In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 13 februari 2025 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van poging tot doodslag en zware mishandeling. De verdachte heeft met een aardappelschilmesje een snee in de nek en hals van de aangeefster gemaakt. De forensisch medische rapportage classificeert de verwonding als een krasverwonding, waarbij is vastgesteld dat de aangeefster niet aan dit letsel had kunnen overlijden. De rechtbank oordeelt dat, ondanks de kwetsbare plek van de verwonding, niet kan worden vastgesteld dat het handelen van de verdachte een aanmerkelijke kans op overlijden of zwaar lichamelijk letsel met zich heeft gebracht. Voorwaardelijk opzet op de dood of zwaar lichamelijk letsel kan niet worden bewezen, waardoor de verdachte wordt vrijgesproken van de poging tot doodslag en zware mishandeling. De rechtbank acht echter wel bewezen dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan mishandeling.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte lijdt aan een paranoïde psychotische stoornis en dat zij ten tijde van het feit in een psychose verkeerde. Hierdoor was de verdachte niet in staat om de gevolgen van haar handelen te overzien, wat leidt tot de conclusie dat zij niet strafbaar is. De rechtbank ontslaat de verdachte van alle rechtsvervolging en heft de voorlopige hechtenis op, met de voorwaarde dat de verdachte in het kader van een zorgmachtiging in een kliniek wordt geplaatst. De rechtbank heeft ook een zorgmachtiging afgegeven, waarmee de verdachte gedwongen kan worden behandeld voor haar psychische aandoening.