de verdachte [slachtoffer 1] inbeslaggenomen werd op 10 september 2024, toebehoort aan de Seat die gebruikt moest worden bij de liquidatie op 10 september 2024.
12.
Proces-verbaal van politie [14]
De gebruiker [accountnaam 7] liet de verbalisant weten dat hij op 10 september om 09:00 uur bij hotel New West INN in Amsterdam moest zijn. [accountnaam 7] gaf aan dat de verbalisant [accountnaam 8] zou ontmoeten op de hoek van het Ouwedingenpad bij Hotel New West Inn. Om 10.00 uur wordt ‘ [accountnaam 12] ’ [de rechtbank leest [accountnaam 8] ] aangehouden. [accountnaam 12] [de rechtbank leest [accountnaam 8] ] blijkt [slachtoffer 1] te zijn. In de tas die [slachtoffer 1] bij zich had zat een vuurwapen.
Feit 3 primair
13.
Proces-verbaal van politie [15]
Op 30 april 2024 om 22.00 uur komt via Snapchat op een inbeslaggenomen telefoon een bericht binnen van [accountnaam 3] . Door ons werd een Snapchat-account dat in gebruik is bij een medewerker van Team Heimelijke Operaties van de eenheid Rotterdam gedeeld.
[accountnaam 3] :
Heb je speler voor wo
Zo om 00.00 in Roffa zijn
Politie
Heb goeie boy in roffa
Bro
Dit is die snap van die boy
14.
Proces-verbaal van politie [16]
Op 30 april 2024 om 23.25 uur wordt de verbalisant [accountnaam 13] toegevoegd door Snapchat- account [accountnaam 3] .
[accountnaam 3] :
Voeg gelijk is voor die job wo
5k
Vanavond Roffa west
[accountnaam 3] :
Je moet komen met p
Is wo
Je krijgt 5k
[accountnaam 13] :
Hoeveel man
Osso?
[accountnaam 3] :
3 man
En ja
[accountnaam 3] :
Alles gefixt
Meeten bij Delfshaven mac
[accountnaam 3] :
Plus geen aangifte
Is stash huis
[accountnaam 3] :
Is wel zo bro je krijgt 5k strak je gaat met drie boys
Driver is gefixt alles
Snelle job gewoon
[accountnaam 13] :
Ja toch dus jij en ik en een ander soldaat
[accountnaam 3] :
Ik zelf niet ik werk vanuit binnen
[accountnaam 3] :
Laat me weten binnen 10 min ik kan je ook 5,5 geven
[accountnaam 13] :
Is cool bro. Ik ga mee
5.5k?
[accountnaam 3]
Ja
5,5
Ik maak gg wacht
Voeg deze snap
Start groepschat met [accountnaam 13] , [accountnaam 14] en [schermnaam 2]
[schermnaam 2] :
Hiero hij gaat
[accountnaam 14] :
Yo
Waar ben je
[accountnaam 13] :
Bro moet m’n spullen fixen kwart voor ben k bij mac
[accountnaam 14] :
Maar je hebt p toch
[accountnaam 13] :
Ja jullie toch ook?
[accountnaam 14] :
Ja maar orgie of nep
[accountnaam 13] :
Bro loop niet met nep
[accountnaam 14] :
Ey maar kom zonder kogel!
Bullets is niet nodig
[accountnaam 14] :
waar ben je bro
[accountnaam 13] :
Grote Visserijstraat bro
[accountnaam 13] :
Bro kom ri visserijstraat

4.Kwalificatie en strafbaarheid

4.1.
Kwalificatie
De bewezen feiten leveren de volgende strafbare feiten op:
Feit 1 primair
Medeplegen van poging tot uitlokking van moord;
Feit 3 primair
Poging tot uitlokking van diefstal, vergezeld van geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken.
4.2.
Strafbaarheid van de feiten en van de verdachte
De feiten en de verdachte zijn strafbaar.

