ECLI:NL:RBROT:2025:2053
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Benoeming van een vereffenaar op verzoek van een erfgenaam in het kader van beneficiaire aanvaarding
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 16 januari 2025 een beschikking gegeven op het verzoek van een erfgenaam om een vereffenaar te benoemen in de nalatenschap van de heer [overledene]. Het verzoek is ingediend op 27 december 2024, waarbij verzoeker, vertegenwoordigd door advocaat mr. T.J. Fluitman, verzocht om mr. A.C. de Bakker als vereffenaar aan te stellen. De rechtbank heeft besloten zonder mondelinge behandeling uitspraak te doen, omdat er geen belanghebbenden bekend waren en verzoeker geen behoefte had aan een mondelinge behandeling.
De rechtbank overweegt dat verzoeker de nalatenschap beneficiair heeft aanvaard, wat betekent dat hij de nalatenschap onder voorrecht van boedelbeschrijving heeft aanvaard. Dit is een voorwaarde voor de benoeming van een vereffenaar op verzoek van een erfgenaam, zoals vastgelegd in artikel 4:203 lid 1 onder a BW. Verzoeker is erfgenaam van de overledene, die bij testament heeft beschikt over zijn nalatenschap en verzoeker samen met mevrouw [erfgenaam] tot erfgenaam heeft benoemd. Door het overlijden van [erfgenaam] is verzoeker de enige erfgenaam geworden.
De rechtbank heeft vastgesteld dat verzoeker voldoende belang heeft bij de benoeming van een vereffenaar, aangezien de nalatenschap van de overledene door het overlijden van [erfgenaam] opnieuw opengevallen is. De overledene had aanzienlijke schulden, en verzoeker heeft aangegeven onvoldoende kennis en kunde te hebben om de nalatenschap zelf te vereffenen. De rechtbank heeft het verzoek toegewezen en mr. A.C. de Bakker benoemd tot vereffenaar, die zich bereid heeft verklaard deze taak op zich te nemen. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en de vereffenaar moet de benoeming bekendmaken in de Staatscourant.