In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 13 februari 2025 uitspraak gedaan in een incident tussen [persoon A] en [maatschap B]. [persoon A] was van 26 juli 2011 tot 1 augustus 2023 als fysiotherapeut in dienst bij [maatschap B] en heeft een loonvordering ingesteld, omdat zij meent dat zij te weinig salaris heeft ontvangen. In het incident verzocht [maatschap B] om inzage in de inkomsten van [persoon A] bij andere werkgevers in de periode van 19 november 2020 tot 17 november 2022, om zich goed te kunnen verweren tegen de loonvordering. De kantonrechter oordeelde dat [persoon A] verplicht is om deze gegevens te verstrekken, omdat [maatschap B] recht heeft op deze informatie om een eerlijk proces te waarborgen. De rechter heeft geen dwangsom opgelegd, maar heeft wel bepaald dat [persoon A] de gevraagde gegevens binnen vier weken moet overleggen. De proceskosten in het incident worden gecompenseerd, wat betekent dat beide partijen hun eigen kosten dragen. De zaak zal verder worden besproken in een zitting waar beide partijen hun standpunten kunnen toelichten.