5.Straf

5.1.
Eis van de officier van justitie
De verdachte moet voor de feiten 1 primair, 2, 3 primair, 4 en 5 worden veroordeeld tot een gevangenisstraf van 14 jaren met aftrek van voorarrest.
5.2.
Standpunt van de verdediging
De verdediging heeft verzocht om jeugdstrafrecht toe te passen, gelet op de jonge leeftijd van de verdachte en gelet op het feit dat pedagogische beïnvloeding waarbij wordt ingezet op hulpverlening nog effectief is in deze levensfase. Subsidiair heeft de verdediging met verwijzing naar andere uitspraken verzocht om bij bewezenverklaring voor alle feiten een gevangenisstraf op te leggen van maximaal 8 jaren.
5.3.
Oordeel van de rechtbank
5.3.1.
Ernst en omstandigheden van de feiten
De verdachte heeft geprobeerd om een onbekende uit te lokken om een overval op een woning te plegen, waarbij ook een vuurwapen gebruikt zou moeten worden. Daarnaast heeft hij een aantal maanden later samen met een ander geprobeerd om anderen uit te lokken om een liquidatie te plegen. De verdachte fungeerde hierbij steeds als tussenpersoon, die in opdracht van een organisatie personen ronselde om ernstige strafbare feiten te plegen. In beide gevallen heeft een undercoveragent zich voorgedaan als potentiële uitvoerder. De plannen voor de liquidatie waren in een dusdanig vergevorderd stadium dat de gegevens van het beoogde slachtoffer waren gedeeld met de undercoveragent (de beoogde schutter). Ook stond de vluchtauto al klaar, net als iemand die het vuurwapen zou leveren. De manier waarop in chatberichten werd gesproken over de liquidatie, waarbij extra geld werd geboden als er door het hoofd van het beoogde slachtoffer zou worden geschoten, is meedogenloos te noemen. Dat de overval en de liquidatie uiteindelijk niet hebben plaatsgevonden is niet aan de verdachte te danken, maar komt doordat de politie op de hoogte is geraakt van deze plannen en daardoor op tijd kon ingrijpen.
Dit zijn bijzonder ernstige feiten. Woningovervallen leiden tot gevoelens van onrust en onveiligheid bij de direct betrokkenen in het bijzonder en bij de samenleving in het algemeen. Moord is daarnaast een van de ernstigste misdrijven die onze strafwetgeving kent. De verdachte heeft met zijn handelen de maatschappij en de rechtsorde ernstig geschokt. Ook de impact op het slachtoffer is groot. Op de zitting is toegelicht dat hij abrupt zijn woning heeft moeten verlaten om onder te duiken en dat hij nog altijd kampt met gevoelens van stress en onveiligheid. Het slachtoffer zal moeten leren leven met de wetenschap dat er personen zijn die hem van het leven wilden beroven.
