Golden Trident vordert om bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
I. [gedaagde 1] en/of [gedaagde 2] te verbieden om haar stemrecht in de algemene vergadering van aandeelhouders en/of de algemene vergadering van prioriteitsaandeelhouders zodanig uit te oefenen:
a. dat een voorkeursrecht bij een eventuele uitgifte van aandelen in het kapitaal van [bedrijf 1] wordt uitgesloten;
b. dat nieuwe aandelen in het kapitaal van [bedrijf 1] worden uitgegeven;
c. dat besluiten worden genomen die direct of indirect tot gevolg hebben dat het aandelenbelang van Golden Trident in het kapitaal van [bedrijf 1] zal verwateren;
dan wel een door de voorzieningenrechter in goede justitie te bepalen verbod van soortgelijke strekking;
II. [gedaagde 1] en/of [gedaagde 2] te verbieden om in hoedanigheid van bestuurder van [bedrijf 1]:
a. overeenkomsten aan te gaan met [bedrijf 2] of enige andere onderneming waarin [gedaagde 2] enige vorm van zeggenschap heeft die tot doel hebben om een geldlening te verstrekken aan [bedrijf 1], zonder mede-ondertekening van zodanige overeenkomsten door Golden Trident, voor zover het bedrag aan geldlening converteerbaar is in aandelen in het kapitaal van [bedrijf 1], en/of voor zover een hoger rentepercentage dan 4% wordt overeengekomen;
b. andere rechtshandelingen te verrichten die direct of indirect tot gevolg hebben dat het aandelenbelang van Golden Trident zal verwateren;
dan wel een door de voorzieningenrechter in goede justitie te bepalen verbod van soortgelijke strekking;
III. te bepalen dat bij niet-naleving van een veroordeling als bedoeld onder I. en/of II. [gedaagde 1] en/of [gedaagde 2] een dwangsom verbeurt van maximaal € 100.000,00, welk bedrag aan dwangsom aan [bedrijf 1] toekomt, dan wel een door de voorzieningenrechter in goede justitie te bepalen dwangsom;
met veroordeling van [gedaagden] in de proceskosten, met rente.