In deze huurzaak heeft de kantonrechter op 7 februari 2025 uitspraak gedaan in de zaak tussen Stichting Hef Wonen en een gedaagde die zelf procedeert. De eiseres, Hef Wonen, heeft ontbinding en ontruiming van de huurovereenkomst gevorderd vanwege een huurachterstand van € 4.042,75. De gedaagde huurt een woning van Hef Wonen voor een maandelijkse huurprijs van € 600,94. De partijen hebben een betalingsregeling afgesproken, waarbij de gedaagde maandelijks € 100,- zal aflossen naast de lopende huur. De kantonrechter heeft de gedaagde veroordeeld om de achterstallige huur te betalen en de proceskosten te vergoeden, die zijn begroot op € 1.309,72. De kantonrechter heeft de huurovereenkomst voorwaardelijk ontbonden, wat betekent dat als de gedaagde zich niet aan de betalingsregeling houdt, de huurovereenkomst zal eindigen en de gedaagde de woning moet verlaten binnen veertien dagen na de ontbinding. De uitspraak benadrukt dat de gedaagde de huur op tijd moet blijven betalen om de huurovereenkomst te behouden. De kantonrechter heeft ook bepaald dat de gedaagde de gebruiksvergoeding van € 662,35 per maand moet betalen vanaf de dag van ontbinding tot de ontruiming van de woning. Dit vonnis is openbaar uitgesproken door mr. J.C. Gerritse.