De verdachte lijkt er heel bewust voor te hebben gekozen om deze feiten te plegen, enkel en alleen vanuit persoonlijk financieel gewin. Hij heeft zich daarbij niet bekommerd om de gevolgen voor de potentiële slachtoffers.
5.3.2.
Persoon en persoonlijke omstandigheden
Strafblad
Uit het strafblad (uittreksel justitiële documentatie) van 10 oktober 2025 blijkt dat de verdachte eerder onherroepelijk is veroordeeld voor soortgelijke strafbare feiten. Hij liep bovendien nog in een proeftijd. Het strafblad van de verdachte leidt daarom tot een hogere straf.
Toepassing ASR
De verdachte was 18 en 19 jaar oud toen hij de strafbare feiten pleegde. Anders dan door de verdediging is betoogd, ziet de rechtbank geen aanleiding om het jeugdstrafrecht toe te passen. De verdachte heeft immers tot op heden niet willen meewerken aan persoonlijkheidsonderzoeken of aan hulpverlening. Op de zitting heeft de verdachte dit nogmaals bevestigd. Onder die omstandigheden ziet de rechtbank geen mogelijkheden voor enige vorm van pedagogische beïnvloeding.
Los hiervan zal de rechtbank bij de strafoplegging wel rekening houden met de jonge leeftijd van de verdachte.
Overige persoonlijke omstandigheden
De verdachte woont nog thuis en wil graag starten met de MBO opleiding ICT.
5.3.3.
Straf
Gelet op de ernst van de strafbare feiten en het strafblad van de verdachte is een forse onvoorwaardelijke gevangenisstraf noodzakelijk. Het opleggen van een ander soort straf is niet passend. De rechtbank komt tot een lagere gevangenisstraf dan door de officier van justitie is geëist. Dit komt doordat de verdachte van drie van de vijf feiten wordt vrijgesproken. Bij het bepalen van de strafsoort en de duur daarvan houdt de rechtbank rekening met straffen die in soortgelijke zaken zijn opgelegd. Voor de bewezenverklaarde feiten is een gevangenisstraf binnen een bandbreedte van 5 tot 7 jaar op zijn plaats. Daarbij houdt de rechtbank rekening met het feit dat de verdachte als tussenpersoon heeft gefungeerd. Hoewel hij daarmee een belangrijke rol heeft vervuld in het geheel, kwamen de opdrachten uiteindelijk niet bij hem vandaan. De organisatie die hierachter zit is buiten schot gebleven. Verder is bij het bepalen van de hoogte van de straf uitdrukkelijk rekening gehouden met de jonge leeftijd van de verdachte. Met de op te leggen straf wordt nog enig perspectief geboden op de toekomst, waarbij het aan de verdachte is om zijn leven na de gevangenisstraf ten goede te keren. Dit alles maakt dat de rechtbank aan de ondergrens van de bandbreedte uitkomt.
Daarom wordt een gevangenisstraf van 5 jaar met aftrek van voorarrest opgelegd.
De gevangenisstraf zal worden tenuitvoergelegd binnen de penitentiaire inrichting, totdat aan de verdachte voorwaardelijke invrijheidstelling wordt verleend.

6.In beslag genomen voorwerpen

6.1.
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat de in beslag genomen telefoons, laptop en simkaart, nummers 1 t/m 5, worden verbeurd verklaard.
6.2.
Standpunt van de verdediging
De verdediging heeft verzocht om teruggave van de inbeslaggenomen telefoons, laptop en simkaart aan de rechthebbende, namelijk de broer van de verdachte, [naam broer] .
6.3.
Oordeel van de rechtbank
Als bijkomende straf voor de feiten 1 en 3 worden de in beslag genomen telefoon, laptop en simkaart met nummers 1, 3 en 5 verbeurd verklaard. Hierbij houdt de rechtbank rekening met de draagkracht van de verdachte. De telefoon, laptop en simkaart zijn ook vatbaar voor verbeurdverklaring. De strafbare feiten zijn met behulp van de telefoon, laptop en simkaart gepleegd en behoren aan de verdachte toe.
De rechtbank beslist tot de teruggave van de in beslag genomen telefoons met nummers 2 en 4 aan degene die redelijkerwijs als rechthebbende kan worden aangemerkt.

7.Vordering van de benadeelde partij

7.1.
Vordering [slachtoffer 2]
heeft als benadeelde partij voor feit 1 € 17.000,- als vergoeding voor immateriële schade gevorderd, te vermeerderen met de wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel. De verdachte moet hoofdelijk worden veroordeeld tot vergoeding van deze schade.
7.2.
Standpunt van de officier van justitie
De vordering van de benadeelde partij kan geheel worden toegewezen, te vermeerderen met de wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel. De verdachte moet hoofdelijk worden veroordeeld tot vergoeding van de schade.
7.3.
Standpunt van de verdediging
De benadeelde partij moet primair niet-ontvankelijk verklaard worden in de vordering, omdat vrijspraak is bepleit. Subsidiair kan een bedrag van € 5.000,- tot € 7.000,- worden toegewezen.
7.4.
Oordeel van de rechtbank
De verdachte heeft samen met een ander geprobeerd om anderen uit te lokken om de benadeelde partij te liquideren. De plannen voor de liquidatie waren in een dusdanig vergevorderd stadium dat de gegevens van de benadeelde partij zijn gedeeld en dat de vluchtauto en degene die het vuurwapen zou leveren klaar stonden. Er zijn vergaande voorbereidingen getroffen voor de beoogde liquidatie van de benadeelde partij. De aard en ernst hiervan brengen met zich mee dat de nadelige (psychische) gevolgen zo voor de hand liggen, dat een aantasting in de persoon in dit geval kan worden aangenomen. Nadere onderbouwing is dan niet vereist. Er is daarom sprake van een recht op smartengeld zoals bedoeld in artikel 6:106 lid 1, aanhef en onder b, BW.
Die schade zal op dit moment op basis van de thans gebleken feiten en omstandigheden naar maatstaven van billijkheid worden vastgesteld op € 8.000,00. De benadeelde partij zal voor het overige niet-ontvankelijk worden verklaard. Dit deel van de vordering kan derhalve slechts bij de burgerlijke rechter worden aangebracht.
De verdachte heeft feit 1 waarvoor de schadevergoeding wordt toegekend samen met mededaders gepleegd. Zij zijn daarom allen hoofdelijk aansprakelijk voor deze schadevergoeding. Als de mededaders de schadevergoeding (voor een deel) hebben betaald, hoeft de verdachte (dat deel) niet meer aan de benadeelde partij te betalen.
De benadeelde partij heeft gevorderd het te vergoeden bedrag te vermeerderen met wettelijke rente. De rechtbank wijst de wettelijke rente toe vanaf 10 september 2024.
De rechtbank veroordeelt de verdachte in de proceskosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en die hij bij de tenuitvoerlegging nog zal maken, omdat de vordering van de benadeelde partij (grotendeels) wordt toegewezen. Deze kosten worden tot vandaag begroot op € 0,-.
De rechtbank legt de schadevergoedingsmaatregel (als bedoeld in artikel 36f Sr) op. Dit betekent dat de verdachte de schadevergoeding aan de staat moet betalen en de staat het bedrag uitkeert aan de benadeelde partij. Als dwangmiddel kan gijzeling worden toegepast voor de duur van maximaal 75 dagen. De toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op.

8.Vordering tot tenuitvoerlegging

8.1.
Vordering
De officier van justitie heeft voorafgaand aan de zitting een vordering ingediend tot tenuitvoerlegging van de door deze rechtbank op 4 april 2023 aan de verdachte voorwaardelijk opgelegde gevangenisstraf van 4 maanden, omdat de verdachte zich niet heeft gehouden aan de algemene voorwaarde dat hij zich niet opnieuw schuldig zal maken aan strafbare feiten.
8.2.
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich tijdens de zitting op het standpunt gesteld dat de vordering moet worden toegewezen.
8.3.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering moet worden afgewezen, of dat de proeftijd moet worden verlengd.
8.4.
Oordeel van de rechtbank
De nu bewezen feiten zijn tijdens de proeftijd gepleegd. Door het plegen van de feiten heeft de verdachte zich niet gehouden aan de aan het vonnis verbonden algemene voorwaarde dat hij voor het einde van de proeftijd geen nieuwe strafbare feiten zou plegen.
Daarom wordt de vordering toegewezen en beslist de rechtbank tot de tenuitvoerlegging van het voorwaardelijk gedeelte van de straf.

9.Wettelijke voorschriften

De oplegging van deze straf is gebaseerd op de artikelen 33, 33a, 36f, 46a, 47, 57, 289 en 312 van het Wetboek van Strafrecht.

10.Beslissingen

De rechtbank:
verklaart niet bewezen dat de verdachte de feiten 2, 4 en 5 heeft gepleegd en spreekt de verdachte daarvan vrij;
verklaart bewezen dat de verdachte de feiten 1 primair en 3 primair, zoals in hoofdstuk 2 is omschreven, heeft gepleegd;
stelt vast dat het bewezenverklaarde oplevert de in hoofdstuk 4 vermelde strafbare feiten;
verklaart de verdachte strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstraf van 5 (vijf) jaar;
beveelt dat de tijd die door de verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, in mindering wordt gebracht op de gevangenisstraf, voor zover deze tijd niet al op een andere vrijheidsstraf in mindering is gebracht;
In beslag genomen voorwerpen
- verklaart verbeurd voor de feiten 1 en 3; voorwerpen met nummers 1, 3 en 5
- beveelt de teruggave van de voorwerpen met nummers 2 en 4 aan degene die redelijkerwijs als rechthebbende kan worden aangemerkt;
Tenuitvoerlegging voorwaardelijke straf (parketnummer 10-131028-22)
beveelt de
tenuitvoerleggingvan de aan de verdachte opgelegde voorwaardelijke gevangenisstraf van 4 maanden, zoals opgelegd in het vonnis van 4 april 2023;
Vordering benadeelde partij
veroordeelt de verdachte hoofdelijk met zijn mededaders, aan de benadeelde partij [slachtoffer 2] (feit 1), te betalen een bedrag van € 8.000,00, als vergoeding van immateriële schade, en de wettelijke rente hierover vanaf 10 september 2024 tot de dag van volledige betaling. Als en voor zover er al door (een) andere mededader(s) (deels) is betaald, wordt de verdachte (in zoverre) van die betalingsverplichting bevrijd;
verklaart de benadeelde partij niet-ontvankelijk in het resterende deel van de vordering (feit 1); bepaalt dat dit deel van de vordering kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
veroordeelt de verdachte in de door de benadeelde partij gemaakte proceskosten, tot op vandaag begroot op € 0 en in de nog te maken kosten voor de tenuitvoerlegging van dit vonnis;
legt aan de verdachte voor feit 1
de maatregel tot schadevergoedingop, wat inhoudt dat de verdachte de verplichting heeft om ten behoeve van de benadeelde partij [slachtoffer 2] aan de staat
€ 8.000,00te betalen, en de wettelijke rente vanaf 10 september 2024 tot aan de dag van de gehele betaling. Bepaalt dat indien volledig verhaal niet mogelijk blijkt,
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van maximaal
75 dagen. De toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;
bepaalt dat de verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij en/of zijn mededaders de schade aan de benadeelde partij of aan de staat heeft/hebben vergoed.

11.Samenstelling rechtbank en ondertekening

Dit vonnis is gewezen door:
mr. C. Sikkel, voorzitter,
en mrs. E. IJspeerd en S. Zuidwijk, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. J. Knook, griffier,
en uitgesproken op de openbare zitting van deze rechtbank op 24 december 2025.
Mrs. IJspeerd en Zuidwijk zijn niet in de gelegenheid dit vonnis te ondertekenen.

Voetnoten

1.HvJ EU 4 oktober 2024, zaak C-548/21, ECLI:EU:C:2024:830 (CG/ Landeck).
2.HR 4 januari 2011, LJN BM6673, NJ 2012/145, rov. 3.2.2.
3.Zaaksdossier Vuur, proces-verbaalnummer [nummer proces-verbaal 1] , pagina 29 e.v.
4.Zaaksdossier Vuur, proces-verbaalnummer [nummer proces-verbaal 2] , pagina 127 e.v.
5.Zaaksdossier Vuur, proces-verbaalnummer [nummer proces-verbaal 3] , pagina 118 e.v.
6.Zaaksdossier Vuur, proces-verbaalnummer [nummer proces-verbaal 4] , pagina 243 e.v.
7.Zaaksdossier Vuur, proces-verbaalnummer [nummer proces-verbaal 5] , pagina 164 e.v.
8.Waargenomen op de zitting van 10 december 2025
9.Zaaksdossier Vuur, proces-verbaalnummer [nummer proces-verbaal 6] , pagina 4 e.v.
10.Zaaksdossier Vuur, proces-verbaalnummer [nummer proces-verbaal 7] , pagina 37 e.v.
11.Zaaksdossier Vuur, proces-verbaalnummer [nummer proces-verbaal 8] , pagina 90 e.v.
12.Zaaksdossier Vuur, proces-verbaalnummer [nummer proces-verbaal 9] , pagina 184 e.v.
13.Zaaksdossier Vuur, proces-verbaalnummer [nummer proces-verbaal 10] , pagina 230 e.v.
14.Zaaksdossier Kam, proces-verbaalnummer [nummer proces-verbaal 11] , pagina 8 e.v.
15.Zaaksdossier Cadena, proces-verbaalnummer [nummer proces-verbaal 12] , pagina 52 e.v.
16.Zaaksdossier Cadena, proces-verbaalnummer [nummer proces-verbaal 13] , pagina 55 e.v.